Medicijnencarfilzomib

carfilzomib

Medicijnencarfilzomib

carfilzomib

Belangrijkste zakenWaarbij gebruik ik het?Mogelijke bijwerkingenHoe gebruik ik dit?Een keer vergeten, wat nu?Mag ik autorijden, alcohol drinken, alles eten?Gebruik met andere medicijnenGebruik bij zwangerschap of borstvoedingGebruik door man met kinderwensMag ik zomaar stoppen?Onder welke namen verkrijgbaar?Heb ik een recept nodig?
    • Carfilzomib remt de groei van kanker (cytostaticum).
    • Bij multipel myeloom (de ziekte van Kahler).
    • U krijgt het infuus in uw bloedvat in het ziekenhuis.
    • Bijwerkingen: longproblemen kunnen optreden. U merkt dit aan benauwd zijn en hoesten (soms met bloed). Waarschuw dan direct uw arts.
    • Andere bijwerkingen: bijwerkingen in het bloed. Ook maagdarmklachten als misselijk zijn, overgeven, diarree, maagpijn, zuurbranden en opgeblazen gevoel. Zorg dat u extra drinkt als u diarree heeft of moet overgeven.
    • U kunt ook last krijgen van moeheid en duizelig zijn. Rijd geen auto zolang u last heeft van deze bijwerkingen.
    • U mag tijdens en tot 1 maand na de behandeling niet zwanger worden. Dit medicijn kan schadelijk zijn voor de baby in uw buik. Overleg met uw arts over betrouwbare anticonceptie. Mannen mogen tijdens de behandeling en tot 3 maanden daarna geen kind verwekken.
    • Geef geen borstvoeding als u dit medicijn gebruikt en tot ten minste 2 dagen na de behandeling. Het is niet zeker of dit medicijn in de moedermelk terechtkomt. Als het in de moedermelk terecht komt, kan het schadelijk zijn voor de baby.
    • Carfilzomib is een kankerremmende stof (cytostaticum). Het remt de groei van kankercellen.

      Artsen schrijven carfilzomib voor bij een bepaalde vorm van kanker, namelijk multipel myeloom (de ziekte van Kahler).

      • Kanker is een verzamelnaam voor meer dan honderd verschillende ziektes, waarbij lichaamscellen zich ongeremd delen. Het gevolg is tumoren (gezwellen) of afwijkingen in bloed en lymfebanen. Het is een erge ziekte die dodelijk kan zijn als je er niets aan doet.

        Door nieuw onderzoek is in deze tijd goede behandeling voor veel soorten kanker mogelijk.

        Artsen schrijven carfilzomib voor bij multipel myeloom (de ziekte van Kahler), een kanker van het beenmerg. De ziekte van Kahler ontstaat door ongecontroleerde groei van slechte witte bloedcellen (plasmacellen). Deze cellen kunnen op verschillende plekken in het beenmerg zitten. Hierdoor kan het beenmerg minder andere gezonde bloedcellen maken. Ook verzamelen deze slechte bloedcellen zich in de botten en beschadigen daar het botweefsel.

        Verschijnselen
        Kanker is een verraderlijke ziekte. Elke kankersoort geeft weer andere klachten. Sommige klachten komen bij bijna alle kankersoorten voor, zoals erg moe zijn, geen eetlust hebben en afvallen (bijvoorbeeld meer dan 3 kilo in een maand).

        Bij de ziekte van Kahler heeft u botpijn in rug, ribben, nek of bekken en botbreuken. Ook ontstaat er bloedarmoede, waardoor u snel moe bent. Verder ontstaan door de minder goede afweer sneller infecties en bloedingen, bijvoorbeeld blauwe plekken, neusbloedingen of bloedend tandvlees.

        Behandeling
        De behandeling hangt af van de plaats waar de kanker zit en de fase van de ziekte. Het bestaat bijvoorbeeld uit chemotherapie (behandeling met medicijnen tegen kanker), bestraling, operatie of stamceltransplantatie.

        Verder heeft de behandeling bij de ziekte van Kahler het doel om pijn, botontkalking, infecties en bloedarmoede te behandelen en te voorkomen.

        Carfilzomib wordt gebruik bij de ziekte van Kahler. Het wordt samen met andere medicijnen tegen kanker (lenalidomide of daratumumab) en/of dexamethason gebruikt. Daarnaast krijgt u er vaak ook andere medicijnen bij. Deze voorkomen de vorming van bloedstolsels en de virusinfectie gordelroos. 

        Werking
        Carfilzomib remt de groei van kankercellen. Het zorgt ervoor dat het aantal kankercellen minder wordt. Hierdoor kan het beenmerg meer gezonde bloedcellen maken en duurt het langer voor de kankercellen weer groeien.

      • Dit medicijn heeft een krachtige werking op de celdeling, niet alleen van kankercellen maar ook van gezonde lichaamscellen. Hierdoor kunnen bijwerkingen ontstaan, bijvoorbeeld op plaatsen waar de cellen zich van nature snel delen. Dit zijn de slijmvliezen van mond, maag en darmen, de huid, de haren en het bloed.

        Door de lijst van bijwerkingen kan het lijken dat het medicijn erger is dan de ziekte. Maar de bijwerkingen komen lang niet bij iedereen in dezelfde mate voor. Ook gaan de bijwerkingen vaak langzaamaan over.

        De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende.

        Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

        • Longproblemen, zoals longontsteking, moeilijk ademhalen en hoesten (soms met bloed). Waarschuw direct uw arts als u hier last van heeft.

          Zelden een ontsteking van de kleine vertakkingen van de longen (bronchitis). U merkt dit aan hoesten, slijm ophoesten en kortademig zijn. Zeer zelden kan een bloeding in de longen ontstaan. U merkt dit aan veel ophoesten van bloed.

        • Benauwd zijn en hoesten. Zelden piepend ademhalen. Raadpleeg uw arts als u hier last van krijgt.

        • Bijwerkingen in het bloed. Deze bijwerkingen ontstaan door te weinig rode en witte bloedcellen en bloedplaatjes. 

          • Neem contact op met uw arts bij: onverklaarbare koorts of keelpijn, blaren in de mond en keel, onverklaarbare bloedneuzen, onderhuidse bloedinkjes en blauwe plekken en erge moeheid. 
          • Door te weinig witte bloedcellen bent u ook gevoeliger voor infecties door virussen, bacteriën of schimmels. Neem altijd contact op met uw arts bij infecties zoals verkoudheid, keelontsteking, griep, steenpuisten en andere huidinfecties.
          • Tijdens de behandeling zal de arts uw bloed regelmatig controleren. Als er te weinig rode of witte bloedcellen of bloedplaatjes zijn, zal de arts de dosering aanpassen. Het bloed herstelt zich weer als de kuur is afgelopen.
        • Maagdarmklachten, zoals misselijk zijn, overgeven, diarree, verstopping, buikpijn en minder eetlust. 

          • Zelden maagpijn, zuurbranden en een opgeblazen gevoel. Ook zelden bloeding in maag of darmen, met hevige pijn in de buik en opgeven van bloed. Waarschuw dan direct uw arts.
          • Als u misselijk bent, schrijft de arts een antibraakmiddel voor. Mogelijk helpt het om vaker te eten, maar dan kleine beetjes. Blijft u misselijk of moet u vaker dan 1 keer op een dag overgeven? Overleg dan met uw arts.
          • Van overgeven en diarree kunt u uitdrogen. Heeft u diarree of moet u overgeven? Zorg dat u extra drinkt. Neem contact op met uw arts als u 4 keer of vaker op een dag dunne poep heeft, of als u ook ’s nachts diarree heeft. Soms krijgt u medicijnen tegen diarree of een vochtinfuus om uitdroging te voorkomen.
        • Te veel glucose in het bloed. 

          Dit kan ontstaan doordat de alvleesklier te weinig insuline aanmaakt. U merkt dat doordat u meer dorst heeft, veel moet drinken en plassen. Waarschuw dan uw arts.

        • Duizelig zijn. Zelden kan dit komen door een lagere bloeddruk.

          Als u zich duizelig voelt, sta dan niet te snel op uit bed of van een stoel. U kunt dan het best even liggen en de benen wat hoger leggen, bijvoorbeeld op een kussen. Blijft u last houden? Bespreek dit dan met uw arts.

        • Pijn, zoals hoofdpijn, rugpijn, gewrichtspijn en pijn in de armen en benen. 

          Zelden tandpijn, keelpijn, spierpijn, botpijn en pijn op de borst.

        • Opgezwollen enkels en onderbenen. 

          Dit komt door te veel verwijding van de bloedvaten in de benen. Raadpleeg uw arts.

        • Zenuwbeschadiging. Zelden een doof of tintelend gevoel in handen of voeten en verminderd gevoel bij aanraking.

          Krijgt u last van een doof of tintelend gevoel in de huid? Raadpleeg dan uw arts.

        • Hogere bloeddruk. 

          Zeer zelden kan een gevaarlijk hoge bloeddruk ontstaan.

        • Spiertrekkingen

        • Niet goed kunnen slapen en moe zijn.

        • Reacties op het infuus. 

          • De meest voorkomende verschijnselen zijn rillingen of koorts. Ook kunt u last hebben van hoofdpijn, misselijk zijn, hogere bloeddruk, pijn, stijf zijn, hoesten, duizelig zijn, en huiduitslag. Zelden kan ook irritatie en pijn op de plaats van het infuus ontstaan.
          • De arts of verpleegkundige zal u tijdens het infuus en daarna regelmatig controleren. Als de reactie tijdens het infuus optreedt, zal de verpleegkundige het infuus tijdelijk stoppen. 
          • Bel uw arts of verpleegkundige als deze verschijnselen pas thuis optreden. Artsen schrijven vaak andere medicijnen voor om deze klachten minder te maken, zoals de pijnstiller paracetamol, middelen tegen allergie en inhalatoren tegen benauwd zijn.

        Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

        • Sepsis (bloedvergiftiging)

          Dit is een sterke reactie van het lichaam op een infectie. U merkt dat aan koorts of juist een te lage temperatuur, een snelle ademhaling of een snelle hartslag. Waarschuw dan direct een arts.

        • Infecties in de blaas en urinewegen. 

          Deze infecties veroorzaken pijn bij het plassen, rugpijn en jeuk. Raadpleeg bij deze klachten uw arts.

        • Huiduitslag, jeuk en rode huid. 

          Dit kan wijzen op overgevoeligheid, maar dat hoeft niet. Raadpleeg bij huiduitslag uw arts.

        • Angstig en in de war zijn.

        • Staar (een blijvende vertroebeling van de ooglens: cataract). 

          Neem contact op met uw arts als u slechter, wazig of dubbel ziet. Staar komt meestal alleen voor bij regelmatig gebruik tijdens meerdere jaren.

        • Oorsuizen 

        • Veel zweten en blozen.

        • Spierzwakte 

        • De nierwerking gaat plotseling achteruit. Zeer zelden kan dit tegelijk optreden met bloedarmoede en minder bloedplaatjes.

          • Dit merkt u aan minder plassen en een donkere urine, hoofdpijn en misselijk zijn, vochtophoping zoals dikke enkels, handen of een dik gezicht.
          • Uw arts zal voor en tijdens de behandeling minimaal elke maand uw nierfunctie controleren. 
        • Ernstige vorm van hoge bloeddruk in de longslagader. 

          Waarschuw uw arts bij kortademig zijn, pijn op de borst, flauwvallen en vocht in de benen.

        • Leverschade, leverontsteking of een verminderde werking van de lever.

          • U merkt dit aan een gevoelige, opgezwollen buik, buikpijn of een gele verkleuring van het oogwit of van de huid. Waarschuw dan meteen uw arts. 
          • Uw arts zal voor en tijdens de behandeling minimaal elke maand uw leverfunctie controleren.  
        • Buikgriep

          U merkt dit aan koorts, buikpijn, diarree, misselijk zijn en overgeven. Dit is niet erg. Het gaat meestal vanzelf binnen een week over. Blijft u er last van houden? Raadpleeg dan uw arts.

        • Bijwerkingen aan het hart.

          • Hartfalen, door een verminderde werking van de hartspier. U merkt dat aan kortademig en benauwd zijn of het vasthouden van vocht (dikke enkels en voeten). Raadpleeg uw arts als u hier last van krijgt.
          • Hartkloppingen en een snellere hartslag. Raadpleeg uw arts als u hier last van heeft.
          • Hartritmestoornissen. Zeer zelden verlenging van het QT-interval. U merkt dit soms alleen aan plotse duizelingen of als u even wegraakt. Vooral mensen met de hartritmestoornis verlengd QT-interval hebben hier kans op. Uw arts zal uw hartritme controleren en veranderingen beoordelen. Soms is het nodig dit medicijn tijdelijk te stoppen tot het hartritme weer normaal is.
          • Zeer zelden vocht rond het hart. Krijgt u last van benauwd zijn, opgezwollen armen en benen of pijn op de borst? Raadpleeg dan uw arts.
          • Zeer zelden ontsteking van het hartzakje. U kunt last hebben van pijn op de borst, koorts of het gevoel van griep, benauwd zijn en kortademig zijn. Heeft u hier last van? Waarschuw dan uw arts.
          • Zeer zelden hartspierziekte. U kunt last hebben van moe zijn, benauwd of kortademig zijn, vocht vasthouden in de enkels en benen, in de nacht vaak plassen, snelle hartslag, pijn op de borst en licht gevoel in het hoofd of duizelig zijn.
          • Zeer zelden hartaanval en hartstilstand. Een hartaanval merkt u aan pijn op de borst die niet weggaat als u rust en die uitstraalt naar de arm, schouders, hals, kaak, rug en maag. Ook kunt u zweten, misselijk zijn of overgeven, benauwd of angstig zijn. Heeft u hier last van? Ga dan meteen naar een arts of naar de Eerste-hulpdienst.
        • Bloedstolsels in de bloedbaan (trombose). 

          • Dit kunt u herkennen aan een dikke, harde, rode en pijnlijke plek op het been, soms aan pijn in de kuit en een zwaar gevoel in het been. Zeer zelden aan benauwd zijn, pijn op de borst, plots kortademig zijn, soms met pijn of het ophoesten van bloed. Waarschuw in deze gevallen meteen een arts, of ga meteen naar de Eerstehulpdienst. 
          • Heeft u al eerder trombose gehad? Dan is de kans op deze bijwerking groter. Overleg met uw arts of apotheker of u dit medicijn veilig kunt gebruiken.
        • Vochtophoping in de longen, door het lekken van vocht uit de bloedvaten in de longen.

          Dit merkt u aan benauwd zijn, reutelend ademen, soms hoesten, een beetje bloed ophoesten en een blauwe kleur van lippen en nagels. Waarschuw bij deze klachten direct een arts.

        • Afwijkingen in de hoeveelheid mineralen in het lichaam. 

          • De hoeveelheid calcium, kalium, natrium, magnesium of fosfaat kan te hoog of juist te laag worden. Uw arts zal tijdens de behandeling ten minste elke maand uw bloed controleren.

        Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

        • Ontsteking van de alvleesklier of van de lever.

          • U kunt dit merken aan plotse hevige pijn in de bovenbuik, een opgezwollen buik, gele kleur van huid en oogwit, onverklaarbare blauwe plekken, erge moeheid, keelpijn met koorts en blaren in de keel. Heeft u een van deze bijwerkingen? Waarschuw dan direct uw arts. 
          • Uw arts zal voor en tijdens de behandeling ten minste elke maand uw leverfunctie controleren.
        • In zeer zeldzame gevallen ontstaat een ernstige bloedstollingsstoornis. 

          U merkt dit aan koorts, bloeduitstortingen onder de huid, die eruit zien als kleine rode puntjes, soms moeheid, in de war zijn, gele kleur van uw oogwit en huid. Waarschuw dan direct een arts.

        • Een ernstige longziekte. 

          Heeft u het opeens benauwd en heeft u koorts? Bel dan meteen de arts. 

        • Een plotse ontsteking in de longen (longaanval). 

          Krijgt u last van blauwe lippen of vingers, een onrustig gevoel, flauwvallen, moeite met ademen of een snelle hartslag of ademhaling? Neem dan direct contact op met uw arts.

        • Gaatje in de wand van maag of darm (maag- of darmperforatie).

          Er kan hierdoor maag- of darminhoud in de buikholte lopen. Dit kan een ontsteking veroorzaken. U kunt last hebben van erge buikpijn en een harde buik, misselijk zijn, overgeven en koorts. Dit is een erge situatie. Heeft u hier last van? Waarschuw dan uw arts. Als er een zo'n gaatje is ontstaan, mag u dit medicijn niet verder gebruiken.

        • Ontsteking van de dikke darm. 

          Heeft u vaak last van erge diarree en buikpijn, krampen en soms koorts? Neem dan direct contact op met uw arts.

        • Beroerte 

          Dit merkt u aan plotse klachten, zoals verlammingen in het gezicht (bijvoorbeeld een scheve mond), verward spreken en denken, verlammingen aan arm of been, uitval van delen van het gezichtsveld en tintelingen. Waarschuw meteen een arts.

        • Bloeding in de schedel.

          • U kunt last hebben van een plotse erge hoofdpijn, vaak ook flauwvallen of problemen met spreken. Zeer zelden alleen nekpijn of plots verward zijn.
          • Heeft u hier last van? Ga dan meteen naar een arts of naar de Eerste-hulpdienst.
        • Ernstige aandoening van de hersenen (dit heet PRES). 

          U kunt last hebben van erg suf zijn, verward zijn, hoofdpijn, moeite met zien en epileptische aanvallen. Waarschuw uw arts, als u dit merkt.

        • Virusinfectie in de hersenen (dit heet PML). 

          • Dit is een erge aandoening van de hersenen. Waarschuw uw arts bij problemen met de coördinatie, spierzwakte, moeite met zien of spreken en veranderingen in uw persoonlijkheid.
          • Dit komt vooral voor bij mensen die eerder of tegelijk met dit medicijn een ander medicijn gebruikten die het afweersysteem verminderd.
        • Overgevoeligheid voor dit medicijn. 

          • Dit merkt u aan huiduitslag en galbulten. Een ernstige overgevoeligheid merkt u aan benauwd zijn, flauwvallen of een opgezwollen gezicht, mond, keel, of tong. Ga dan onmiddellijk naar een arts of naar de Eerste-hulpdienst. 
          • Als u overgevoelig bent mag u dit medicijn in de toekomst niet meer gebruiken. Geef dat door aan de apotheker. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt. 
        • Het niet meer goed werken van meerdere organen tegelijk (dit heet ook wel shock).

          U kunt last hebben van verschillende soorten klachten. Vaak ontstaat koorts, koude rillingen, een erg lage bloeddruk, snel ademhalen, lagere bewustzijn en maagdarmklachten als buikpijn en overgeven. Waarschuw direct een arts als u hier last van heeft.


        Neem contact op met uw arts of verpleegkundige als u veel last heeft van één van de bovengenoemde bijwerkingen. Soms is het nodig om de dosering aan te passen zodat de bijwerkingen verminderen. Soms ook zal de arts een ander medicijn voorschrijven tegen de bijwerkingen.

        Bespreek ook met uw arts of verpleegkundige als u zich zorgen maakt over bijwerkingen. Ervaart u andere bijwerkingen dan die hierboven staan? Meld dat dan aan uw apotheek, arts of verpleegkundige.

        • Regelmatig: bij meer dan 30 op de 100 mensen
          Soms: bij 10 tot 30 op de 100 mensen
          Zelden: bij 1 tot 10 op de 100 mensen
          Zeer zelden: bij minder dan 1 op de 100 mensen
          • Hoe?
            Dit medicijn wordt in het ziekenhuis gegeven door een gespecialiseerde verpleegkundige of arts. U krijgt dit medicijn via een infuus in uw bloedvat. Het infuus duurt 10 tot 30 minuten. Dit hangt af van welke andere medicijnen u tijdens de behandeling nog meer krijgt.

            Wanneer?
            Per situatie is er een ander soort behandeling met een ander toedienschema. Uw arts bepaalt dit voor iedere patiënt apart.

            Hoe lang?
            Het ligt aan uw ziekte hoe lang u dit medicijn moet gebruiken. Uw arts bepaalt dit voor iedere patiënt apart. Meestal krijgt u dit medicijn zolang het effect heeft op uw ziekte en u geen last heeft van erge bijwerkingen.

            • Dit medicijn wordt door uw arts of verpleegkundige gegeven. Bent u de afspraak vergeten? Neem dan zo snel mogelijk contact op met de arts of verpleegkundige voor een nieuwe afspraak.

              • Autorijden?
                Dit medicijn kan bijwerkingen veroorzaken, zoals duizeligheid en moeheid. Heeft u hier last van? Dan mag u niet autorijden. Het kan gevaarlijk zijn aan het verkeer deel te nemen zo lang u last heeft van deze bijwerkingen.

                Gebruikt u ook andere medicijnen die deze bijwerkingen geven? Let er dan op dat u meer last kunt hebben van deze bijwerkingen.

                Alcohol kan de bijwerking van dit medicijn sterker maken. Hierdoor kunt u extra duizelig en moe worden. Gebruik daarom liever geen alcohol of drink minder alcohol als u dit medicijn krijgt

                Voor meer algemene informatie kunt u het thema 'Medicijnen in het verkeer' lezen. In dit thema leest u bijvoorbeeld wat de wet zegt over medicijnen in het verkeer. Ook vindt u adviezen waarmee u rekening moet houden als u wel (weer) mag autorijden.

                Alcohol drinken?
                Alcohol irriteert de slijmvliezen van het maagdarmkanaal. Het vergroot daardoor de kans op bijwerkingen op de maag en darmen. Gebruik daarom liever geen alcohol tijdens de behandeling met carfilzomib en zolang u last heeft van uw maag en darmen.

                Alles eten?
                U kunt alles eten wat uw maag verdraagt. Sommige soorten voedsel kunt u beter niet eten als u last heeft van uw maag.

                Meer adviezen bij maagklachten kunt u vinden bij Maagklachten.

                • Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje 'samenstelling'.

                  De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

                  • Vaccins. Overleg met uw arts als u gevaccineerd gaat worden. Bepaalde vaccins mag u niet gebruiken. Carfilzomib vermindert de werkzaamheid van deze vaccins en verhoogt de kans op bijwerkingen ervan. Dit betreft onder andere bof-mazelen-rodehondvaccin (BMR), gelekoortsvaccin, rotavirusvaccin en BCG-vaccin.
                    Bij andere vaccins moet u soms een extra vaccinatie krijgen of moet uw bloed onderzocht worden om te kijken of het vaccin goed heeft gewerkt. Dit betreft onder andere influenzavaccin, tetanusvaccin en vaccin tegen baarmoederhalskanker.
                  • De antistollingsmedicijnen acenocoumarol en fenprocoumon. Carfilzomib kan de werking van deze medicijnen beïnvloeden. Meld de trombosedienst als u begint met dit medicijn, als de dosering verandert en als u stopt met dit medicijn.

                  Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

                  Het is belangrijk dat uw arts weet welke medicijnen u nog meer gebruikt. Neem daarom uw medicatieoverzicht mee als u naar het ziekenhuis gaat. Dit is een overzicht waarop staat welke medicijnen u gebruikt, maar ook of u bijvoorbeeld allergisch bent voor bepaalde medicijnen. U kunt dit overzicht bij uw eigen apotheek opvragen. Krijgt u in het ziekenhuis nieuwe medicijnen, of verandert er iets aan uw medicijngebruik? Geef dit dan ook weer door aan uw eigen apotheek. Dan blijft uw medicatieoverzicht actueel.

                  • Zwangerschap
                    Gebruik dit medicijn NIET als u zwanger bent of wilt worden. Er is een grote kans dat het medicijn een aangeboren afwijking bij het kind veroorzaakt. Tijdens de behandeling en tot 1 maand daarna mag u niet zwanger worden. Bespreek met uw arts een betrouwbare anticonceptiemethode.

                    Borstvoeding
                    Geef GEEN borstvoeding tijdens de behandeling en tot ten minste 2 dagen na de behandeling. Het is niet bekend of dit medicijn in de moedermelk terechtkomt. Als het in de moedermelk komt, kan het ernstige bijwerkingen bij de baby geven.

                    Gebruikt u medicijnen op recept of die u zonder recept koopt? Wilt u helpen om de kennis over medicijngebruik tijdens zwangerschap en borstvoeding te vergroten? Meld dan uw ervaring bij Moeders van Morgen.

                    • Het kan schadelijk zijn voor de ongeboren baby als u seks heeft met een vrouw die zwanger kan worden. Daarom mag u geen kinderen verwekken tijdens de behandeling en tot 3 maanden na stoppen met carfilzomib. Gebruik condooms tijdens het gebruik van carfilzomib en tot 3 maanden na stoppen met carfilzomib. Kan uw partner zwanger worden? Dan moet zij ook goede anticonceptie gebruiken in deze periode. Overleg hierover met uw arts.

                      • Een behandeling met dit medicijn kan zwaar en moeilijk vol te houden zijn, ook al helpt het u de ziekte te bestrijden. Wordt de behandeling u te zwaar? Bespreek dat dan met uw arts of verpleegkundige. Samen kunt u de bijwerkingen bespreken en kijken of er een ander medicijn geschikter is.

                        • De werkzame stof carfilzomib zit in de volgende producten:
                          • Carfilzomib is sinds 2012 internationaal op de markt. Het is op recept verkrijgbaar als infuuspoeder onder de merknaam Kyprolis.

                            Laatst bijgewerkt op 03-03-2022

                            Disclaimer

                            Deze tekst is opgesteld door het Geneesmiddel Informatie Centrum van de KNMP. Deze tekst is gebaseerd op de bijsluiter van het beschreven medicijn en op andere, wetenschappelijke bronnen. Zoals medische richtlijnen, standaarden en literatuur. Bent u benieuwd hoe het apotheek.nl-team dit doet? Bekijk dan de video. Hoewel bij het opstellen van de tekst uiterste zorgvuldigheid is betracht, is de KNMP niet aansprakelijk voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige onjuistheid in deze tekst. De officiële bijsluiter van dit medicijn vindt u bij het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen op: www.cbg-meb.nl.

                            Vond u deze informatie nuttig?

                            Vind een apotheek

                            Wilt u meer weten, of heeft u een vraag over uw eigen situatie? Dan raden wij u aan naar uw eigen apotheek te gaan. Uw eigen apotheker is op de hoogte van uw persoonlijke omstandigheden en kan u uitgebreid begeleiden bij uw medicijngebruik. Bent u niet in de buurt van uw eigen apotheek, dan kunt u hier ook andere apotheken vinden.
                            Vind een apotheek blob

                            Vraag het de webapotheker

                            Vraag het de webapotheker

                            Vraag het de webapotheker

                            Het beste advies krijgt u bij uw eigen apotheek. Daar ontvangt u de zorg en begeleiding die is afgestemd op uw persoonlijke situatie. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan kunt u een vraag stellen aan de webapotheker. Een team van apothekers beantwoordt uw vraag in principe binnen enkele werkdagen.

                            Meldpunt medicijnen

                            Werkt uw medicijn heel goed of juist niet? Wordt uw medicijn niet vergoed? Of heeft u last van een bijwerking? Meld uw ervaring

                            Geen ervaringen gevonden

                            Informatie wordt bijgewerkt: