Medicijnenoctreotide

octreotide

Medicijnenoctreotide

octreotide

Belangrijkste zakenWaarbij gebruik ik het?Mogelijke bijwerkingenHoe gebruik ik dit?Een keer vergeten, wat nu?Mag ik autorijden, alcohol drinken, alles eten?Gebruik met andere medicijnenGebruik bij zwangerschap of borstvoedingMag ik zomaar stoppen?Onder welke namen verkrijgbaar?Heb ik een recept nodig?
    • Octreotide houdt de aanmaak van veel hormonen tegen, onder andere van groeihormoon.
    • Bij kanker in de hypofyse (deze klier maakt onder meer groeihormoon aan). Bij een tumor in de maag- of darmwand of in de alvleesklier. En bij bloedende bloedvaten in de slokdarm. Verder ook bij diarree, misselijkheid en braken bij ernstig zieke mensen (laatste levensfase).
    • U merkt binnen een week dat u minder klachten heeft. U merkt dat u minder diarree, maagpijn, opvliegers, hoofdpijn, zweten en hartkloppingen heeft.
    • Er zijn 2 soorten injecties. Een injectie 1 tot 3 keer per dag onder de huid. En een injectie elke 4 weken in een spier.
    • Bijwerkingen: maagdarmklachten. Vaak went uw lichaam hieraan. Het helpt ook als u de injecties tussen de maaltijden in en/of voor de nacht gebruikt.
    • Andere bijwerkingen: pijn, roodheid en zwelling op de plaats van injectie. Kies steeds een andere injectieplaats.
    • Ook kan uw bloedsuiker gaan schommelen.
    • Bent u zwanger of wilt u zwanger worden? U mag dit medicijn niet gebruiken. Vraag uw arts om advies.
    • Geef geen borstvoeding als u dit medicijn gebruikt. Het is niet zeker of dit medicijn veilig is voor de baby.
    • Octreotide lijkt op het lichaamseigen hormoon somatostatine. Het blokkeert de aanmaak van veel soorten hormonen, onder andere van groeihormoon.

      Artsen schrijven octreotide voor bij verschillende tumoren (kanker) van organen die hormonen produceren, zoals een tumor van de hypofyse die kan zorgen voor te veel groeihormoon (acromegalie) of een te snelle schildklierwerking. En een tumor van maag- of darmwand (bijvoorbeeld het syndroom van Zollinger-Ellison of carcinoïd). En een tumor van de pancreas (alvleesklierziekte).

      Artsen schrijven octreotide ook voor bij diarree en bij misselijkheid en braken bij ernstig zieke mensen.

      • Hormonen regelen de functies van het lichaam en hebben daarom erg verschillende effecten. Veel organen in het lichaam maken hormonen. Door een tumor van een van deze organen kan te veel van een bepaald hormoon in het bloed komen. Met ernstige ziekteverschijnselen tot gevolg.

        Voorbeelden van dergelijke tumoren zijn tumoren van maag of darmen, zoals carcinoïdsyndroom, vipoom, gastrinoom en Zollinger-Ellison-syndroom. Of tumoren van de alvleesklier, zoals insulinoom en glucagonoom. Of tumoren van hypofyse (een hormoonproducerend orgaan in de hersenen), met als gevolg te veel groeihormoon of te veel schildklierhormoon.

        Behandeling
        Octreotide remt de aanmaak van verschillende hormonen. Zoals bepaalde hormonen van de maagwand, darmwand, alvleesklier en hypofyse. Het kan bij sommige tumoren ook de groei vertragen.

        Meestal is binnen een week te merken dat sommige klachten van de ziekte verminderen.

        Carcinoïd
        Carcinoïd kan op verschillende plaatsen in het lichaam ontstaan, maar meestal in de darmen. Het is een hormoonproducerende tumor. Deze hormonen zorgen voor de ziekteverschijnselen. De ziekteverschijnselen kunnen verschillen per mens. Dit komt doordat de tumor op verschillende plaatsen kan zitten en daar weer andere hormonen produceert. Het carcinoïd produceert echter wel altijd het hormoon serotonine.

        De verschijnselen van carcinoïd zijn onder andere:

        • opvliegers of aanvallen van blozen in het gezicht, op de armen en op de borst. Deze aanvallen worden vaak opgeroepen door emoties, alcohol of warme dranken;
        • ernstige diarree, darmkrampen en darmgerommel;
        • verminderde opname van voedsel uit de darmen en vette ontlasting;
        • benauwdheid en piepende ademhaling;
        • ernstige vermoeidheid.

        Behandeling
        Als het kan wordt de tumor met een operatie verwijderd. Als dat niet kan of onvoldoende effect heeft, zal de arts geneesmiddelen voorschrijven tegen de ziekteverschijnselen, zoals octreotide.

        Octreotide remt de afgifte van serotonine en eiwitten uit de maagwand, darmwand en alvleesklier.

        Effect
        Het effect van octreotide is vooral te merken aan vermindering van warmtegevoel, blozen en de diarree. Dit merkt u meestal binnen een week.

        • Groeihormoon (somatotropine of somatropine) is een lichaamseigen hormoon, gemaakt door de hypofyse, een orgaan in de hersenen.

          Oorzaak
          Een teveel aan groeihormoon veroorzaakt de aandoening acromegalie. Het teveel aan groeihormoon is meestal het gevolg van een goedaardige tumor in de hypofyse.

          Door het teveel aan groeihormoon ontstaan een versterkte groei van de vingers, tenen, handen, voorhoofd, kin, lippen en neus. Verder hebben mensen vaak last van hoofdpijn, zweten, gewrichtspijn en tintelingen.

          Behandeling
          In de meeste gevallen is een hersenoperatie of bestraling noodzakelijk om de tumor in de hypofyse weg te nemen. Mocht dit onvoldoende effect hebben, dan kan de arts uitwijken naar een continue behandeling met octreotide. Dit middel wordt ook gebruikt tijdens het begin van een bestraling.

          Bij oudere mannen blijkt het soms genoeg om met octreotide te behandelen en is een operatie of bestraling niet nodig om de ziekte onder controle te houden.

          Werking
          Octreotide remt de aanmaak van groeihormoon. Het vermindert zo de verschijnselen van acromegalie. In sommige gevallen neemt ook de grootte van de tumor af. De injectie in een spier werkt 4 weken. De injectie onder de huid werkt een paar uur.

          Meestal is binnen een week te merken dat verschijnselen van de ziekte verminderen, zoals hoofdpijn, zweten en tintelingen.

          • Een tumor van de hypofyse kan een grote hoeveelheid schildklierstimulerend hormoon afscheiden.

            Deze tumor wordt meestal met een operatie of bestraling behandeld. Als dat niet mogelijk is of niet voldoende effect heeft, kan de arts octreotide voorschrijven. Octreotide verlaagt de hoeveelheid schildklierstimulerend hormoon, waardoor de schildklier minder hard zal werken.

            • Het syndroom van Zollinger-Ellison is een zeer zeldzame aandoening. Hierbij maken de maagwand, de darmwand of de alvleesklier te veel van het hormoon gastrine aan. Dit hormoon stimuleert de maagwand weer om een grote hoeveelheid maagzuur aan te maken. De verschijnselen hiervan zijn maag- en darmzweren, diarree, brandend maagzuur, slokdarmontsteking en nierstenen.

              Behandeling
              Bij het syndroom van Zollinger-Ellison zal de arts een medicijn voorschrijven dat de aanmaak van maagzuur remt, bijvoorbeeld omeprazol.

              De arts kan ook ook octreotide voorschrijven. Octreotide verhindert de maagwand, darmwand of alvleesklier om gastrine aan te maken.

              Werking
              Meestal is binnen een week te merken dat de verschijnselen van de ziekte, zoals maagpijn en buikpijn, verminderen.

              • Bij een zeer zeldzame vorm van kanker kan de alvleesklier te veel insuline of glucagon aanmaken. Insuline is een hormoon dat glucose uit het bloed naar de lichaamscellen stuurt. Glucagon maakt glucose vrij uit de lichaamscellen.

                Al er te veel insuline in het bloed is, gaat ook te veel glucose uit het bloed naar de lichaamscellen. Men noemt dit een hypoglykemie ofwel hypo. De verschijnselen hiervan zijn honger, een wisselend humeur, verwardheid, hoofdpijn, vermoeidheid en duizeligheid. En bleek gezicht, wazig zien, beven en zweten. Bij een ernstige hypo raakt men bewusteloos.

                Als er te veel glucagon in het bloed is, komt er te veel glucose in het bloed. Dit veroorzaakt bepaalde verschijnselen die lijken op diabetes (suikerziekte), zoals veel plassen, veel drinken en gewichtsverlies. Verder is een verschijnsel van te veel glucagon een roodbruine huiduitslag en roodbruine tong.

                Behandeling
                De tumor van de alvleesklier wordt meestal verwijderd door middel van een operatie. Octreotide wordt gebruikt bij en na operaties aan de alvleesklier, omdat het bepaalde complicaties blijkt te voorkomen.

                Als een operatie niet mogelijk is of te weinig effect heeft, zal de arts medicijnen voorschrijven. Een van die medicijnen is octreotide. Dit middel remt de aanmaak van insuline en van glucagon en kan daardoor bepaalde verschijnselen verminderen.

                Effect
                Meestal is binnen een week te merken dat de verschijnselen van de ziekte afnemen.

                Het effect bij een te veel aan insuline is te merken aan vermindering van de verschijnselen van een hypo.

                Het effect bij een te veel aan glucagon is vooral te merken aan de vermindering van de huiduitslag en verkleuring van de tong.

                • Bij ernstig zieke mensen kan aanhoudende chronische diarree voorkomen. Ook fistels (een soort gangetje in de dunne darm) kunnen bij deze mensen diarree veroorzaken.

                  Het is belangrijk veel te drinken om uitdroging te voorkomen. Octreotide wordt soms gebruikt om de diarree te verminderen.

                  • Oorzaak
                    Misselijkheid en braken ontstaan doordat het braakcentrum in de hersenen wordt geprikkeld. De prikkels kunnen ergens vanuit de hersenen afkomstig zijn of van de maag en darmen.

                    Werking
                    Octreotide voorkomt de invloed van de prikkelende stoffen op de zenuwen rond de darm. Ook worden de bewegingen en de doorbloeding van de maag en darmen geremd. Er is dan minder vocht in de maag en darmen aanwezig. Hierdoor nemen misselijkheid en braakneiging af.

                    Behandeling
                    Octreotide wordt gebruikt bij misselijkheid en braken bij ernstig zieke mensen.

                    Effect
                    Octreotide vermindert deze verschijnselen binnen een paar dagen.

                  • Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven. De bijwerkingen en de kans erop zijn afhankelijk van de toepassing waar u dit medicijn voor gebruikt

                    De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende.

                    Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

                    • Maagdarmklachten, zoals gebrek aan eetlust, misselijkheid, braken, gasvorming, opgezette buik, vette ontlasting, diarree of verstopping.

                      De meeste mensen hebben hier na een tot twee maanden behandeling geen last meer van. Dan is het lichaam gewend geraakt aan het middel. U kunt de klachten verminderen door op het tijdstip van de injectie niet te eten. Door bijvoorbeeld de injecties toe te dienen voor het slapengaan of tussen de maaltijden.

                    • Pijn, jeuk, zwelling, roodheid, verharding en ontsteking van de injectieplaats.

                      Dit kunt u voorkomen door steeds een andere injectieplaats te kiezen op buik, arm, heup of dijbeen. Raadpleeg uw arts bij ernstige ontstekingen.

                    Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

                    • Te weinig glucose in het bloed (te laag bloedsuiker). Soms te veel glucose in het bloed (te hoog bloedsuiker). 

                      • U merkt een te laag bloedsuiker aan duizelig en verward zijn, zweten, trillen, hartkloppingen en flauwvallen. Waarschuw dan uw arts.
                      • U merkt een te hoog bloedsuiker doordat u meer dorst heeft, veel moet drinken en plassen. Waarschuw dan uw arts.
                      • Uw arts zal tijdens de behandeling uw bloedsuiker regelmatig controleren.

                      Dit middel kan blijvende diabetes veroorzaken.

                    • Haaruitval

                      Neem dan contact op met uw arts.

                    • Overgevoeligheid voor dit middel. Dit merkt u aan huiduitslag, galbulten en jeuk. 

                      Raadpleeg uw arts als u hier last van heeft. Een ernstige overgevoeligheid is te merken aan benauwdheid, een opgezwollen gezicht of flauwvallen. Ga dan onmiddellijk naar een arts. Als u dit middel in de toekomst niet meer mag gebruiken, geef dan aan de apotheek door dat u overgevoelig bent voor dit middel. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit middel niet opnieuw krijgt.

                    • Bij gebruik meerdere maanden: meer kans op galstenen. Dit kunt u merken aan een plotselinge, hevige pijn rechts boven in de buik. Vaak trekt de pijn door naar het rechter schouderblad.

                      Neem dan contact op met uw arts. De meeste mensen merken echter niets van de galstenen. Dan is contact met de arts niet nodig.

                    Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

                    • Leveraandoeningen. U kunt dit merken aan een gevoelige, opgezwollen buik. Of een gele verkleuring van het oogwit of van de huid. Mensen die al een leveraandoening hebben, moeten extra goed worden gecontroleerd.

                      Waarschuw bij deze verschijnselen een arts.

                    • Hevige buikpijn door ontsteking van de alvleesklier.

                      Neem dan onmiddellijk contact op met uw arts.

                    • Stoornissen in het hartritme. Heeft u last van hartritmestoornissen of komt het in de naaste familie voor? Raadpleeg dan eerst uw arts voordat u dit middel gaat gebruiken.


                    Neem contact op met uw apotheker of arts als u te veel last heeft van deze of andere bijwerkingen waar u zich zorgen over maakt.


                    Heeft u last van een bijwerking? Meld dit dan bij het bijwerkingencentrum lareb. Hier worden alle meldingen over bijwerkingen van medicijnen in Nederland verzameld. Ik wil een bijwerking melden

                    • Regelmatig: bij meer dan 30 op de 100 mensen
                      Soms: bij 10 tot 30 op de 100 mensen
                      Zelden: bij 1 tot 10 op de 100 mensen
                      Zeer zelden: bij minder dan 1 op de 100 mensen
                      • Kijk voor de goede dosering altijd op het etiket van de apotheek of in de bijsluiter.

                        Hoe?

                        • Dit medicijn moet onder de huid of in een spier worden ingespoten. In sommige gevallen wordt het gegeven via een infuus. Waar het wordt ingespoten, is afhankelijk van het soort injectie dat u krijgt. De LAR-injecties zijn voor inspuiting in een spier.
                        • In veel gevallen zult u zelf de injecties toedienen. De arts of verpleegkundige zal u precies uitleggen hoe dat moet. Aarzel niet bij onduidelijkheden uitleg te vragen.
                        • Kies elke keer een andere injectieplaats; dit verkleint de kans op pijn en irritatie van de injectieplaats.
                        • Bewaar de injecties in de koelkast (niet in het vriesvak).

                        Wanneer?

                        • Onderhuidse injecties: meestal moet u de injecties tussen de maaltijden in toedienen of vlak voor het slapengaan. Dan heeft u minder last van de bijwerkingen op de maag en darmen.
                        • Injecties in een spier: deze injecties moeten om de 4 weken worden toegediend.

                        Na operatie aan de alvleesklier: u start met dit middel op de dag van de operatie.

                        Hoe lang?

                        Bij een tumor in maag, darmen, alvleesklier of hypofyse (acromegalie, te sterke schildklierwerking)

                        • De behandeling gaat door zolang de klachten aanwezig zijn. En het middel blijft werken of tot de tumor is verwijderd. In de meeste gevallen krijgt u eerst dagelijks injecties onder de huid voordat de injecties in de spieren worden gegeven. Daarna gaat men over op injecties in de spieren elke 4 weken.
                        • Het is mogelijk dat het effect van dit middel na een paar weken tot maanden minder wordt.
                        • Carcinoïd: als een week behandeling met een hoge dosering onvoldoende effect heeft op blozen en diarree, zal de arts overstappen op de behandeling met een ander medicijn.
                        • Acromegalie: als er na drie maanden nog onvoldoende effect is, heeft doorgaan met de behandeling geen zin.

                        Na operatie aan de alvleesklier

                        • De behandeling duurt vanaf de operatie meestal 7 dagen.

                        Bij bloedende bloedvaten in de slokdarm

                        • Het infuus wordt een paar dagen lang gegeven. Meestal 1 tot 2 dagen, soms 5 dagen.

                        Bij diarree, misselijkheid en braken bij ernstig zieke mensen

                        • De behandeling gaat door zolang de klachten aanwezig zijn en het middel blijft werken.
                        • Misselijkheid en braken: als na 2 dagen nog onvoldoende effect is, zal de arts overstappen op een ander medicijn.
                        • Het is belangrijk dit medicijn consequent te gebruiken. Mocht u toch een dosis vergeten zijn:

                          • Als u dit medicijn 1 keer per dag gebruikt: duurt het nog meer dan 8 uur voor u de volgende dosis normaal toedient? Gebruik de vergeten dosis dan alsnog. Duurt het nog minder dan 8 uur? Sla de vergeten dosis dan over.
                          • Als u dit medicijn 2 keer per dag gebruikt: duurt het nog meer dan 4 uur voor u de volgende dosis normaal toedient? Gebruik de vergeten dosis dan alsnog. Duurt het nog minder dan 4 uur? Sla de vergeten dosis dan over.
                          • Als u dit medicijn 3 keer per dag gebruikt: duurt het nog meer dan 2 uur voor u de volgende dosis normaal toedient? Gebruik de vergeten dosis dan alsnog. Duurt het nog minder dan 2 uur? Sla de vergeten dosis dan over.

                          Gebruik nooit een dubbele dosis om zo de vergeten dosis in te halen. Krijgt u elke paar weken een injectie toegediend en bent u dit een keer vergeten? Neem dan zo snel mogelijk contact op met uw arts voor een nieuwe injectie.

                          • autorijden?
                            Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

                            alles eten en alcohol drinken?
                            Eet twee uur rond de toediening van dit medicijn liever niet. U heeft anders meer kans op bijwerkingen aan maag en darmen.

                            • Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje 'samenstelling'.

                              Het medicijn waarmee de belangrijkste wisselwerking optreedt, is het volgende.

                              • Ciclosporine, een medicijn tegen afweerreacties. De hoeveelheid ciclosporine in het bloed kan afnemen. Raadpleeg uw arts als u deze combinatie voorgeschreven heeft gekregen. Uw arts zal de concentratie ciclosporine in uw bloed extra controleren.
                              • Telotristat ethyl, een medicijn gebruikt bij het carcinoïdsyndroom. De werking van dit medicijn kan afnemen als u ze tegelijk gebruikt. Neem daarom telotristat ethyl ten minste 30 minuten voor de injectie met octreotide in. Deze wisselwerking geldt NIET voor de LAR-injecties.

                              Twijfelt u eraan de bovenstaande wisselwerking voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

                              • Zwangerschap
                                Gebruik dit medicijn NIET tijdens de zwangerschap of als u binnenkort zwanger wilt worden. Over het gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap is nog te weinig bekend.

                                Als u dit medicijn gebruikt en u denkt erover zwanger te worden, overleg dan met uw arts.

                                Borstvoeding
                                Gebruik dit medicijn NIET als u borstvoeding geeft of stop de borstvoeding. Het is niet bekend of dit medicijn in de moedermelk terechtkomt en of het schadelijk is voor de baby. Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts.

                                Gebruikt u medicijnen op recept of die u zonder recept koopt? Wilt u helpen om de kennis over medicijngebruik tijdens zwangerschap en borstvoeding te vergroten? Meld dan uw ervaring bij Moeders van Morgen.

                                • Als u stopt, neemt de hoeveelheid weer toe van de hormonen die de ziekteverschijnselen veroorzaken.

                                  • De werkzame stof octreotide zit in de volgende producten:
                                    • Ja, u heeft een recept nodig.

                                      Octreotide is sinds 1989 internationaal op de markt. Het is op recept te krijgen als injectie onder de merknamen Sandostatine, Sandostatine LAR en Siroctid en als het merkloze Octreotide.

                                      Laatst bijgewerkt op 25-10-2022

                                      Disclaimer

                                      Deze tekst is opgesteld door het Geneesmiddel Informatie Centrum van de KNMP. Deze tekst is gebaseerd op de bijsluiter van het beschreven medicijn en op andere, wetenschappelijke bronnen. Zoals medische richtlijnen, standaarden en literatuur. Bent u benieuwd hoe het apotheek.nl-team dit doet? Bekijk dan de video. Hoewel bij het opstellen van de tekst uiterste zorgvuldigheid is betracht, is de KNMP niet aansprakelijk voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige onjuistheid in deze tekst. De officiële bijsluiter van dit medicijn vindt u bij het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen op: www.cbg-meb.nl.

                                      Vond u deze informatie nuttig?

                                      Vind een apotheek

                                      Wilt u meer weten, of heeft u een vraag over uw eigen situatie? Dan raden wij u aan naar uw eigen apotheek te gaan. Uw eigen apotheker is op de hoogte van uw persoonlijke omstandigheden en kan u uitgebreid begeleiden bij uw medicijngebruik. Bent u niet in de buurt van uw eigen apotheek, dan kunt u hier ook andere apotheken vinden.
                                      Vind een apotheek blob

                                      Vraag het de webapotheker

                                      Vraag het de webapotheker

                                      Vraag het de webapotheker

                                      Het beste advies krijgt u bij uw eigen apotheek. Daar ontvangt u de zorg en begeleiding die is afgestemd op uw persoonlijke situatie. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan kunt u een vraag stellen aan de webapotheker. Een team van apothekers beantwoordt uw vraag in principe binnen enkele werkdagen.

                                      Meldpunt medicijnen

                                      Werkt uw medicijn heel goed of juist niet? Wordt uw medicijn niet vergoed? Of heeft u last van een bijwerking? Meld uw ervaring
                                      Informatie wordt bijgewerkt: