Medicijnenvalproïnezuur bij kinderen

valproïnezuur bij kinderen

Medicijnenvalproïnezuur bij kinderen

valproïnezuur bij kinderen

Waar is dit medicijn voor?Ervaring bij kinderenHoe werkt dit medicijn en welk effect heeft het?Hoe lang duurt het voordat dit medicijn werkt?Hoe moet uw kind dit medicijn gebruiken?BijwerkingenHoe is dit medicijn verkrijgbaar?Meer informatie
  • Valproïnezuur heeft invloed op het overdragen van informatie via zenuwen in de hersenen. Het wordt gebruikt bij verschillende ziektes.

    Artsen schrijven valproïnezuur voor bij kinderen met:

    • epilepsie;
    • manie;
    • migraine
    • Er zijn verschillende vormen van epilepsie. Bij veel vormen zijn er epileptische aanvallen, waarbij het kind het bewustzijn verliest en de spieren hevig verkrampen. De spierschokken kunnen meer of minder hevig zijn. Soms zijn er geen spierschokken en is het kind alleen een paar seconden afwezig (absences).

      Er zijn ook lichtere aanvallen zonder bewusteloosheid. Daarbij voelt het kind alleen tintelingen in een arm. Of hoort of ziet het dingen die er niet zijn. Of maakt het lichte bewegingen (friemelen, smakken).

      Oorzaak
      Bij een aanval van epilepsie gaat de informatieoverdracht tussen zenuwcellen in de hersenen niet goed. Prikkels in de hersenen kunnen hierdoor epileptische aanvallen veroorzaken.

      Epilepsie kan allerlei oorzaken hebben, bijvoorbeeld: zuurstofgebrek tijdens de geboorte, een hersenvliesontsteking, een ongeval, een beroerte of (zelden) een hersentumor. Bij een bepaalde vorm van epilepsie kunnen lichtflitsen (TV, computergames, discolicht) een aanval uitlokken. Maar meestal is de oorzaak onbekend en is er sprake van aanleg. De ziekte kan op elke leeftijd ontstaan maar begint meestal op de kinderleeftijd.

      Behandeling
      Er zijn verschillende medicijnen tegen epilepsie. Bij de keuze van een medicijn voor de behandeling van epilepsie volgt de arts een schema. Daarbij worden medicijnen in een vaste volgorde uitgeprobeerd. Valproïnezuur wordt bij bepaalde vormen van epilepsie bij kinderen gebruikt.

      • Een manie is een periode van overdreven opgewektheid, met veel  niet realistische plannen en acties. Tijdens een manie kan de slaap van het kind verstoord zijn en kan het kind agressief worden. Het kind kan soms ook last hebben van wanen en hallucinaties. Vaak worden schoolprestaties slechter.

        Meestal treedt een manie op bij een kind dat lijdt aan manische depressiviteit (bipolaire stoornis). Bij deze ziekte wisselen ernstig depressieve periodes zich af met manische periodes. Soms komen ze min of meer tegelijk voor en heeft het kind tijdens de manische periode ook depressieve gevoelens.

        Artsen schrijven valproïnezuur voor bij een manie die plotseling opkomt. En om een manie of depressie te voorkomen bij een bipolaire stoornis.

      • In de bijsluiter kunt u terugvinden dat valproinezuur wordt gebruikt bij:

        • kinderen met epilepsie.

        Valproïnezuur is bij deze ziekte officieel geregistreerd. Registratie betekent dat de fabrikant valproïnezuur bij kinderen uitgebreid heeft onderzocht. Uit het onderzoek van de fabrikant blijkt dat het bij kinderen werkt en veilig is. De overheid heeft vervolgens goedgekeurd dat het medicijn verkrijgbaar is. En dat kinderen het mogen gebruiken.

        Artsen schrijven valproïnezuur soms ook voor bij:

        • kinderen vanaf 12 jaar met manie. Dit is wanneer uw kind te veel energie heeft. En het daardoor bijvoorbeeld niet genoeg slaapt. Dit hoort bij de ziekte bipolaire stoornis.
        • kinderen met 5 jaar met migraine.

        Deze ziekte staat niet voor kinderen in de bijsluiter. Maar ook in dit geval werkt valproïnezuur. Daarom schrijft de kinderpsychiater valproïnezuur soms ook voor bij kinderen met deze ziekte. Dit heet off-label-gebruik.

        • Valproïnezuur heeft invloed op het overdragen van informatie via zenuwen in de hersenen. Het maakt de zenuwen minder prikkelbaar, zodat ze niet te snel reageren.

          • Epilepsie: valproïnezuur helpt aanvallen van epilepsie te voorkomen. Deze aanvallen treden minder vaak op en zijn minder heftig of verdwijnen. Het werkt niet bij iedereen.
          • Manie: valproïnezuur stopt een manische periode. En helpt manische en depressieve periodes te voorkómen bij bipolaire stoornis.
          • Migraine: valproïnezuur maakt de hersenen mogelijk minder gevoelig voor migraine. Het werkt niet bij alle kinderen.
            • Epilepsie: na een aantal weken zal de arts met u en uw kind bekijken of valproïnezuur voldoende werkt.
            • Manie: binnen een paar dagen tot weken zullen de verschijnselen van een manische of depressieve periode minder worden.

            • Kijk voor de juiste dosering op het etiket van de apotheek.

              Hoe?

              Hieronder leest u hoe uw kind het medicijn het beste kan gebruiken.

              • Capsules: laat uw kind de capsule zonder kauwen innemen met een half glas kraanwater.
                • In plaats van met water kan uw kind sommige capsules ook innemen met ander drinken. Zoals melk, limonade of vruchtensap. Of met zacht eten. Zoals een lepel appelmoes, jam of vruchtenyoghurt. Vraag na bij de apotheker wat de mogelijkheden zijn.
                • Heeft uw kind moeite met het heel doorslikken van een capsule? Bekijk dan het instructiefilmpje 'Slikken van medicijnen'. Hierin kunt u zien hoe uw kind de capsule het beste kan innemen.
                • U mag de capsules openmaken en de korrels aan uw kind geven op een lepel met vla of yoghurt, ook zonder kauwen.
                • Blijft uw kind problemen houden met het innemen van het medicijn? Vraag dan aan de arts of apotheker of er een andere toedieningsvorm is die uw kind gemakkelijker kan innemen.
              • Tabletten: laat uw kind de tablet zonder kauwen innemen met een glas kraanwater. Laat het de tablet niet kapot kauwen.
                • In plaats van met water kan uw kind sommige tabletten ook innemen met ander drinken. Zoals melk, limonade of vruchtensap. Of met zacht eten. Zoals een lepel appelmoes, jam of vruchtenyoghurt. Vraag na bij de apotheker wat de mogelijkheden zijn.
                • Heeft uw kind moeite met het heel doorslikken van een tablet? Bekijk dan het instructiefilmpje 'Slikken van medicijnen'. Hierin kunt u zien hoe uw kind de tablet het beste kan innemen.
                • De tabletten met gereguleerde afgifte ('Chrono') mag u op de breukstreep breken. Uw kind moet de tabletdelen dan wel heel doorslikken. Als uw kind de tablet fijn kauwt of stuk maakt, komt onbedoeld de gehele dosis in één keer vrij uit de tablet. De resten van de tablet komen in de ontlasting. Dit is onschuldig; het medicijn is dan al opgenomen in het lichaam.
                • Blijft uw kind problemen houden met het innemen van het medicijn? Vraag dan aan de arts of apotheker of er een andere toedieningsvorm is die uw kind gemakkelijker kan innemen.
              • Drank: meet de juiste hoeveelheid af in een maatbekertje, maatlepel of doseerspuitje. Laat uw kind dit doorslikken. Laat het nog een beetje kraanwater of limonade nadrinken.
              • Korrels (granulaat): strooi de korrels op een lepel zacht voedsel (yoghurt, appelmoes) of drank (vruchtensap). Zorg ervoor dat het voedsel of de drank niet warm zijn, want dat maakt het medicijn onwerkzaam. Laat uw kind de korrels zonder kauwen innemen. Geef erna een beetje kraanwater.
              • Zetpillen: breng de zetpil in het poepgat (anus) in. Het maakt daarbij niet uit of u de zetpil met de punt naar voren of met de stompe kant naar voren inbrengt. U kunt de zetpil met een beetje water bevochtigen. Hierdoor kunt u hem wat makkelijker inbrengen.
                Bij kleine kinderen: laat uw kind met opgetrokken knieën op bed liggen. Houd na het inbrengen de billetjes van uw kind even tegen elkaar. De natuurlijke reflex om de zetpil uit te poepen verdwijnt zodra de zetpil is gesmolten (na ongeveer één minuut). Zie ook het instructiefilmpje 'Toedienen van zetpil of klysma'.
              • Injectie: een arts of verpleegkundige geeft de injectie.

              Wanneer?

              Laat uw kind dit medicijn innemen tijdens de maaltijd of met wat voedsel. Dit voorkomt eventuele misselijkheid. Dit geldt voor alle toedieningsvormen, behalve voor de zetpillen en injecties.

              Hoelang?

              Epilepsie
              Uw kind moet dit medicijn waarschijnlijk voor lange tijd gebruiken. Na een paar weken zal de arts met u en uw kind bekijken of het voldoende werkt. Het kan zijn dat de arts de dosering in de tussentijd aanpast. Verander in elk geval nooit zelf de dosering!

              Manie
              Uw kind kan valproïnezuur gebruiken zolang als nodig is. Werkt het na een paar dagen onvoldoende? Overleg dan met de arts. De arts kan misschien de dosering aanpassen of een ander medicijn voorschrijven.

              • Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven. De meeste bijwerkingen die bekend zijn, zijn gemeld bij volwassenen. Over bijwerkingen bij kinderen is minder bekend dan bij volwassenen. Waarschijnlijk kunnen de bijwerkingen die bij volwassenen gemeld zijn, ook voorkomen bij kinderen. Zie voor deze bijwerkingen en hoe vaak deze voorkomen de informatie over valproïnezuur bij volwassenen.Bijwerkingen waarvan bekend is dat ze kunnen voorkomen, zijn:

                • Haaruitval meestal tijdelijk. Heel soms wordt het haar lichter van kleur.

                  Het is niet bekend hoe vaak dit voorkomt.

                • Gewichtstoename of gewichtsafname

                  Vraag advies aan de arts of diëtist als uw kind te veel aankomt of te veel afvalt. Het is niet bekend hoe vaak dit gebeurt.

                • Verminderde aanmaak van bloedplaatjes

                  Hierdoor heeft uw kind een verhoogde kans op bloedingen. Waarschuw de arts bij onverklaarbare blauwe plekken of bloedneuzen. Het is niet bekend hoe vaak dit gebeurt.

                • Ernstige leverbeschadiging. De verschijnselen hiervan zijn verlies van eetlust, lusteloosheid, sloomheid, slap gevoel, soms buikpijn, braken, opgezwollen enkels en voeten, en slaperigheid.

                  Waarschuw dan direct een arts. Het is niet bekend hoe vaak dit voorkomt.
                  Deze bijwerking ontstaat vooral in de eerste 6 maanden van gebruik, bij kinderen jonger dan 3 jaar, bij combinatie met andere epilepsiemedicijnen en bij kinderen met een geestelijke handicap. Ook kinderen met bepaalde stofwisselingsziekten hebben hier meer kans op. Kinderen met een verminderde leverwerking mogen dit medicijn niet gebruiken. Ook kinderen die eerder leverafwijkingen door valproïnezuur hebben gekregen, mogen dit medicijn niet gebruiken.

                • Psychische klachten zoals agressie en irritatie. Of moeite om lang de aandacht ergens op te richten en onrust. Of problemen met leren en begrijpen.

                  Zeer zelden zelfmoordgedachten. Overleg met uw arts als uw kind psychische klachten krijgt. Het is niet bekend hoe vaak dit voorkomt.

                • Bedplassen

                  Deze bijwerking komt zeer zelden voor.


                Heeft uw kind last van een bijwerking? Meld dit dan bij het bijwerkingencentrum lareb. Hier worden alle meldingen over bijwerkingen van medicijnen in Nederland verzameld. Ik wil een bijwerking melden

                • Regelmatig: bij meer dan 30 op de 100 mensen
                  Soms: bij 10 tot 30 op de 100 mensen
                  Zelden: bij 1 tot 10 op de 100 mensen
                  Zeer zelden: bij minder dan 1 op de 100 mensen
                  • Valproïnezuur is voor kinderen te krijgen in:

                    • tabletten;
                    • capsules;
                    • korrels (granulaat);
                    • drank;
                    • zetpillen;
                    • injecties.
                    • Meer informatie over dit medicijn vindt u bij valproïnezuur bij kinderen bij volwassenen. In deze tekst vindt u onder andere informatie over:

                      • wat u moet doen als een dosis is vergeten;
                      • of het mogelijk is om zomaar met dit medicijn te stoppen;
                      • of het medicijn samen mag met andere medicijnen.

                      Voor deze onderwerpen is de informatie voor kinderen en volwassenen hetzelfde, of is er geen specifieke informatie voor kinderen bekend.

                      Laatst bijgewerkt op 13-03-2020

                      Disclaimer

                      Deze tekst is geschreven door het Geneesmiddel Informatie Centrum van de KNMP. Voor het opstellen van deze teksten is gebruik gemaakt van het Kinderformularium van het NKFK en andere wetenschappelijke bronnen. Hoewel bij het opstellen van de tekst uiterste zorgvuldigheid is betracht, is de KNMP niet aansprakelijk voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige onjuistheid in deze tekst.

                      Vond u deze informatie nuttig?

                      Vind een apotheek

                      Wilt u meer weten, of heeft u een vraag over uw eigen situatie? Dan raden wij u aan naar uw eigen apotheek te gaan. Uw eigen apotheker is op de hoogte van uw persoonlijke omstandigheden en kan u uitgebreid begeleiden bij uw medicijngebruik. Bent u niet in de buurt van uw eigen apotheek, dan kunt u hier ook andere apotheken vinden.
                      Vind een apotheek blob

                      Vraag het de webapotheker

                      Vraag het de webapotheker

                      Vraag het de webapotheker

                      Het beste advies krijgt u bij uw eigen apotheek. Daar ontvangt u de zorg en begeleiding die is afgestemd op uw persoonlijke situatie. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan kunt u een vraag stellen aan de webapotheker. Een team van apothekers beantwoordt uw vraag in principe binnen enkele werkdagen.
                      Informatie wordt bijgewerkt: