MedicijnenRabipur

Rabipur | rabiësvaccin

Werkzame stof: rabiësvaccin


Onderstaande tekst gaat over de werkzame stof rabiësvaccin.

MedicijnenRabipur

Rabipur

Werkzame stof: rabiësvaccin


Onderstaande tekst gaat over de werkzame stof rabiësvaccin.

Belangrijkste zakenWaarbij gebruik ik het?Mogelijke bijwerkingenHoe gebruik ik dit?Een keer vergeten, wat nu?Mag ik autorijden, alcohol drinken, alles eten?Gebruik met andere medicijnenGebruik bij zwangerschap of borstvoedingMag ik zomaar stoppen?Onder welke namen verkrijgbaar?Heb ik een recept nodig?
    • Rabiësvaccin beschermt tegen infecties met het rabiësvirus.
    • Om rabiës (hondsdolheid) te voorkomen, bijvoorbeeld als u gebeten of gekrabd door een mogelijk besmet dier.
    • Is het meer dan 5 jaar geleden dat u ingeënt bent met rabiësvaccin? Dan kunt u een nieuwe vaccinatie nodig hebben. Bijvoorbeeld als u door uw beroep veel werkt met dieren die besmet kunnen zijn.
    • Een herhalingsinjectie beschermt 5 jaar lang.
    • Bent u gebeten of gekrabd door een mogelijk besmet dier? Dan heeft u 2 tot 6 injecties nodig. Dit hangt af van uw situatie. Overleg met uw arts.
    • Werkt uw afweersysteem niet goed of bent u niet eerder ingeënt tegen rabiës? Dan heeft u een injectie met antistoffen nodig.
    • U kunt last krijgen van hoofdpijn en spierpijn. Ook kan de plaats van de injectie wat rood, pijnlijk of gezwollen worden. Dit verdwijnt vanzelf.
    • Het rabiësvaccin bevat onschadelijk gemaakte gifstoffen van rabiësvirussen. Het beschermt tegen infecties met het rabiësvirus.

      Het wordt gegeven als vaccinatie aan mensen die meer kans hebben op een rabiës-infectie.

      • Rabiës
        Rabiës (hondsdolheid) wordt veroorzaakt door het rabiësvirus. Het is een onbehandelbare ziekte die bijna altijd dodelijk afloopt. Het is daarom belangrijk om rabiës te voorkomen met een vaccinatie. 

        Oorzaak
        U kunt het rabiësvirus krijgen als een besmet dier u een bijt, krabt of likt op een beschadigde huid. Het virus verspreid zich via het speeksel van besmette zoogdieren (vooral honden, katten en vleermuizen).

        Rabiës voorkomen 
        U kunt een inenting krijgen om deze ziekte te voorkomen. Na injectie maakt het lichaam afweerstoffen tegen het rabiësvirus. Als u dan in aanraking komt met dit virus kan uw lichaam dit sneller onschadelijk maken.

        • Sommige mensen lopen extra kans op een infectie met rabiës. Zij kunnen na 5 jaar een nieuwe vaccinatie (herhaling vaccinatie) nodig hebben. 
          Dit is bijvoorbeeld het geval bij:

          • mensen in sommige beroepen die veel met mogelijk besmette dieren werken, zoals vleermuisonderzoekers;
          • reizigers naar landen met slechte medische voorzieningen. Als u in zo’n land een verwonding oploopt is het vaak niet mogelijk om u veilig tegen rabiës te laten vaccineren.
        • Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven. Deze ontstaan vooral doordat uw afweersysteem denkt dat er sprake is van een echte infectie. De bijwerkingen zijn dus een signaal dat het vaccin aanslaat.

          De meest voorkomende bijwerkingen zijn de volgende.

          Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

          • Hoofdpijn en ziek of niet lekker voelen. Bij kleine kinderen slaperigheid, prikkelbaarheid en ontroostbaar huilen.

          • Reacties op plaat van de injectie, zoals pijn, roodheid, verharding, zwelling en blauwe plek. Zelden jeuk.

          • Spierpijn

          • Misselijk gevoel. Zelden andere maagdarmklachten, zoals buikpijn, overgeven en diarree.

          • Opgezwollen lymfeklieren. U kunt deze klieren voelen in uw hals, oksels of liezen.

          Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

          • Duizelig gevoel

            Het beste kunt u even gaan liggen en uw benen wat hoger leggen, bijvoorbeeld op een kussen. Sta ook langzaam op uit bed of van een stoel.

          • Griepachtige verschijnselen, zoals hoofdpijn, koorts, rillen, gewrichtspijn of moe en zwak gevoel.

            Deze verschijnselen houden meestal niet langer dan 1 tot 2 dagen aan. Een enkele keer duren ze tot 2 weken.

          • Overgevoeligheid voor dit vaccin. U kunt dit merken aan huiduitslag, galbulten of jeuk. U kunt hier vooral last van krijgen bij een herhalingsinjectie. In zeldzame gevallen ontstaat er koorts, benauwdheid, opgezwollen lippen, tong of gezicht, flauwvallen of een ernstige huidafwijking. Waarschuw dan meteen uw arts.

            In beide gevallen mag u dit medicijn in de toekomst niet meer gebruiken. Geef daarom aan de apotheek door dat u overgevoelig bent voor dit vaccin. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit vaccin niet opnieuw krijgt.

          Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

          • Hartkloppingen

          • Wazig zien

          • Spierzwakte en spierverlamming

          • Opeens niet of minder goed horen


          Neem contact op met uw apotheker of arts als u te veel last heeft van deze of andere bijwerkingen waar u zich zorgen over maakt.


          Heeft u last van een bijwerking? Meld dit dan bij het bijwerkingencentrum lareb. Hier worden alle meldingen over bijwerkingen van medicijnen in Nederland verzameld. Ik wil een bijwerking melden

          • Regelmatig: bij meer dan 30 op de 100 mensen
            Soms: bij 10 tot 30 op de 100 mensen
            Zelden: bij 1 tot 10 op de 100 mensen
            Zeer zelden: bij minder dan 1 op de 100 mensen
            • Hoe?
              Uw arts of verpleegkundige geeft de injectie in de spier van de bovenarm of in de huid.

              Wanneer?

              Om rabiësbesmetting te voorkomen

              • Bent u al eerder ingeënt tegen rabiës? Dan is 1 nieuwe inenting voldoende om minstens 5 jaar beschermd te zijn.
              • Bent u nog niet eerder ingeënt tegen rabiës? Dan heeft u 2 inentingen nodig. De tweede inenting krijgt u 7 dagen na de eerste inenting.
              • Werkt uw afweersysteem niet goed? Dan zijn vaak 3 inentingen met het rabiësvaccin nodig. De derde inenting krijgt u in de vierde week na de eerste inenting.

              Na een beet, krab of lik van een mogelijk besmet zoogdier

              Injectie in de spier

              • Als u tegen rabiës bent ingeënt, zijn 2 inentingen nodig. De tweede inenting krijgt u 3 dagen na de eerste inenting.
              • Als u nog niet eerder ingeënt bent tegen rabiës, heeft u 4 inentingen nodig. U krijgt de eerste 3 inentingen verdeeld in de eerste week. De laatste inenting krijgt u in de derde of vierde week na uw eerste inenting.
              • Werkt uw afweersysteem niet goed? Dan zijn 5 inentingen met het rabiësvaccin nodig. U krijgt de 5 inentingen verdeeld over een maand.
              • Ook kan een eenmalige injectie met antistoffen tegen rabiës nodig zijn. Deze injectie heeft u nodig als uw afweersysteem niet goed werkt en als u niet eerder of niet volledig bent ingeënt tegen rabiës. Dit moet zo snel mogelijk na de verwonding. Het heeft alleen zin als u de injectie met antistoffen binnen 7 dagen na de verwonding krijgt. Deze antistoffen beschermen u direct doordat ze het gif van het rabiësvirus onschadelijk te maken.

              Injectie in de huid

              • Als u tegen rabiës bent ingeënt, zijn 2 inentingen nodig. De tweede inenting krijgt u 3 dagen na de eerste inenting.
              • Als u nog niet eerder ingeënt bent tegen rabiës, heeft u 6 inentingen nodig verdeeld over een week. U krijgt 2 inentingen per keer. 

              Heeft u hoge koorts op het moment van injectie, bijvoorbeeld door een infectie? Stel de vaccinatie dan indien mogelijk uit tot u weer beter bent. De koorts kan namelijk verergeren.

              Hoelang?
              De bescherming tegen rabiës duurt minstens 5 jaar. Als u elke 5 jaar opnieuw 1 inenting krijgt, blijft u steeds beschermd tegen rabiës.

              • Als u de afspraak voor het vaccin vergeten bent, moet u zo snel mogelijk een nieuwe afspraak maken.

                • Ja, dat kan. U mag autorijden, en u mag eten en drinken zoals u normaal doet.

                  • Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje 'samenstelling'.

                    Het vaccin werkt minder goed door de onderstaande medicijnen. Hierdoor bent u mogelijk onvoldoende beschermt. Overleg hierover met uw arts. Uw arts zal u extra controleren. Als het nodig is, krijgt u een tweede vaccinatie.

                    • Medicijnen tegen kanker die het afweer onderdrukken, zoals dasatinib, imatinib en methotrexaat.
                    • Bijnierschorshormonen (corticosteroïden), zoals dexamethason, betamethason, hydrocortison en prednisolon.
                    • Medicijnen die het afweer onderdrukken, zoals azathioprine, ciclosporine en tacrolimus. Deze medicijnen worden bijvoorbeeld gebruikt bij reumatoïde artritis en na een orgaantransplantaties.

                    Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

                    • U kunt dit medicijn veilig gebruiken tijdens de zwangerschap of als u borstvoeding geeft. Het wordt al jarenlang gebruikt door zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven, zonder problemen voor de baby.

                      Gebruikt u medicijnen op recept of die u zonder recept koopt? Wilt u helpen om de kennis over medicijngebruik tijdens zwangerschap en borstvoeding te vergroten? Meld dan uw ervaring bij Moeders van Morgen.

                      • Als u niet alle inentingen krijgt, bent u onvoldoende beschermd tegen rabiës. Stop dus niet tussentijds, maar zorg dat u alle inentingen ontvangt.

                        • De werkzame stof rabiësvaccin zit in de volgende producten:
                          • Het rabiësvaccin is sinds 1885 internationaal op de markt. Het vaccin is op recept verkrijgbaar onder de merknamen Rabipur, Verorab en Rabiësvaccin Mérieux.

                            Laatst bijgewerkt op 09-01-2024

                            Disclaimer

                            Deze tekst is opgesteld door het Geneesmiddel Informatie Centrum van de KNMP. Deze tekst is gebaseerd op de bijsluiter van het beschreven medicijn en op andere, wetenschappelijke bronnen. Zoals medische richtlijnen, standaarden en literatuur. Bent u benieuwd hoe het apotheek.nl-team dit doet? Bekijk dan de video. Hoewel bij het opstellen van de tekst uiterste zorgvuldigheid is betracht, is de KNMP niet aansprakelijk voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige onjuistheid in deze tekst. De officiële bijsluiter van dit medicijn vindt u bij het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen op: www.cbg-meb.nl.

                            Vond u deze informatie nuttig?

                            Vind een apotheek

                            Wilt u meer weten, of heeft u een vraag over uw eigen situatie? Dan raden wij u aan naar uw eigen apotheek te gaan. Uw eigen apotheker is op de hoogte van uw persoonlijke omstandigheden en kan u uitgebreid begeleiden bij uw medicijngebruik. Bent u niet in de buurt van uw eigen apotheek, dan kunt u hier ook andere apotheken vinden.
                            Vind een apotheek blob

                            Vraag het de webapotheker

                            Vraag het de webapotheker

                            Vraag het de webapotheker

                            Het beste advies krijgt u bij uw eigen apotheek. Daar ontvangt u de zorg en begeleiding die is afgestemd op uw persoonlijke situatie. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan kunt u een vraag stellen aan de webapotheker. Een team van apothekers beantwoordt uw vraag in principe binnen enkele werkdagen.

                            Meldpunt medicijnen

                            Werkt uw medicijn heel goed of juist niet? Wordt uw medicijn niet vergoed? Of heeft u last van een bijwerking? Meld uw ervaring

                            Geen ervaringen gevonden

                            Informatie wordt bijgewerkt: