Behalve het gewenste effect kan dit middel bijwerkingen geven.
Lang niet iedereen ervaart bijwerkingen en niet iedereen krijgt dezelfde. Dit is afhankelijk van uw eigen gevoeligheid voor iedere specifieke bijwerking.
De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende.
Regelmatig (bij meer dan 30 op de 100 mensen)
- Sufheid, slaperigheid, wazig zien en vermindering van het reactie-, concentratie- en coördinatievermogen. Voorkom ongelukken in het verkeer, maar ook bij andere activiteiten thuis en op het werk, bijvoorbeeld wanneer u een ladder beklimt, apparaten bedient en op het werk iets bewaakt of controleert. Ook als u `s nachts uit bed moet om naar het toilet te gaan, kunt u minder controle over uw spieren hebben en daardoor sneller vallen.
Deze bijwerkingen worden minder na verloop van enkele weken, maar verdwijnen over het algemeen niet. - Duizeligheid, vooral bij opstaan uit bed of uit een stoel. Dit gaat in het algemeen over als uw lichaam zich heeft ingesteld op het medicijn. Dit is meestal binnen enkele dagen tot weken.
Mensen met hartfalen kunnen hier meer last van hebben. Als u zich duizelig voelt, sta dan niet te snel op uit bed of van een stoel. U kunt dan het best even liggen en de benen wat hoger leggen, bijvoorbeeld op een kussen. Blijft u last houden, bespreek dit dan met uw arts. - Droge mond doordat u minder speeksel aanmaakt. Als u veel last heeft van een droge mond kunt u de aanmaak van speeksel stimuleren met (suikervrije) kauwgom of door te zuigen op ijsblokjes. Door de droge mond ontstaan sneller gaatjes in uw gebit en ontstekingen van het slijmvlies van de mondholte. Poets en flos extra goed als u merkt dat u last blijft houden van een droge mond. Laat eventueel de tandarts vaker controleren.
Droge ogen, doordat u minder traanvocht aanmaakt. Vooral mensen met contactlenzen hebben hier snel last van.
Als u het syndroom van Sjögren heeft, een aandoening waarbij de slijmvliezen van onder andere ogen en mond droger zijn dan normaal: u kunt meer klachten krijgen. Neem contact op met uw arts als u meer last heeft van oogirritatie of een droge mond. Mogelijk is een ander medicijn geschikter. - Verstopping (obstipatie). Eet vezelrijke voeding en drink veel.
- Afvlakking van het gevoelsleven, verlies van initiatief en activiteit, neerslachtigheid, gevoel opgesloten te zitten en een gevoel van leegte.
- Minder zin in seks en moeilijker krijgen van een erectie of een orgasme. Deze bijwerking kan ook pas optreden bij verhoging van de dosering.
Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)
- Bewegingsstoornissen, zoals rusteloosheid, plotselinge spiertrekkingen en spierstijfheid. Dit kan zich uiten in: niet stil kunnen zitten, wiebelen met voet of hand, onrustgevoelens ('akathisie'), spiertrekkingen in hoofd of gezicht ('acute dystonie'), stijve spieren waardoor u moeite heeft met bewegen, lopen of spreken (“parkinsonisme”). Sommige bewegingsstoornissen beginnen binnen enkele dagen na de eerste dosis of na een dosisverhoging. Het kan ook na langdurig gebruik ontstaan, of pas na stoppen. Soms verdwijnt het binnen een paar dagen. Door deze bijwerkingen kunt u ook spier- of gewrichtspijn krijgen.
Overleg met uw arts als u bewegingsstoornissen merkt. Soms kan uw arts u een ander medicijn voorschrijven waar u minder last van krijgt. Ook zijn medicijnen mogelijk die de bewegingsstoornissen tegengaan.
Raadpleeg uw arts als u lijdt aan de ziekte van Parkinson of als u al een bewegingsstoornis heeft. De verschijnselen kunnen door dit medicijn verergeren. - Late bewegingsstoornissen ('tardieve dyskinesie'). Als deze bijwerkingen ontstaan is dat meestal na langdurig gebruik (meerdere maanden). U merkt ze in eerste instantie aan zuig-, kauw- en smakbewegingen, bewegingen van de tong en grimassen en tics van het gezicht. Neem bij deze eerste verschijnselen contact op met uw arts voor overleg. Latere verschijnselen die op kunnen treden zijn: buig- en strekbewegingen van vingers en tenen, dansachtige bewegingen van armen en benen en zwaai- of draaibewegingen van schouders en bekken. Deze bijwerkingen kunnen soms pas aan het licht komen als u met chloorpromazine bent gestopt.
Na stoppen met het medicijn nemen de verschijnselen na verloop van tijd af, maar bij een deel van de mensen gaat deze bijwerking niet meer helemaal over. - Opwinding en angstig gevoel. Vooral jonge kinderen en ouderen hebben hier eerder last van.
- Gewichtstoename door en toename van de eetlust en een veranderde stofwisseling. Raadpleeg uw arts of een diëtist als u hier veel last van heeft.
- Plasproblemen, door minder controle over de spieren van de blaas. Daardoor kunt u last krijgen van ongewild urineverlies, maar ook moeite met plassen of om de blaas helemaal leeg te maken. Dit is vooral van belang als u al moeite met plassen heeft door een vergrote prostaat. Door achterblijven van urine in de blaas heeft u ook meer kans op blaasontsteking. Neem contact op met uw arts als u problemen krijgt met plassen. Mogelijk is een ander medicijn geschikter voor u.
Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)
- Onregelmatige menstruatie of wegblijven van de menstruatie.
- Pijnlijke borsten of melkafscheiding uit de borsten bij vrouwen. Borstgroei bij mannen na langdurig gebruik van dit medicijn. Neem contact op met uw arts als u hier last van heeft.
- Huiduitslag en jeuk. Dit kan komen door overgevoeligheid voor chloorpromazine, maar dat hoeft niet.
- Hartkloppingen of onregelmatige hartslag. U merkt dit soms alleen aan plotselinge duizelingen of als u even wegraakt. Zeer zelden kans op ernstige hartritmestoornissen. Dit is vooral van belang voor mensen met hartfalen, u kunt meer last krijgen van uw aandoening. Het is ook van belang voor mensen met de aangeboren hartritmestoornis 'verlengde QT-interval'. Gebruik dit medicijn NIET als u deze hartritmestoornis heeft.
Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)
- Te veel glucose (suiker) in het bloed. Raadpleeg uw arts als u ongewoon veel dorst heeft en veel moet plassen. Als u diabetes heeft, is het belangrijk vaker uw bloedglucose te controleren, omdat dit medicijn de hoeveelheid glucose in het bloed kan verhogen.
- Maligne neuroleptica-syndroom. Dit is te merken aan onverklaarbare koorts, zeer stijve spieren, sufheid, hartkloppingen en ernstig zweten. Neem bij deze verschijnselen onmiddellijk contact op met uw arts. Als het optreedt, is dat meestal tijdens de eerste twee weken van het gebruik of binnen twee weken na een verhoging van de dosering.
- Overgevoeligheid. U merkt dit aan huiduitslag en jeuk. Dit gaat vanzelf over als u met dit middel stopt. Geef aan de apotheek door dat u overgevoelig bent voor chloorpromazine. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.
Deze huidverschijnselen kunnen ook ontstaan onder invloed van UV-licht (zon, zonnebank, UV-lamp). Merkt u dat u huidklachten krijgt door blootstelling aan zonlicht? Blijf dan uit direct zonlicht, met name tussen 10.00 en 15.00 uur, draag beschermende kleding, waaronder hoed en zonnebril, smeer een zonnebrandmiddel met minimaal factor 15 op, gebruik lippenbalsem met minstens factor 15, ga niet onder de zonnebank. Als u een ernstige reactie op de zon krijgt, staak dan meteen het gebruik en neem contact op met uw arts. U moet dan overstappen op een ander medicijn. - Bloedarmoede, een verhoogde kans op infecties en een verhoogde kans op bloedingen, zoals bloedneuzen. Deze bijwerkingen kunnen ontstaan als het lichaam minder rode en witte bloedcellen en minder bloedplaatjes aanmaakt. Neem bij deze verschijnselen meteen contact op met uw arts.
- Donkergrijs grauwe vlekken op de huid en in de ogen kunnen ontstaan na langdurig gebruik van hoge doseringen. Raadpleeg in dat geval uw arts. Als u stopt met dit medicijn, verdwijnen deze vlekken meestal vanzelf.
Bij mensen met epilepsie kan een aanval worden uitgelokt. Overleg met uw arts of u dit medicijn kunt gebruiken. - Bloedstolsels in de bloedbaan (trombose). De verschijnselen van trombose kunnen zijn: pijnlijke zwelling van het been, plotselinge pijn op de borst en kortademigheid. Waarschuw in deze gevallen onmiddellijk een arts, of ga meteen naar de Eerste-Hulpdienst.
Raadpleeg uw arts als u te veel last heeft van één van de bovengenoemde bijwerkingen of als u andere bijwerkingen ervaart waar u zich zorgen over maakt.
Heeft u last van een bijwerking? Meld dit dan bij het bijwerkingencentrum lareb. Hier worden alle meldingen over bijwerkingen van medicijnen in Nederland verzameld. Ik wil een bijwerking melden
Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen