Klachten & ZiektesInfecties van het maagdarmkanaal

Infecties van het maagdarmkanaal

Klachten & ZiektesInfecties van het maagdarmkanaal

Infecties van het maagdarmkanaal

Wat zijn Infecties van het maagdarmkanaal?Hoe herken ik Infecties van het maagdarmkanaal?Kan ik er zelf iets tegen doen?Wat kan de apotheker voor mij doen?Welke medicijnen worden gebruikt bij Infecties van het maagdarmkanaal?
  • Ziekteverwekkers als virussen of bacteriën kunnen een ontsteking in de darmwand geven. Daardoor geeft de darmwand meer vocht af dan normaal en neemt de darm minder vocht en voedingsstoffen op. Vocht en voeding komen dan als heel dunne ontlasting, diarree, naar buiten.

    Er zijn verschillende ziekteverwekkers: virussen ('buikgriep'), bacteriën (bijvoorbeeld Salmonella of cholera) en parasieten (bijvoorbeeld Giardia). Ook kunnen bacteriën stoffen (toxines) produceren die een darmontsteking veroorzaken; dit noemt men een voedselvergiftiging.

    • Bij een infectie van het maagdarmkanaal heeft u diarree of moet u vaak overgeven.

      Andere klachten zijn buikkrampen, buikpijn, misselijkheid, koorts, bloed of slijm bij de ontlasting en algehele vermoeidheid.

        • Drink voldoende.
        • Drink na elke ontlasting een extra glas van wat u lekker vindt. Als u ook moet overgeven, neem dan om de paar minuten een paar slokjes.
        • Heeft u heel veel diarree, dan kunt u een drankje van ORS-poeder drinken. ORS staat voor 'oral rehydration salts' (zouten tegen uitdrogen). Het zorgt ervoor dat uw lichaam het vocht beter opneemt.
        • Als u trek heeft kunt u gewoon gaan eten, dieetmaatregelen zijn niet nodig bij diarree.
        • Was uw handen na toiletbezoek, na het verschonen van uw kinderen met diarree, voor het eten, en voordat u eten klaarmaakt.
        • Was gebruikt eet- en drinkgerei goed af. Duurt de diarree langer dan een week of heeft u hoge koorts of bloed bij de ontlasting, neem dan contact op met uw huisarts.
            • Uw apotheker zorgt ervoor dat u uw medicijnen goed en veilig kunt gebruiken. Het maakt niet uit of u een medicijn korte tijd of langdurig nodig heeft.

              • Receptcontrole

              De apotheker controleert elk recept. Bijvoorbeeld: is het juiste medicijn voorgeschreven en meegegeven, is de dosering goed, kan het medicijn samen met andere medicijnen die u gebruikt. Als het nodig is, overlegt uw apotheker met uw huisarts of specialist.

              • Overzicht van uw medicijnen

              Uw apotheker houdt bij welke medicijnen u gebruikt. U kunt in de apotheek altijd om een overzicht van uw medicijnen vragen. Dit kunt u bijvoorbeeld meenemen als u uw specialist bezoekt, in het ziekenhuis wordt opgenomen of naar het buitenland gaat.

              • Delen van informatie over uw medicijnen met andere zorgverleners

              Uw apotheker, huisarts en het ziekenhuis kunnen informatie over uw medicijnen met elkaar delen als dat nodig is voor uw behandeling. Dit mag alleen als U daar toestemming voor geeft.

              • Begeleiding bij nieuwe geneesmiddelen

              Krijgt u een medicijn dat u in de afgelopen 12 maanden niet hebt gebruikt? Dan krijgt u extra uitleg over deze medicijnen.

              • Ondersteuning als u uw medicijnen weleens vergeet in te nemen

              De apotheker heeft daar hulpmiddelen voor. Als uw zorgverzekeraar toestemming geeft, kan uw apotheker uw medicijnen per dag en per tijdstip van inname in aparte zakjes voor u laten verpakken.

              • Persoonlijk gesprek over uw medicijnen

              Heeft u vragen over uw medicijnen, of problemen met het gebruik? Bijvoorbeeld moeite met slikken van medicijnen, openmaken van de verpakking, of last van een vervelende bijwerking? Vraag uw apotheker om een persoonlijk gesprek. Hij kijkt dan samen met u welke mogelijkheden er zijn om uw probleem te verhelpen.

              • Medicatiebeoordeling

              Uw apotheker en huisarts kunnen u uitnodigen voor een gesprek over uw medicijnen. Dit is mogelijk bij patiënten ouder dan 65 jaar die langdurig meer dan 5 medicijnen gebruiken. Samen met u bespreken ze of er verbetering mogelijk is. Als u bijvoorbeeld last hebt van bijwerkingen van een medicijn kan het soms vervangen worden door een ander medicijn.

              • Zelfzorg

              Bij de apotheek kunt u terecht voor advies over medicijnen die u zonder recept (= zelfzorgmedicijnen) kunt kopen, voor verbandmiddelen en cosmetica. De apotheek kan zelfzorgmedicijnen voor u opnemen in uw medicatiedossier. Dan kan de apotheker controleren of u ze veilig samen met uw receptmedicijnen kunt gebruiken.

              • Bezorgservice

              Bent u moeilijk ter been? Informeer bij uw apotheek of zij uw medicijnen bij u thuis kunnen bezorgen.

            • Tetracycline-antibiotica
              Tetracycline-antibiotica remmen de groei van vele soorten bacteriën. Ze remmen de eiwitaanmaak van de bacterie. Een bacterie die geen eiwit kan aanmaken kan zich niet meer vermenigvuldigen en sterft af. Voorbeeld is doxycycline.

              Chinolonen
              Chinolonen doden vele soorten bacteriën. Ze blokkeren een eiwit dat een belangrijke rol speelt bij de bacteriegroei. Hierdoor kan de bacterie zich niet meer vermenigvuldigen en sterft af. Een voorbeeld is ciprofloxacine.

              Glycopeptide-antibiotica
              Glycopeptide-antibiotica doden verschillende soorten bacteriën door de bouw van de bacteriewand te belemmeren. Hierdoor wordt de bacteriewand erg zwak en valt de cel uiteindelijk uit elkaar. Ze worden gebruikt bij ernstige infecties in het maagdarmkanaal, als andere antibiotica niet helpen, of niet gebruikt kunnen worden. Voorbeelden zijn teicoplanine en vancomycine.

              Fidaxomicine
              Fidaxomicine doodt bepaalde bacteriën. Vooral de bacterie Clostridium difficile. Het wordt gebruikt bij darminfecties met deze bacterie.

              Clioquinol
              Clioquinol doodt bepaalde darmparasieten. Het word gebruikt bij de darminfecties met diarree amoeben-dysenterie en dientamoeba-infectie.

              Metronidazol
              Metronidazol doodt bepaalde bacteriën en parasieten. Het wordt gebruikt bij de volgende darminfecties met diarree door bacteriën, amoeben en andere parasieten: giardia, amoeben-dysenterie, dientamoeba-infectie en clostridium-difficile-infectie.

              Ondansetron
              Bij kleine kinderen kan een darminfectie heftiger verlopen en wat langer duren. Door het vele braken en de diarree kunnen vooral kleine kinderen gemakkelijk uitdrogen. Artsen schrijven ondansetron voor bij kinderen met plotselinge infecties van het maagdarmkanaal met braken en uitdroging. Ondansetron blokkeert de prikkeling van het braakcentrum in de hersenen. Bovendien voorkomt het de invloed van de prikkelende stoffen op de zenuwen rond de darm. Hierdoor nemen misselijkheid en braakneiging af en kan uitdroging worden voorkomen.

              Laatst bijgewerkt KNMP: 12-04-2021

              Laatst bijgewerkt NHG: 05-06-2014

              Disclaimer

              Deze tekst is geschreven door het Geneesmiddel Informatie Centrum van de KNMP. Hoewel bij het opstellen van de tekst uiterste zorgvuldigheid is betracht, is de KNMP niet aansprakelijk voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige onjuistheid in deze tekst.

              Vond u deze informatie nuttig?

              Thuisarts.nl

              De informatie over bovenstaande aandoening is geschreven door het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG). Wilt u meer lezen over deze of andere aandoeningen? Ga dan naar www.thuisarts.nl

              Thuisarts.nl

              Vraag het de webapotheker

              Vraag het de webapotheker

              Vraag het de webapotheker

              Het beste advies krijgt u bij uw eigen apotheek. Daar ontvangt u de zorg en begeleiding die is afgestemd op uw persoonlijke situatie. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan kunt u een vraag stellen aan de webapotheker. Een team van apothekers beantwoordt uw vraag in principe binnen enkele werkdagen.
              Informatie wordt bijgewerkt: