Een ander merk medicijn: werkt net zo goed
Soms krijgt u bij de apotheek een ander merk van uw medicijn mee. De reden hiervoor kan zijn:
- Uw zorgverzekeraar vergoedt alleen bepaalde merken.
- Het patent op uw merkmedicijn is niet meer geldig.
- Uw merkmedicijn is tijdelijk niet leverbaar.
- Uw merkmedicijn is uit de handel.
Maar wees gerust: een ander merk medicijn werkt net zo goed als uw vertrouwde medicijn.
Patent verlopen
Bij een nieuw medicijn krijgt de fabrikant 10 jaar de tijd om de kosten terug te verdienen. De fabrikant mag als enige dit nieuwe medicijn maken en verkopen. Dit heet ook wel ‘patent’. Het medicijn is dan alleen verkrijgbaar onder de merknaam. Dit noemen we ook wel origineel of spécialité.
Na 10 jaar verloopt het patent. Daarna mogen andere fabrikanten het medicijn ook maken. Zij maken het medicijn dan onder de naam van het medicijn zelf: een merkloos of generiek medicijn. Andere fabrikanten kunnen het merkloze medicijn goedkoper aanbieden. Dit komt omdat ze minder geld uit hoeven te geven aan onderzoek en ontwikkeling.
Omdat merkloze medicijnen goedkoper zijn, maakt dit de zorg goedkoper en beter betaalbaar. De overheid controleert of het merkloze medicijn net zo goed werkt als het origineel. Pas dan mogen patiënten het gebruiken.
Preferentiebeleid
Meestal bepaalt uw zorgverzekeraar welk merk medicijn uw apotheek aan u moet afleveren. Dit noemen we het 'preferentiebeleid'. Het merk medicijn dat de voorkeur heeft van uw zorgverzekeraar noemen we het ‘preferente’ medicijn. Meestal is het preferente medicijn van uw zorgverzekeraar merkloos en dit moet uw apotheek dan verplicht afleveren. Zelfs als de arts de merknaam van het medicijn op het recept zet. Uw apotheker beoordeelt altijd of het merkloze medicijn geschikt is voor u.
De zorgverzekeraar vergoedt alleen het preferente medicijn. Een merkloos medicijn van een andere fabrikant vergoedt uw zorgverzekeraar niet of niet helemaal. Welk medicijn preferent is, kan voor iedere zorgverzekeraar anders zijn. Soms kiest de zorgverzekeraar na enkele maanden of een jaar weer voor een ander preferent medicijn.
Soms mag uw apotheek bepalen welk merk medicijn u krijgt. Bijvoorbeeld als uw zorgverzekeraar geen preferent medicijn aanwijst.
Medicijntekorten
Soms is een medicijn niet te krijgen in de apotheek. Dit kan kort of lang duren. En soms gaat uw medicijn helemaal uit de handel.
Als uw medicijn niet te krijgen is, zoekt uw apotheker altijd naar een alternatief. Het liefst kiest de apotheker een ander merk medicijn met dezelfde werkzame stof. Als u een ander merk medicijn krijgt, zal uw apotheker hierover uitleg geven.
Lees meer over medicijntekorten.
Een merkloos medicijn krijgt meestal de naam van de werkzame stof. Met daarbij de naam van de fabrikant. Een voorbeeld: omeprazol is een maagzuurremmer. De werkzame stof is omeprazol. Het merk medicijn heet Losec. De merkloze variant van fabrikant X heet Omeprazol fabrikant X. En de merkloze variant van fabrikant Y heet Omeprazol fabrikant Y.
Werkzame stof en hulpstoffen
Een merkloos medicijn heeft altijd dezelfde werkzame stof als het originele merk medicijn. Een merkloos medicijn werkt dus net zo goed als het originele merk medicijn. Er kunnen wel andere hulpstoffen in zitten. Dan zit er bijvoorbeeld tarwezetmeel in plaats van maiszetmeel in. Dit heeft meestal geen invloed op de werking van het medicijn. Heel soms kunt u allergisch of overgevoelig zijn voor een hulpstof. Dan kan het nodig zijn om een ander merk te gebruiken zonder deze hulpstof. Als dit zo is, kunt u dit overleggen met uw apotheker.
Een ander merk medicijn ziet er anders uit
Een ander merk medicijn werkt dus net zo goed, maar het kan er wel anders uit zien. Fabrikanten mogen zelf bepalen hoe een medicijn eruit ziet. De kleur, vorm, smaak en verpakking van het ene merk medicijn kunnen dus anders zijn dan bij het andere merk medicijn.
Meestal kunt u zonder problemen wisselen naar een ander merk medicijn. Uw apotheker en uw arts controleren altijd eerst of een ander merk medicijn veilig is voor u. Het is namelijk belangrijk dat u niet zomaar wisselt van medicijn. Daarom zijn er tussen apothekers, artsen en zorgverzekeraars afspraken gemaakt. Bij sommige medicijnen en in sommige gevallen kan wisselen naar een ander merk medicijn wel meer problemen geven. Er gelden 3 afspraken over het wisselen van medicijnen tussen apothekers, artsen en zorgverzekeraars.
Afspraak 1: Niet wisselen bij sommige medicijnen
Bij sommige medicijnen kan het heel gevaarlijk zijn als u ze verkeerd of niet inneemt. Als u te veel van het medicijn inneemt, is het medicijn snel giftig. Als u te weinig van het medicijn inneemt, werkt het medicijn juist niet. Het gaat om deze medicijnen:
Bij deze medicijnen mag u alleen wisselen naar een ander merk medicijn, als uw eigen merk even niet te krijgen is. Of als uw eigen merk helemaal uit de handel gaat. U krijgt daarbij begeleiding van de apotheker en de arts.
Afspraak 2: Niet wisselen bij sommige aandoeningen
Er zijn ook aandoeningen waarbij u erge klachten kunt krijgen als u uw medicijn verkeerd of niet inneemt. Bijvoorbeeld bij mensen met een psychose (antipsychoticagebruik) die na het wisselen naar een ander merk medicijn hun medicijn helemaal niet meer innemen. Omdat ze geen vertrouwen meer hebben in het medicijn. Een ander voorbeeld is dat het wisselen naar een ander merk medicijn bij mensen met epilepsie kan leiden tot een epileptische aanval. Met als gevolg dat ze een aantal jaren hun rijbewijs kwijt zijn, net als het vertrouwen in het medicijn.
Het gaat om de volgende medicijnen en aandoeningen:
Medicijn
Aandoening
theofylline
Astma en COPD
fludrocortison
Bijnierschorsinsufficiëntie
hydrocortison
Bijnierschorsinsufficiëntie
fenytoïne
Epilepsie
clonazepam
Epilepsie
rufinamide
Epilepsie
eslicarbazepine
Epilepsie
vigabatrine
Epilepsie
lamotrigine
Epilepsie
felbamaat
Epilepsie
topiramaat
Epilepsie
gabapentine
Epilepsie
levetiracetam
Epilepsie
zonisamide
Epilepsie
pregabaline
Epilepsie
stiripentol
Epilepsie
lacosamide
Epilepsie
perampanel
Epilepsie
brivaracetam
Epilepsie
cannabidiol
Epilepsie
clobazam
Epilepsie
colchicine
Familiaire mediterrane koorts
isosorbidedinitraat
Hartfalen
isosorbidemononitraat
Hartfalen
ivabradine
Hartfalen
furosemide
Hartfalen
bumetanide
Hartfalen
metoprolol
Hartfalen
bisoprolol
Hartfalen
nebivolol
Hartfalen
carvedilol
Hartfalen
kinidine
Hartritmestoornissen
procaïnamide
Hartritmestoornissen
disopyramide
Hartritmestoornissen
mexiletine
Hartritmestoornissen
propafenon
Hartritmestoornissen
pindolol
Hartritmestoornissen
propranolol
Hartritmestoornissen
sotalol
Hartritmestoornissen
metoprolol
Hartritmestoornissen
atenolol
Hartritmestoornissen
acebutolol
Hartritmestoornissen
verapamil
Hartritmestoornissen
pyridostigmine
Myastenia gravis
distigmine
Myastenia gravis
hydroxyboterzuur
Narcolepsie
methotrexaat
Oncologie
capecitabine
Oncologie
imatinib
Oncologie
dasatinib
Oncologie
gefitinib
Oncologie
erlotinib
Oncologie
sunitinib
Oncologie
lenalidomide
Oncologie
mycofenolaat
Profylaxe van graft vs host reacties en afstotingsreacties
mycofenolzuur
Profylaxe van graft vs host reacties en afstotingsreacties
sirolimus
Profylaxe van graft vs host reacties en afstotingsreacties
lamotrigine
Psychosen en manische perioden
haloperidol
Bipolaire stoornissen
pipamperon
Bipolaire stoornissen
broomperidol
Bipolaire stoornissen
sertindol
Bipolaire stoornissen
lurasidon
Bipolaire stoornissen
flupentixol
Bipolaire stoornissen
chloorprotixeen
Bipolaire stoornissen
zuclopentixol
Bipolaire stoornissen
pimozide
Bipolaire stoornissen
clozapine
Bipolaire stoornissen
olanzapine
Bipolaire stoornissen
quetiapine
Bipolaire stoornissen
sulpiride
Bipolaire stoornissen
tiapride
Bipolaire stoornissen
amisulpride
Bipolaire stoornissen
risperidon
Bipolaire stoornissen
aripiprazol
Bipolaire stoornissen
paliperidon
Bipolaire stoornissen
cariprazine
Bipolaire stoornissen
brexpiprazol
Bipolaire stoornissen
bosentan
Pulmonaire arteriële hypertensie
ambrisentan
Pulmonaire arteriële hypertensie
macitentan
Pulmonaire arteriële hypertensie
riociguat
Pulmonaire arteriële hypertensie
sildenafil
Pulmonaire arteriële hypertensie
tadalafil
Pulmonaire arteriële hypertensie
prednisolon
Reumatoïde artritis
prednison
Reumatoïde artritis
fenprocoumon
Trombo-embolische aandoeningen
dabigatran
Trombo-embolische aandoeningen
rivaroxaban
Trombo-embolische aandoeningen
apixaban
Trombo-embolische aandoeningen
edoxaban
Trombo-embolische aandoeningen
levodopa / benserazide
Ziekte van Parkinson
levodopa / carbidopa
Ziekte van Parkinson
levodopa / carbidopa / entacapon
Ziekte van Parkinson
amantadine
Ziekte van Parkinson
ropinirol
Ziekte van Parkinson
pramipexol
Ziekte van Parkinson
apomorfine
Ziekte van Parkinson
rotigotine
Ziekte van Parkinson
selegiline
Ziekte van Parkinson
rasagiline
Ziekte van Parkinson
safinamide
Ziekte van Parkinson
tolcapon
Ziekte van Parkinson
entacapon
Ziekte van Parkinson
trihexyfenidyl
Ziekte van Parkinson
labetalol
Zwangerschapshypertensie
Bij deze aandoeningen mag u alleen wisselen naar een ander merk medicijn, als u daarbij begeleiding krijgt van de apotheker en de arts.
Afspraak 3: Niet wisselen bij sommige situaties
Of u een ander merk medicijn mag krijgen, hangt ook af van uw eigen situatie. In sommige situaties is het niet verstandig om van merk te wisselen. Het gaat om deze situaties:
De arts kan op basis van uw aandoening of uw situatie besluiten dat er sprake is van ‘medische noodzaak’. Hiermee geeft de arts aan dat wisselen vervelend is. In deze gevallen schrijft de voorschrijver ‘medische noodzaak’ op het recept.
Verder is ook beter om niet vaker dan 1 keer in de 2 jaar te wisselen van merk. Vaak wisselen kan namelijk ook voor problemen zorgen. Patiënten kunnen hun medicijnen bijvoorbeeld verkeerd gaan innemen.
Als u een ander merk medicijn krijgt, geeft de apotheek hierover uitleg in een gesprek. Ook krijg u de informatie mee op papier. De apotheker of apotheekmedewerker bespreekt met u wat u van uw medicijn kunt verwachten. Hij of zij vertelt iets over:
Heeft u toch problemen met het gebruik van uw nieuwe merk medicijn? Of heeft u nog vragen over het nieuwe merk medicijn? Overleg dan met uw apotheker.
Krijgt u last van bijwerkingen? Overleg dan met uw apotheker of arts. Samen met u zoeken zij naar een oplossing.
Over het wisselen van inhalatiemedicijnen zijn aanvullende afspraken gemaakt. Heeft u een ander inhalatie-apparaatje gekregen? Lees dan op deze pagina welke afspraken er voor u gelden.
Als u een ander merk medicijn krijgt, kunt u als patiënt ook goedkoper uit zijn. U heeft altijd een eigen risico bij uw zorgverzekeraar, in 2023 is dit 385 euro. Als de kosten van uw medicijnen onder uw eigen risico vallen, betaalt u minder als u een merkloos medicijn gebruikt.
Zelf kiezen voor een ander merk medicijn
Wilt u per se uw huidige merk medicijn blijven gebruiken? Ook al bent u niet allergisch of overgevoelig voor een hulpstof? Dat kan, maar meestal zult u het medicijn dan zelf moeten betalen. De zorgverzekeraar vergoedt een ander merk medicijn alleen als er een hele goede reden voor is.
Wilt u uw huidige merk medicijn hebben, maar hier niet zelf voor betalen? Dan kunt u proberen schriftelijk toestemming te vragen aan uw zorgverzekeraar voor de vergoeding van uw huidige merk medicijn, met de reden van uw voorkeur.
Of u kunt in de apotheek betalen voor uw huidige merk medicijn. U kunt dan met uw zorgverzekeraar overleggen of u de rekening kunt insturen naar uw zorgverzekeraar voor een vergoeding.
Lees meer over prijs en vergoeding medicijnen.
Laatst bijgewerkt op 16-09-2025