Medicijnenthalidomide

thalidomide

Medicijnenthalidomide

thalidomide

Belangrijkste zakenWaarbij gebruik ik het?Mogelijke bijwerkingenHoe gebruik ik dit?Een keer vergeten, wat nu?Mag ik autorijden, alcohol drinken, alles eten?Gebruik met andere medicijnenGebruik bij zwangerschap of borstvoedingGebruik door man met kinderwensMag ik zomaar stoppen?Onder welke namen verkrijgbaar?Heb ik een recept nodig?
    • Thalidomide remt kanker.
    • Bij de multipel myeloom (ziekte van Kahler).
    • De capsule of tablet heel doorslikken met een half glas water. Niet kauwen of stukmaken.
    • Slik dit medicijn voor u gaat slapen. Dan heeft u minder last van suf of slaperig zijn.
    • Bijwerkingen: u kunt last krijgen van een suf, slaperig of duizelig gevoel. Ook klachten van maag en darmen, zoals misselijk zijn, verstopping en braken.
    • Verder kunt u last krijgen van zenuwklachten. Zoals een doof gevoel, tintelingen, spierkrampen en moeite om te staan of lopen. Raadpleeg dan meteen uw arts.
    • Tot slot: meer kans op infecties en bloedingen.
    • Als u misselijk bent kan het helpen om dit medicijn met wat voedsel in te nemen.
    • U mag 1 week niet autorijden als u met dit medicijn start. En daarna alleen als u geen last heeft van bijwerkingen zoals suf of slaperig zijn.
    • Pas op met alcohol. Dit kan u nog suffer maken.
    • Let op! Dit medicijn is schadelijk voor de baby in uw buik. U mag tijdens de behandeling en tot 4 weken daarna niet zwanger worden. 
    • U mag geen borstvoeding geven terwijl u dit medicijn gebruikt.
    • Mannen mogen tot 1 week na stoppen geen kind verwekken.
    • Thalidomide is een middel dat de afweerreactie van het lichaam wijzigt.

      Artsen schrijven het voor bij kanker (multipel myeloom, de ziekte van Kahler) en soms ook na beenmergtransplantaties bij multipel myeloom.

      • De ziekte van Kahler wordt ook wel multipel myeloom genoemd en is een kanker van het beenmerg. In het beenmerg worden de bloedcellen aangemaakt en aan het bloed afgegeven.

        Bij de ziekte van Kahler vermenigvuldigen bloedcellen uit het beenmerg zich zomaar, waardoor ze de aanmaak van andere, gezonde, bloedcellen tegenwerken. Een tekort aan deze gezonde bloedcellen zorgt voor een verminderde afweer tegen infecties, bloedarmoede en geeft meer kans op bloedingen.

        Verder nestelen deze kwaadaardige bloedcellen zich in de botten en tasten daar het botweefsel aan.

        Verschijnselen
        Klachten van mensen met de ziekte van Kahler zijn botpijn in rug, ribben, nek of bekken en botbreuken. Ook ontstaat er bloedarmoede, waardoor men snel moe is. Verder kunnen door de verminderde afweer sneller infecties ontstaan en ontstaan sneller bloedingen, bijvoorbeeld blauwe plekken, neusbloedingen of bloedend tandvlees.

        Behandeling
        Afhankelijk van het stadium van de ziekte en de individuele omstandigheden bestaat de behandeling meestal uit chemotherapie, bestraling of stamceltransplantatie.

        Verder is de behandeling erop gericht pijn, botontkalking, infecties en bloedarmoede te behandelen en te voorkomen. Als deze behandeling niet (meer) helpt, schrijven artsen soms thalidomide voor. Thalidomide wordt dan meestal toegepast samen met de kankerremmende stof melfalan en het bijnierschorshormoon prednison.

        Werking
        De werking is nog niet goed bekend. Thalidomide verandert afweerreacties, remt de groei van gezwellen en remt ontstekingen.

        Bij de ziekte van Kahler die niet meer reageert op chemotherapie, kan thalidomide bij ongeveer een derde van de patiënten een belangrijke verbetering van de ziekte geven.

        • Bij beenmergtransplantaties met beenmerg van een donor is de afweer van het lichaam tegen de 'vreemde' beenmergcellen de beruchtste complicatie. Het immuunsysteem probeert de vreemde cellen op te ruimen, net zoals het bacteriën en virussen opruimt. Dit heeft tot gevolg dat het getransplanteerde beenmerg wordt afgestoten.

          Om dit te voorkomen, schrijven artsen geneesmiddelen voor die de lichaamseigen afweer onderdrukken, bijvoorbeeld ciclosporine en prednisolon. Deze moeten dan langdurig worden gebruikt.

          Behandeling
          Om de kans op afweer van de donorcellen te verkleinen, zijn er na de beenmergtransplantatie geneesmiddelen nodig die deze afweer onderdrukken. Om het risico van infecties te verkleinen, moet men langdurig antibiotica gebruiken en zo veel mogelijk bacteriën uit de omgeving weren (bacterievrij voedsel, mondhygiëne).

          Indien de afweeronderdrukkende middelen niet goed werken, ontstaat een afstotingsreactie van de donorcellen. In dat geval kan de arts thalidomide voorschrijven om de afstotingsreactie te remmen.

        • Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven.

          De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende:

          Regelmatig (bij meer dan 30 op de 100 mensen)

          • Ernstige afwijkingen aan de ongeboren baby, zelfs na een enkele dosis. Bent u zwanger? Of wordt u zwanger tijdens de behandeling of binnen een maand na het laatste gebruik? Dan is de kans op schade zeer groot.

            Vier op de tien baby's overlijdt daardoor. Baby's krijgen sterk verkorte armen en benen of armen en benen zijn zelfs afwezig. Ook andere afwijkingen aan ogen en oren komen voor. In de jaren 1957-1961 zijn er wereldwijd tienduizend baby's met dit zogenaamde Softenon-syndroom geboren.

            • Vrouwen: u mag het middel daarom NIET GEBRUIKEN bij zwangerschap of als daar kans op is. Vanaf 1 maand voor de behandeling tot en met 1 maand na de behandeling moet u betrouwbare anticonceptie gebruiken. Uw arts doet een zwangerschapstest voordat u met dit medicijn, terwijl u dit medicijn gebruikt en 1 maand nadat u klaar bent. Meer informatie en regels over het gebruik bij zwangerschap, vindt u onder het kopje 'Zwangerschap'.
            • Mannen: thalidomide komt in het sperma terecht. Daarom mag u geen kinderen verwekken terwijl u dit medicijn gebruikt en tot 1 week daarna. Uw partner dient dezelfde maatregelen te nemen ter voorkoming van zwangerschap zoals hierboven beschreven bij 'Vrouwen'. Meer informatie en regels over het gebruik bij zwangerschap, vindt u onder het kopje 'Zwangerschap'.
          • Ernstige zenuwbeschadiging. U merkt dit aan een doof gevoel in voeten of handen, pijnlijke spierkrampen, tintelingen in benen en armen, trillen en moeite met staan en lopen.

            Waarschuw dan direct uw arts. Door stoppen met dit medicijn verdwijnen de klachten soms weer, maar niet altijd. Het is belangrijk om regelmatig de zenuwen te onderzoeken. Door op tijd te stoppen is de kans groter dat de zenuwbeschadiging weer herstelt. Patiënten met lepra kunnen deze bijwerking minder snel opmerken, omdat bij hen al zenuwbeschadiging aanwezig is. Het is dan moeilijk te bepalen of de verschijnselen een gevolg zijn van lepra of van dit medicijn. Laat u extra regelmatig controleren.

          • Slaperigheid, sufheid en een verminderd reactievermogen.

            Het middel is vroeger als slaapmiddel gebruikt. Neem dit middel in de avond, voordat u gaat slapen. Dan heeft u hier het minste last van. Ook overdag kunt u nog last hebben van slaperigheid. Wees daarom voorzichtig met activiteiten waarbij uw oplettendheid nodig is, zoals autorijden, het beklimmen van een ladder of het bewaken van een proces op het werk. Onderneem geen risicovolle activiteiten, zeker niet de eerste twee weken van de behandeling, als u nog aan het middel moet wennen.

          Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

          • Duizeligheid en verwardheid.

          • Meer kans op infecties en bloedingen.

            Dit komt door bijwerkingen in het bloed door verminderde aanmaak van witte bloedcellen en van bloedplaatjes.

          Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

          • Maagdarmklachten, zoals verstopping, misselijkheid, braken en brandend maagzuur.

            Door de tabletten met wat voedsel in te nemen, heeft u minder last van misselijkheid. Een mild laxeermiddel, zoals lactulose, is meestal voldoende om de verstopping te verminderen.

          • Allergische reacties met onder andere jeuk of galbulten, huiduitslag, griepachtige verschijnselen, koorts, rillingen, spierpijn, benauwdheid of flauwvallen.

            Waarschuw dan uw arts. In zeer zeldzame gevallen ontstaat een ernstige overgevoeligheid. Dit is te merken aan: koorts, ernstige benauwdheid, opgezwollen mond, tong, keel of gezicht, huiduitslag, ademhalingsproblemen, flauwvallen, blaren op de lippen en op de slijmvliezen van de mond en geslachtsdelen. Stop in deze gevallen met dit medicijn en waarschuw meteen een arts of ga naar de Eerstehulpdienst. Als u overgevoelig bent, mag u dit medicijn in de toekomst niet meer gebruiken. Geef dat door aan de apotheker. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.

          • Zwak gevoel, angst, vermoeid zijn.

          • Heeft u epilepsie? U kunt een epilepsieaanval krijgen door dit middel.

            Extra controle door de arts is nodig.

          Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

          • Ernstige huidbeschadiging. Bij roodverkleuring van de huid met blaren moet u uw arts waarschuwen.

          • Gordelroos. U merkt dit aan blaasjes, een rode huid en pijn in een bepaald huidgebied aan één kant van het lichaam.

            Het wordt veroorzaakt door een virusinfectie (het waterpokkenvirus). Raadpleeg bij deze verschijnselen uw arts.

          • Leveraandoeningen. U kunt dit merken aan een gevoelige, opgezwollen buik of een gele verkleuring van het oogwit of van de huid.

            Waarschuw dan een arts. Zeer zelden kan de leveraandoening het gevolg zijn van het opvlammen van een hepatitis-B-virusinfectie.

          • Minder zin in vrijen.

            • Bij mannen: moeilijker krijgen van een erectie en zaadlozing.
            • Bij vrouwen: moeilijker krijgen van een orgasme.

          Neem contact op met uw apotheker of arts als u te veel last heeft van deze of andere bijwerkingen waar u zich zorgen over maakt.


          Heeft u last van een bijwerking? Meld dit dan bij het bijwerkingencentrum lareb. Hier worden alle meldingen over bijwerkingen van medicijnen in Nederland verzameld. Ik wil een bijwerking melden

          • Regelmatig: bij meer dan 30 op de 100 mensen
            Soms: bij 10 tot 30 op de 100 mensen
            Zelden: bij 1 tot 10 op de 100 mensen
            Zeer zelden: bij minder dan 1 op de 100 mensen
            • Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek. Lees ook de meegeleverde 'Informatie voor de patiënt'.

              Hoe?

              • Capsules: slik de capsules met een glas water. De capsules niet openmaken, breken of erop kauwen.
              • Tabletten: slik de tabletten met een glas water. De tabletten niet breken of erop kauwen.

              Wanneer?
              Neem dit middel het liefste voor u gaat slapen. U heeft dan minder last van slaperig of suf zijn. Bent u misselijk Dan kunt u het beste eerst wat voedsel eten, voordat u dit medicijn neemt.
               

              Hoelang?

              • Hoofdbehandeling voor multipel myeloom: u gebruikt dit medicijn vaak maanden tot jaren.
              • Stamceltransplantatie voor multipel myeloom: u krijgt dit medicijn een aantal maanden voordat u de stamceltransplantatie krijgt. 
              • Het is belangrijk dat u dit medicijn gebruikt zoals de arts heeft voorgeschreven. Bent u het medicijn vergeten in te nemen? 

                • Duurt het langer dan 12 uur voordat u de volgende tabletten of capsules moet innemen? Neem de vergeten tabletten of capsules dan alsnog in. 
                • Duurt het korter dan 12 uur voordat u de volgende tabletten of capsules moet innemen? Sla dan de vergeten tabletten of capsules over. U mag geen extra tabletten of capsules innemen
                • autorijden?
                  Het kan gevaarlijk zijn aan het verkeer deel te nemen als u dit medicijn gebruikt. Dit komt door bijwerkingen, zoals slaperigheid, duizeligheid, verminderde coördinatie en verwardheid. U mag de eerste week dat u dit medicijn gebruikt niet autorijden. Na een week zijn de meeste mensen voldoende gewend geraakt aan de effecten. U mag dan weer autorijden. Maar doe dat alleen als u geen last meer heeft van de bijwerkingen.

                  Let op: ook kanker en beenmergtransplantaties kunnen een reden zijn dat u niet mag autorijden. Overleg met uw arts of dat bij u het geval is. Wilt u meer informatie over autorijden bij bepaalde aandoeningen? Kijk dan op de website van het CBR.

                  Voor meer algemene informatie kunt u het thema 'Medicijnen in het verkeer' lezen. In dit thema leest u bijvoorbeeld wat de wet zegt over medicijnen in het verkeer. Ook vindt u adviezen waarmee u rekening moet houden als u wel (weer) mag autorijden.

                  alcohol drinken?
                  Alcohol versterkt het versuffende effect van dit middel. Drink daarom zo weinig mogelijk alcohol.

                  alles eten?
                  U mag eten en drinken zoals u normaal ook doet.

                  • De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

                    • Sommige medicijnen tegen hiv. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat.
                    • Vaccins. Dit medicijn kan de werkzaamheid van sommige soorten vaccins verminderen en de kans op bijwerkingen door de vaccins vergroten. Overleg met uw apotheker of arts als u gevaccineerd moet worden.
                    • Sommige medicijnen tegen kanker. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat. De werking of bijwerkingen van deze medicijnen kunnen veranderen. Overleg hierover met uw arts.

                    Het is belangrijk dat uw arts weet welke medicijnen u nog meer gebruikt. Neem daarom uw medicatieoverzicht mee als u naar het ziekenhuis gaat. Dit is een overzicht waarop staat welke medicijnen u gebruikt, maar ook of u bijvoorbeeld allergisch bent voor bepaalde medicijnen. U kunt dit overzicht bij uw eigen apotheek opvragen. Krijgt u in het ziekenhuis nieuwe medicijnen, of verandert er iets aan uw medicijngebruik? Geef dit dan ook weer door aan uw eigen apotheek. Dan blijft uw medicatieoverzicht actueel.

                    • Zwangerschap.
                      U mag dit medicijn NIET gebruiken tijdens de zwangerschap of als u binnenkort zwanger wilt worden. Dit medicijn is namelijk schadelijk voor de ongeboren baby. Vrouwen moeten voor gebruik zeker weten dat ze niet zwanger zijn. Bent u een vrouw in de vruchtbare leeftijd? Dan gelden er bepaalde regels voordat u dit medicijn mag innemen.

                      • De behandeling mag slechts beginnen als u minimaal 4 weken anticonceptie heeft gebruikt en daarna een zwangerschapstest heeft gedaan waaruit blijkt dat u niet zwanger bent.
                      • De arts zal in de 3 dagen voor aanvang van de behandeling deze zwangerschapstest bij u uitvoeren.
                      • De arts zal vervolgens elke maand een zwangerschapstest bij u uitvoeren.
                      • De arts zal elke keer een recept schrijven voor maximaal 1 maand. Voor elke maand heeft u een nieuw recept nodig.
                      • U moet het recept steeds binnen 7 dagen inleveren in de apotheek. Daarna is het niet geldig meer.
                      • U moet een instemmingsverklaring ondertekenen, waarin u bevestigt dat u op de hoogte bent van de ernstige bijwerking op de ongeboren baby en dat u de patiëntenbrochure heeft ontvangen en gelezen.
                      • U moet betrouwbare anticonceptie gebruiken tijdens het gebruik van thalidomide en tot en met 4 weken na stoppen van thalidomide. Betrouwbare anticonceptie is bijvoorbeeld een spiraaltje, een implantatiestaafje, de prikpil of de minipil (dit is een anticonceptiepil met alleen een progestageen). De 'gewone' pil is een combinatiepil met een progestageen en een oestrogeen. Maar die is niet geschikt voor vrouwen die thalidomide gebruiken, omdat er dan een grotere kans is dat de vrouw trombose krijgt. Overleg met uw arts over welke anticonceptie goed is voor u.
                      • Denkt u dat u toch zwanger bent of bent geworden? Stop dan meteen met het gebruik van thalidomide. Neem direct contact op met uw arts.

                      Borstvoeding
                      Gebruik dit middel NIET als u borstvoeding geeft, of stop de borstvoeding. Er zijn geen gegevens bekend of dit middel in de moedermelk terechtkomt. Maar omdat het middel ernstige bijwerkingen heeft, is het niet veilig voor de zuigeling en moet elk risico worden vermeden.

                      Gebruikt u medicijnen op recept of die u zonder recept koopt? Wilt u helpen om de kennis over medicijngebruik tijdens zwangerschap en borstvoeding te vergroten? Meld dan uw ervaring bij Moeders van Morgen.

                      • Overleg met uw arts. Thalidomide komt in de zaadvloeistof terecht. Het geeft daardoor een groot risico op aangeboren afwijkingen bij de ongeboren baby als u seks heeft met een zwangere vrouw of een vrouw die zwanger kan worden. U moet condooms gebruiken tijdens het gebruik van thalidomide en tot en met 1 week na stoppen van thalidomide. Er gelden bepaalde regels, voordat u dit medicijn mag innemen:

                        • U moet anticonceptieve maatregelen nemen. U moet condooms gebruiken tijdens het gebruik van thalidomide en tot en met 1 week na stoppen van thalidomide. Zelfs als u gesteriliseerd bent. Het middel komt namelijk in de spermavloeistof terecht en geeft daardoor een groot risico op aangeboren afwijkingen bij de baby.
                        • U moet een instemmingsverklaring ondertekenen, waarin u bevestigt dat u op de hoogte bent van de ernstige bijwerking op de ongeboren baby en dat u de patiëntenbrochure heeft ontvangen en gelezen.
                        • Heeft u seks gehad met een vrouw en denkt u dat zij toch zwanger is of is geworden? Neem dan direct contact op met uw arts.

                         

                        • Stop niet zomaar met het gebruik, zeker niet als u dit middel gebruikt om afweerreactie na een beenmergtransplantatie te onderdrukken. Raadpleeg uw arts als u wilt stoppen.

                          Bent u gestopt met thalidomide, maar heeft u nog tabletten over? Breng deze dan terug naar de apotheek. Geef uw medicijnen nooit aan iemand anders. U moet ervoor tekenen dat u hiermee akkoord gaat.

                          • De werkzame stof thalidomide zit in de volgende producten:
                            • Ja, u heeft een recept nodig.

                              Thalidomide is sinds 2008 internationaal op de markt. Het is op recept verkrijgbaar als het merkloze Thalidomide in tabletten en capsules.

                              Het is ook van 1957 tot 1961 internationaal op de markt geweest, in Nederland onder de naam Softenon.

                              Dit middel kan ernstige bijwerkingen bij de ongeboren baby geven. Het voorschrijven, afleveren en gebruik van thalidomide kan alleen als aan strenge regels van de overheid met betrekking tot het Zwangerschaps Preventie Programma is voldaan.

                              Deze regels van dit Zwangerschaps Preventie Programma, vindt u onder het kopje 'Zwangerschap'. Zowel voor mannen als vrouwen gelden regels.

                              Laatst bijgewerkt op 12-02-2024

                              Disclaimer

                              Deze tekst is opgesteld door het Geneesmiddel Informatie Centrum van de KNMP. Deze tekst is gebaseerd op de bijsluiter van het beschreven medicijn en op andere, wetenschappelijke bronnen. Zoals medische richtlijnen, standaarden en literatuur. Bent u benieuwd hoe het apotheek.nl-team dit doet? Bekijk dan de video. Hoewel bij het opstellen van de tekst uiterste zorgvuldigheid is betracht, is de KNMP niet aansprakelijk voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige onjuistheid in deze tekst. De officiële bijsluiter van dit medicijn vindt u bij het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen op: www.cbg-meb.nl.

                              Vond u deze informatie nuttig?

                              Vind een apotheek

                              Wilt u meer weten, of heeft u een vraag over uw eigen situatie? Dan raden wij u aan naar uw eigen apotheek te gaan. Uw eigen apotheker is op de hoogte van uw persoonlijke omstandigheden en kan u uitgebreid begeleiden bij uw medicijngebruik. Bent u niet in de buurt van uw eigen apotheek, dan kunt u hier ook andere apotheken vinden.
                              Vind een apotheek blob

                              Vraag het de webapotheker

                              Vraag het de webapotheker

                              Vraag het de webapotheker

                              Het beste advies krijgt u bij uw eigen apotheek. Daar ontvangt u de zorg en begeleiding die is afgestemd op uw persoonlijke situatie. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan kunt u een vraag stellen aan de webapotheker. Een team van apothekers beantwoordt uw vraag in principe binnen enkele werkdagen.

                              Meldpunt medicijnen

                              Werkt uw medicijn heel goed of juist niet? Wordt uw medicijn niet vergoed? Of heeft u last van een bijwerking? Meld uw ervaring

                              Geen ervaringen gevonden

                              Informatie wordt bijgewerkt: