Behalve het gewenste effect kan dit middel bijwerkingen geven.
De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende.
Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)
- Hoofdpijn.
- Algemeen gevoel van zwakte
- Maagdarmklachten, zoals verstopping en zelden diarree.
Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)
- Problemen met slapen, zoals niet kunnen slapen (slapeloosheid) en slaperigheid.
Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)
- Hartritmestoornissen en duizeligheid. Dit is vooral van belang voor mensen met een hartritmestoornis, namelijk het aangeboren of verworven verlengde QTc-interval. Gebruik dit middel NIET als u deze hartritmestoornis heeft. Overleg met uw arts. Mogelijk kunt u overstappen op een ander middel.
- Bewegingsstoornissen. Deze worden ook wel extrapiramidale verschijnselen genoemd. Het zijn stoornissen in de aansturing van de spieren. De verschijnselen kunnen lijken op de verschijnselen die optreden bij de ziekte van Parkinson: stijve spieren, beven, moeite met lopen of praten, rusteloosheid en plotselinge spiertrekkingen. Als u dit merkt, waarschuw dan uw arts.
- Serotoninesyndroom, een ernstige bijwerking met verschijnselen zoals trillen, beven, bewegingsdrang, spiertrekkingen, opgewondenheid, verwardheid, angst, koorts, zweten, versnelde hartslag en een verminderd bewustzijn. Er is bij deze verschijnselen niet altijd sprake van het serotoninesyndroom. Sommige van deze bijwerkingen kunnen ook bij uw ziekte horen of vanzelf weer weg gaan. Raadpleeg bij twijfel wel uw arts, omdat het een ernstige bijwerking is. Vertel ook aan mensen uit uw naaste omgeving over deze bijwerkingen, omdat u ze door de verwardheid en het verminderde bewustzijn mogelijk niet altijd merkt. Zij kunnen dan contact opnemen met de huisarts.
- Overgevoeligheidsreacties. U kunt dan huiduitslag en galbulten krijgen. In zeldzame gevallen krijgt u koorts of wordt u ernstige benauwd. Stop dan met het gebruik en raadpleeg uw arts. U mag dit middel in de toekomst niet meer gebruiken. Geef daarom aan de apotheek door dat u overgevoelig bent voor granisetron. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit middel niet opnieuw krijgt.
- Pijn in de gewrichten, blozen of een verminderde eetlust.
- Droge mond. Hierdoor kunnen zich eerder gaatjes in uw gebit ontwikkelen. Poets en flos daarom extra goed als u merkt dat u last heeft van een droge mond. Laat eventueel de tandarts vaker uw gebit controleren als u dit middel gedurende verschillende weken gebruikt.
Zeer zelden bij pleister
- Jeuk, pijn, irritatie, roodheid en uitslag op de plaats waar de pleister is geplakt. Wissel de plaats waar u de pleister plakt af om de huid te ontzien.
- Overgevoeligheid voor voor UV-licht (zon, zonnebank, UV-lamp). Hou de plek van de pleister tijdens het dragen en tot 10 dagen na het verwijderen van de pleister uit zonlicht. Als u een ernstige reactie op de zon krijgt, neem dan contact op met uw arts.
Raadpleeg uw arts als u te veel last heeft van één van de bovengenoemde bijwerkingen of als u andere bijwerkingen ervaart waar u zich zorgen over maakt.
Heeft u last van een bijwerking? Meld dit dan bij het bijwerkingencentrum lareb. Hier worden alle meldingen over bijwerkingen van medicijnen in Nederland verzameld. Ik wil een bijwerking melden
Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen