MedicijnenTriamtereen/Hydrochloorthiazide

Triamtereen/Hydrochloorthiazide | hydrochloorthiazide met triamtereen

Werkzame stof: hydrochloorthiazide met triamtereen


Onderstaande tekst gaat over de werkzame stof hydrochloorthiazide met triamtereen.

MedicijnenTriamtereen/Hydrochloorthiazide

Triamtereen/Hydrochloorthiazide

Werkzame stof: hydrochloorthiazide met triamtereen


Onderstaande tekst gaat over de werkzame stof hydrochloorthiazide met triamtereen.

Belangrijkste zakenWaarbij gebruik ik het?Mogelijke bijwerkingenHoe gebruik ik dit?Een keer vergeten, wat nu?Mag ik autorijden, alcohol drinken, alles eten?Gebruik met andere medicijnenGebruik bij zwangerschap of borstvoedingGebruik bij slechte nieren of leverMag ik zomaar stoppen?Onder welke namen verkrijgbaar?Heb ik een recept nodig?
    • Hydrochloorthiazide is een plasmiddel. Het verlaagt de bloeddruk en verbetert de pompkracht van het hart. Triamtereen voorkomt dat u te veel kalium uitplast.
    • Bij hoge bloeddruk, hartfalen en oedeem (vochtophoping).
    • Het effect komt geleidelijk gedurende 6 weken tot stand. Dan is te meten hoeveel uw bloeddruk is gedaald. Bij hartfalen merkt u dat u minder last heeft van benauwdheid en dikke enkels.
    • Door het medicijn elke dag te gebruiken, heeft u minder kans op hart- en vaatziekten.
    • Moet u veel plassen op onhandige momenten? Dan kunt u het tijdstip van inname aanpassen. Neem hydrochloorthiazide niet later in dan 16.00 uur. Anders moet u vaak 's nachts opstaan om te plassen.
    • Wisselwerkingen met andere middelen. Laat uw apotheker controleren of u dit medicijn veilig kunt gebruiken met uw andere medicijnen, ook medicijnen die u zonder recept heeft gekocht.
    • Hydrochloorthiazide behoort tot de thiazide-plasmiddelen. Het voert overtollig vocht af en verlaagt de bloeddruk. Triamtereen is een kaliumsparend plasmiddel. Het voorkomt kaliumtekort door het gebruik van hydrochloorthiazide en versterkt enigszins het vochtafdrijvend effect.

      Artsen schrijven de combinatie voor bij hoge bloeddruk, hartfalen en oedeem.

      • Verschijnselen
        Mensen met een hoge bloeddruk voelen hier in het algemeen niets van. Hoge bloeddruk is ook geen ziekte, maar geeft meer kans op hart- en vaatziekten.

        Als de bloeddruk is verhoogd, stroomt het bloed te krachtig door de vaten. Dit is schadelijk voor de bloedvaten. Beschadigde bloedvaten geven kans op een beroerte (herseninfarct of hersenbloeding) en ernstige hartziekten, zoals hartkramp of hartfalen.

        Werking
        Door dit medicijn scheiden de nieren meer zout uit. Het zout trekt het vocht mee. Hierdoor wordt het overtollige vocht afgevoerd via de urine. U kunt dit merken doordat u misschien iets vaker moet plassen. Er blijft minder vocht achter in de bloedvaten. Hierdoor daalt de bloeddruk en is er minder kans op een beroerte.

        Bij hoge bloeddruk schrijven artsen in eerste instantie meestal een plasmiddel voor. Als dit niet voldoende helpt, kan de arts bovendien een ander medicijn voorschrijven, zoals een bètablokker of een ACE-remmer. Mensen die met dit medicijn hun bloeddruk hebben verlaagd, blijken minder vaak te overlijden aan een beroerte of aan een hartziekte.

        Dit medicijn voorkomt ook een tekort aan kalium. Dit is met name van belang voor mensen die digoxine gebruiken (een hartmedicijn), hartritmestoornissen hebben of een andere hartziekte. Door een kaliumtekort kunnen namelijk bijwerkingen op het hart, zoals hartritmestoornissen, ontstaan.

        Effect
        Na drie tot zes weken is het volledige effect van dit medicijn bereikt. Zelf merkt u niet veel van de bloeddrukverlagende werking van dit medicijn. U weet pas of het werkt bij een meting van uw bloeddruk. Toch is het belangrijk dit medicijn elke dag in te nemen. Alleen dan kan het de hart- en bloedvaten optimaal beschermen.

        • Verschijnselen
          Bij hartfalen (decompensatio cordis) is de pompkracht van het hart verzwakt. Het bloed wordt niet meer goed rondgepompt. U bent daardoor sneller moe en kunt last krijgen van vocht in de benen of achter de longen. U bent dan ook sneller benauwd.

          Oorzaak
          Hartfalen kan ontstaan door een langdurig bestaande hoge bloeddruk, slecht werkende hartkleppen, vernauwing in de bloedvaten die het hart van bloed voorzien (kransslagaders), stoornissen in het hartritme of een hartinfarct.

          Werking
          Door dit medicijn scheiden de nieren meer zout uit. Het zout trekt het vocht mee; hierdoor wordt het overtollige vocht afgevoerd via de urine. Er blijft minder vocht achter in de bloedvaten. Daardoor hoeft het hart minder hard te werken. De pompkracht van het hart neemt daardoor toe.

          Ook door een zoutarm dieet te volgen, kunt u de hoeveelheid vocht in uw bloed laten dalen. Uw huisarts of diëtist kan u hierover adviseren.

          Behandeling
          Behalve het wegnemen van de oorzaak, zoals het behandelen van de hoge bloeddruk of het vervangen van een slechte hartklep, spelen medicijnen een belangrijke rol bij hartfalen. De belangrijkste medicijnen zijn plasmiddelen en ACE-remmers of angiotensine-II-blokkers.

          Artsen schrijven dit plasmiddel voor als het hartfalen nog niet ernstig is of als de urinestroom niet te groot mag worden, bijvoorbeeld bij mensen met een vergrote prostaat. Soms schrijft de arts behalvedit plasmiddel ook een ACE-remmer voor.

          Dit medicijn voorkomt ook een tekort aan kalium. Dit is met name van belang voor mensen die digoxine gebruiken (een hartmedicijn), hartritmestoornissen hebben of een andere hartziekte. Door een kaliumtekort kunnen namelijk bijwerkingen op het hart, zoals hartritmestoornissen, ontstaan.

          Effect
          Het vochtafdrijvend effect begint na één tot twee uur, is maximaal na zes uur en kan tien tot twaalf uur aanhouden. U merkt dat doordat u vaker moet plassen. Na drie tot zes weken is het volledige effect van dit medicijn bereikt. U merkt dan dat u minder last heeft van dikke enkels, benauwdheid en moeheid.

          • Verschijnselen
            Het lichaam kan vocht vasthouden bij een verminderde pompkracht van het hart (hartfalen), een verminderde nierwerking, levercirrose (een chronische leverziekte) of het gebruik van bepaalde medicijnen, zoals bijnierschorshormonen of vrouwelijke geslachtshormonen.

            Het vocht kan zich ophopen op plaatsen waar het normaal niet of nauwelijks aanwezig is. Dit heet oedeem. Dit merkt u het eerst aan dikke enkels en voeten. Ook kan er vocht rond de longen blijven staan. U merkt dan dat u benauwd bent en sneller moe wordt.

            Werking
            Door dit medicijn scheiden de nieren meer zout uit. Het zout trekt het vocht mee. Hierdoor wordt het overtollige vocht afgevoerd via de urine. U merkt dit doordat u vaker moet plassen. Hierdoor slinkt het oedeem en dikke enkels en voeten verdwijnen. Ook de benauwdheid neemt af.

            Ook door een zoutarm dieet te volgen kunt u de hoeveelheid vocht in uw bloed laten dalen. Uw huisarts of diëtist kan u hierover adviseren.

            Dit medicijn voorkomt ook een tekort aan kalium. Dit is met name van belang voor mensen die digoxine gebruiken (een hartmedicijn), hartritmestoornissen hebben of een andere hartziekte. Door een kaliumtekort kunnen namelijk bijwerkingen op het hart, zoals hartritmestoornissen, ontstaan.

            Effect
            Het vochtafdrijvende effect begint na één tot twee uur en kan tien tot twaalf uur aanhouden. Na drie tot zes weken is het volledige effect van dit medicijn bereikt. U merkt dan dat u minder last heeft van dikke enkels, benauwdheid en moeheid.

          • Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven.

            De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende:

            Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

            • De eerste dagen van de behandeling duizeligheid, vooral bij het opstaan uit bed of uit een stoel.

              Dit gaat in het algemeen over als uw lichaam zich heeft ingesteld op de lagere bloeddruk (binnen enkele dagen tot weken). Als u zich duizelig voelt, sta dan niet te snel op uit bed of van een stoel. U kunt het best dan even liggen en de benen wat hoger leggen, bijvoorbeeld op een kussen.

            • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid, braken, verstopping, buikpijn en diarree.

              Meestal helpt het als u het medicijn met wat voedsel inneemt. Blijft u er ook na enige dagen last van houden? Neem dan contact op met uw arts.

            • Tekort aan natrium, een bepaalde stof in het bloed. U merkt dit het eerst aan plotselinge hevige vermoeidheid, sufheid en verminderde eetlust. Vrouwen en oudere mensen hebben hier meer kans op. Ook bij diarree of braken is de kans op een tekort aan natrium groter.

              Als u last heeft van deze klachten, ga dan naar uw arts. Meestal ontstaat dit natriumtekort tijdens de eerste weken van het gebruik.

              Uw arts zal vaak in het begin de hoeveelheid natrium in uw bloed controleren. Als u diarree heeft of veel moet braken, neem dan contact op met uw arts.

            • Hoofdpijn, vermoeidheid, spierkrampen en een droge mond.

              Deze bijwerkingen gaan meestal over als uw lichaam aan het medicijn gewend is. Als u na enkele weken nog steeds last hiervan heeft, raadpleeg dan uw arts.

            • Als u het syndroom van Sjögren heeft, een aandoening waarbij de slijmvliezen van onder andere ogen en mond droger zijn dan normaal: u kunt meer klachten krijgen.

              Dit middel vermindert de aanmaak van traanvocht en speeksel. Neem contact op met uw arts als u meer last heeft van oogirritatie of een droge mond. Mogelijk is een ander medcijn geschikter voor u.

            • Overgevoeligheid voor dit medicijn. Dit merkt u aan huiduitslag, jeuk en galbulten.

              In zeldzame gevallen ontstaat er benauwdheid, flauwvallen of een ernstige huidafwijking. Stop dan met het gebruik en raadpleeg uw arts. Geef aan de apotheker door dat u overgevoelig bent voor hydrochloorthiazide met triamtereen. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u het medicijn niet opnieuw krijgt.

            • Impotentie.

              Dit komt door de lagere bloeddruk. Als u last heeft van deze bijwerking, vraag dan advies aan uw arts. Mogelijk moet de dosering aangepast worden, of is een ander medicijn geschikter voor u.

            • Als u diabetes mellitus heeft, kunt u een te hoog bloedglucose krijgen door dit medicijn.

              Controleer daarom vaker uw bloedglucose.

            • Dit medicijn kan de huid gevoeliger maken voor UV-licht (zon, zonnebank, UV-lamp).

              Blootstelling aan zonlicht, zelfs voor korte perioden, kan huiduitslag, jeuk, roodheid of andere verkleuring van de huid en ernstige verbranding door de zon geven. Ook heeft u hierdoor meer kans op huidkanker. Neem contact op met uw arts als u een verandering in uw huid opmerkt, bijvoorbeeld een nieuw knobbeltje op de huid (soms met een korstje) of als u al eerder huidkanker heeft gehad.
              Blijf daarom uit direct zonlicht, met name tussen 10:00 en 15:00 uur, draag beschermende kleding, waaronder hoed en zonnebril, smeer een zonnebrandmiddel op met een hoge beschermingsfactor en ga niet onder de zonnebank. Als u een ernstige reactie op de zon krijgt, stop dan meteen het gebruik en neem contact op met uw arts.

            • Een verminderde nierwerking na gebruik gedurende meerdere maanden.

              Meestal merkt u dit niet zelf op, maar via bloedonderzoek kan dit worden vastgesteld. Uw arts zal de nierwerking regelmatig controleren.

            • Nierstenen. Raadpleeg uw arts bij hevige pijn in de zij, rug of buik (nierkoliek).

            • Ontsteking van de alvleesklier, galwegen of leveraandoeningen en bloedafwijkingen. Bij plotselinge hevige pijn in bovenbuik, geelzucht, onverklaarbare blauwe plekken, extreme vermoeidheid of keelpijn met koorts en blaren in de keel moet u direct een arts waarschuwen.

            • De urine kan lichtblauw verkleuren, dit is verder onschuldig.

            • Stemmingsveranderingen, zoals depressie.

              Als u dit merkt neem dan contact op met uw arts.

            • Hartritmestoornissen. U merkt dit soms alleen aan plotselinge duizelingen of als u even wegraakt. Vooral mensen met de aangeboren vorm van de hartritmestoornis verlengd QT-interval hebben hier meer kans op.

              Gebruik dit medicijn NIET als u deze aangeboren hartritmestoornis heeft. Overleg met uw arts. Mogelijk kunt u overstappen op een ander medicijn.

            • Longproblemen. Dit merkt u aan hoesten, bemoeilijkte ademhaling, pijn op de borst, koorts en koude rillingen.

              Neem bij deze verschijnselen contact op met uw arts.

            • Veranderingen in het gezichtsvermogen, doordat uw ogen aan het middel moeten wennen.

              Na een aantal weken zal uw gezichtsvermogen weer hersteld zijn. Als u hier veel last van heeft, overleg dan met uw arts.


            Neem contact op met uw apotheker of arts als u te veel last heeft van deze of andere bijwerkingen waar u zich zorgen over maakt.


            Heeft u last van een bijwerking? Meld dit dan bij het bijwerkingencentrum lareb. Hier worden alle meldingen over bijwerkingen van medicijnen in Nederland verzameld. Ik wil een bijwerking melden

            • Regelmatig: bij meer dan 30 op de 100 mensen
              Soms: bij 10 tot 30 op de 100 mensen
              Zelden: bij 1 tot 10 op de 100 mensen
              Zeer zelden: bij minder dan 1 op de 100 mensen
              • Hoe?
                Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek.

                Wanneer?
                U kunt het medcijn het best 's ochtends bij het ontbijt innemen. U heeft er dan het minst last van dat u misschien vaker moet plassen. Als u het medicijn twee keer per dag moet gebruiken: 's ochtends bij het ontbijt en niet later dan vier uur 's middags, anders heeft u kans dat u 's nachts uit bed moet om te plassen.

                Hoe lang?

                • Hoge bloeddruk. Een behandeling voor hoge bloeddruk is meestal langdurig. Als dit medicijn goed bij u werkt, moet u dit medicijn waarschijnlijk uw leven lang gebruiken.
                • Hartfalen. Als u een verminderde hartwerking heeft (hartfalen) moet u het waarschijnlijk langdurig gebruiken.
                • Oedeem. Hoe lang u dit medicijn moet gebruiken, hangt af van de oorzaak van het oedeem

                • Het is belangrijk dit medicijn consequent in te nemen. Mocht u toch een dosis vergeten zijn:

                  • Als u dit medicijn 1 keer per dag gebruikt: ontdekt u het dezelfde dag, dan kunt u de dosis nog inhalen tot aan het eind van de middag. Is het later? Sla de dosis dan over. Bij een latere inname loopt u kans om 's nachts uit bed te moeten om te plassen.
                  • Als u dit medicijn 2 keer per dag gebruikt: duurt het nog meer dan 4 uur voor u de volgende dosis normaal inneemt? Neem de vergeten dosis dan alsnog in. Duurt het nog minder dan 4 uur? Sla de vergeten dosis dan over.
                  • autorijden?
                    De eerste dagen dat u dit medicijn gebruikt, kunt u wat duizelig zijn. Dit komt doordat uw lichaam zich nog moet instellen op de lagere bloeddruk. Na enkele dagen is dat meestal weer over en is autorijden geen probleem. Indien u duizelig blijft: neem dan geen deel aan het verkeer.

                    alcohol drinken?
                    Alcohol kan de duizeligheid in het begin van de behandeling versterken. Probeer het drinken van alcohol eerst met mate uit. U kunt dan zelf inschatten of u hier veel last van krijgt. Als u dit middel gebruikt voor oedeem: overmatig alcoholgebruik kan klachten als benauwdheid en vocht vasthouden verergeren. In het algemeen is enkele keren per week een glas wijn geen probleem.

                    alles eten?
                    Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

                    • Dit middel heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje 'samenstelling'.

                      De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

                      • De hart- en vaatmiddelen van de groep ACE-remmers en de groep Angiotensine-II-blokkers. Hydrochloorthiazide versterkt de werking van deze middelen. Dit geldt alleen als u al hydrochloorthiazide met triamtereen gebruikt en u krijgt daar nu een ACE-remmer of een angiotensine-II-blokker bij. Vooral in het begin van de behandeling kunt u dan last krijgen van erge duizeligheid. U kunt hier iets tegen doen door het medicijn in te nemen voor het naar bed gaan. Als u ligt voelt u de duizeligheid minder. Soms raadt de arts aan om het plasmiddel twee of drie dagen te laten staan voordat u met een ACE-remmer begint. U heeft dan minder last van duizeligheid. Na twee of drie dagen gebruik van de ACE-remmer kunt u dan zonder problemen de plastablet weer gebruiken, als dat nodig is. Ook kan uw arts u aanraden de eerste dagen met een lage dosis ACE-remmer te beginnen en die na een paar dagen te verhogen.
                      • Colestyramine, een cholesterolverlager. De werking van dit medicijn kan afnemen. Overleg hierover met uw arts. Mogelijk krijgt u een ander medicijn. Of controleert uw arts u extra. Moet u ze beide gebruiken? Zorg ervoor dat u dit medicijn minstens 4 uur vóór colestyramine inneemt.
                      • Lithium, een middel tegen manische depressiviteit. Plasmiddelen kunnen de bijwerkingen van lithium versterken, zoals maagdarmklachten, trillen, spierzwakte, spiertrekkingen, duizeligheid, slaperigheid, sufheid, verwardheid, verminderde concentratie, moeite met lopen en spreken, en epileptische aanvallen. Waarschuw meteen uw arts als u last krijgt van één van deze bijwerkingen. Uw arts moet het lithiumgehalte in het bloed regelmatig laten meten en de dosering eventueel aanpassen.
                      • Andere bloeddrukverlagende medicijnen. De bloeddruk kan te laag worden als u dit medicijn samen met andere bloeddrukverlagers gaat gebruiken. Uw arts houdt hier rekening mee en zal in het begin een lagere dosering voorschrijven. Al naar gelang het effect zal de arts de dosis geleidelijk verhogen.
                      • Medicijnen tegen epilepsie: carbamazepine, oxcarbazepine en de medicijnen tegen depressie citalopram, escitalopram, fluoxetine, fluvoxamine, paroxetine, sertraline, venlafaxine en vortioxetine. Als u een van deze middelen samen met hydrochloorthiazide/triamtereen gebruikt, heeft u de eerste weken een verhoogde kans op een tekort aan natrium in het bloed. U merkt dit soms aan plotselinge hevige vermoeidheid, sufheid en verminderde eetlust. Waarschuw dan meteen uw arts.

                      Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

                      • Zwangerschap
                        Overleg met uw arts. U kunt dit medicijn beter NIET gebruiken als u zwanger bent of binnenkort wilt worden. Over het gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap is nog te weinig bekend. Meld het in elk geval aan uw arts en apotheker zodra u zwanger bent of binnenkort wilt worden. U zult (tijdelijk) moeten overstappen op een ander veilig medicijn.

                        Borstvoeding
                        Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts. U kunt dit medicijn beter NIET gebruiken als u borstvoeding geeft. Dit medicijn komt in de moedermelk. Het is niet bekend of dit schadelijk is voor de baby. Wel is bekend dat de hoeveelheid moedermelk kan afnemen. Mogelijk kan de arts u (tijdelijk) een ander medicijn voorschrijven, waarvan wel bekend is dat u het veilig kunt gebruiken. Of u kunt kunstvoeding geven.

                        Gebruikt u medicijnen op recept of die u zonder recept koopt? Wilt u helpen om de kennis over medicijngebruik tijdens zwangerschap en borstvoeding te vergroten? Meld dan uw ervaring bij Moeders van Morgen.

                        • Nieren

                          Werken uw nieren minder goed? Of dialyseert u? Overleg dan met uw apotheker. Het kan zijn dat een ander medicijn geschikter is.

                          Lever

                          Heeft u levercirrose? Gebruik dit medicijn alleen na overleg met uw arts. Levercirrose heeft invloed op de werking en bijwerkingen van dit medicijn. Het kan zijn dat uw arts extra op bijwerkingen controleert.

                          • Hoge bloeddruk
                            Stop niet zomaar zelf met dit medicijn. Overleg altijd eerst met uw apotheker en arts als u wilt stoppen.

                            U moet dit medicijn namelijk afbouwen, dat betekent dat u dit medicijn NIET in 1 keer mag stoppen. Als u in 1 keer stopt of als u te snel stopt, kan uw bloeddruk weer omhoog gaan.

                            Let op! Gebruikt u meerdere bloeddrukverlagers? U mag ze niet tegelijk stoppen. Stop steeds met 1 bloeddrukverlager per keer.

                            Gebruikt u dit medicijn voor een hoge bloeddruk en denkt u erover na om te stoppen met dit medicijn? Bekijk dan het thema 'Kan ik stoppen met mijn medicijnen die de bloeddruk verlagen (bloeddrukverlagers)?'.

                            Hartfalen en oedeem
                            Stop alleen in overleg met uw apotheker en arts. De pompfunctie van het hart kan slechter worden als u dit medicijn stopt. Ook kunt u zich weer benauwd voelen of dikke enkels kunnen terugkeren.

                            • De werkzame stof hydrochloorthiazide met triamtereen zit in de volgende producten:
                              • Ja, u heeft een recept nodig.

                                Hydrochloorthiazide is sinds 1959 en triamtereen sinds 1962 internationaal op de markt. Deze combinatie is op recept verkrijgbaar als het merkloze Triamtereen/Hydrochloorthiazide en Hydrochloorthiazide/Triamtereen. Het is te verkrijgen in tabletten.

                                Laatst bijgewerkt op 23-03-2023

                                Disclaimer

                                Deze tekst is opgesteld door het Geneesmiddel Informatie Centrum van de KNMP. Deze tekst is gebaseerd op de bijsluiter van het beschreven medicijn en op andere, wetenschappelijke bronnen. Zoals medische richtlijnen, standaarden en literatuur. Bent u benieuwd hoe het apotheek.nl-team dit doet? Bekijk dan de video. Hoewel bij het opstellen van de tekst uiterste zorgvuldigheid is betracht, is de KNMP niet aansprakelijk voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige onjuistheid in deze tekst. De officiële bijsluiter van dit medicijn vindt u bij het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen op: www.cbg-meb.nl.

                                Vond u deze informatie nuttig?

                                Vind een apotheek

                                Wilt u meer weten, of heeft u een vraag over uw eigen situatie? Dan raden wij u aan naar uw eigen apotheek te gaan. Uw eigen apotheker is op de hoogte van uw persoonlijke omstandigheden en kan u uitgebreid begeleiden bij uw medicijngebruik. Bent u niet in de buurt van uw eigen apotheek, dan kunt u hier ook andere apotheken vinden.
                                Vind een apotheek blob

                                Vraag het de webapotheker

                                Vraag het de webapotheker

                                Vraag het de webapotheker

                                Het beste advies krijgt u bij uw eigen apotheek. Daar ontvangt u de zorg en begeleiding die is afgestemd op uw persoonlijke situatie. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan kunt u een vraag stellen aan de webapotheker. Een team van apothekers beantwoordt uw vraag in principe binnen enkele werkdagen.

                                Meldpunt medicijnen

                                Werkt uw medicijn heel goed of juist niet? Wordt uw medicijn niet vergoed? Of heeft u last van een bijwerking? Meld uw ervaring
                                Informatie wordt bijgewerkt: