Medicijnenalpelisib

alpelisib

Medicijnenalpelisib

alpelisib

Belangrijkste zakenWaarbij gebruik ik het?Mogelijke bijwerkingenHoe gebruik ik dit?Een keer vergeten, wat nu?Mag ik autorijden, alcohol drinken, alles eten?Gebruik met andere medicijnenGebruik bij zwangerschap of borstvoedingGebruik door man met kinderwensMag ik zomaar stoppen?Onder welke namen verkrijgbaar?Heb ik een recept nodig?
    • Alpelisib remt kanker (cytostaticum).
    • Bij borstkanker die gevoelig is voor oestrogenen.
    • Neem de tablet tijdens of direct na het eten in met een half glas water. Niet kauwen.
    • Bijwerkingen die veel voorkomen zijn te weinig of te veel suiker in het bloed, huiduitslag, diarree, minder eetlust en afvallen.
    • Bloedafwijkingen kunnen optreden. U merkt dit vooral aan infecties. Raadpleeg uw arts als u hier last van heeft. Raadpleeg ook meteen uw arts bij koorts, keelpijn en blaren in de mond.
    • Vraag advies wat u tegen de bijwerkingen kunt doen.
    • Uw arts zal u regelmatig op bijwerkingen controleren. Als de bijwerkingen optreden moet de dosering soms omlaag.
    • U mag niet zwanger worden tijdens en tot 7 dagen na de behandeling.
    • U mag geen borstvoeding geven als u dit medicijn gebruikt en tot 7 dagen na de behandeling. Het is niet zeker of dit medicijn in de moedermelk terechtkomt. Als het in de moedermelk komt kan het schadelijk zijn voor de baby.
    • Alpelisib is een kankerremmende stof.

      Artsen schrijven het voor bij een bepaald type borstkanker, namelijk een vorm die gevoelig is voor hormonen.

      • Kanker bestaat uit meer dan honderd verschillende ziektes, waarbij lichaamscellen zich ongeremd delen. Het gevolg is tumoren (gezwellen) of afwijkingen in bloed en lymfebanen. Het is een ernstige ziekte die dodelijk kan zijn, als er niets aan gedaan wordt.

        Door nieuw onderzoek is nu een goede behandeling voor veel soorten kanker mogelijk. Bij snelle behandeling voorkomt u dat een kankergezwel doorgroeit in het omringende weefsel of dat het uitzaait. Bij uitzaaiingen ontstaat kanker op andere plaatsen in het lichaam.

        Oorzaak
        In elke cel zit DNA. DNA bevat de erfelijke eigenschappen van ons lichaam, zoals de bloedgroep en de kleur van de ogen. Door het DNA weten cellen wat ze moeten doen, bijvoorbeeld ook hoe snel ze zich moeten delen. Bij een celdeling ontstaan uit één cel twee dochtercellen, met precies hetzelfde DNA als de moedercel.

        Als het stukje DNA dat de celdeling bestuurt beschadigd raakt, kan de cel zich sneller gaan delen. De dochtercellen van elke cel bevatten dezelfde beschadiging in het DNA. Daardoor gaan ook deze cellen zich ongeremd delen. Hierdoor ontstaat kanker.

        Hoe de schade in het DNA ontstaat, is vaak onbekend. Het lijkt soms te komen door chemische stoffen, zoals teer in tabaksrook, of door asbest, alcohol, te veel of te vet voedsel, straling of door een erfelijke aanleg.

        Behandeling
        Operatie, bestraling, cytostatica-kuren en anti-oestrogenen worden het vaakst gebruikt tegen borstkanker. Bij een operatie verwijdert de arts de tumor in de borst. Daarna krijgt u bestraling, een chemokuur of allebei. Dit ligt aan wat voor soort kanker het is en of er veel kans is dat de kanker verspreid is.

        U gebruikt alpelisib samen met fulvestrant, een ander medicijn tegen kanker. 

        Werking en effect
        Alpelisib blokkeert sommige enzymen, de fosfatidylinositol-3-kinasen. Dit zijn enzymen die kankercellen nodig hebben voor hun groei. Door deze te blokkeren remt alpelisib de groei van de tumor en de uitzaaiingen.

      • Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven.

        De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende:

        Regelmatig (bij meer dan 30 op de 100 mensen)

        • Te veel suiker (hyper) in het bloed

          U kunt een hyper herkennen doordat u meer dorst heeft, veel moet drinken en plassen en zich moe voelt. Waarschuw dan uw arts.
          Soms ook te weinig suiker (hypo) in het bloed.
          U kunt een hypo herkennen aan honger, een wisselend humeur, in de war zijn, hoofdpijn, moeheid en duizelig zijn. Verder aan een bleek gezicht, wazig zien, beven, zweten en hartkloppingen. Bij een erge hypo kunt u bewusteloos raken.

        • Maagdarmklachten als diarree, misselijk zijn, overgeven, zuurbranden en buikpijn.

        Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

        • Meer kans op infecties. Zoals infectie van de blaas of urinewegen.

          Zelden een longontsteking
          Dit komt doordat u te weinig witte bloedcellen in uw bloed heeft. Witte bloedcellen beschermen uw lichaam tegen ziektes. Bij te weinig witte bloedcellen wordt u sneller ziek.
          Krijgt u koorts (meer dan 38°C) of klachten van een infectie? Waarschuw dan altijd uw arts. Voor en tijdens de behandeling zal uw arts regelmatig uw bloed controleren.

        • Bloedarmoede

          U kunt last hebben van snel moe zijn, minder kleur in uw gezicht, moeite met ademen en hartkloppingen.
          Heeft u hier last van? Raadpleeg dan uw arts. Bloedarmoede betekent dat u te weinig rode bloedcellen in uw bloed heeft. Of dat uw rode bloedcellen niet goed werken. Rode bloedcellen zorgen voor zuurstof in uw bloed en zijn erg belangrijk.

        • Meer kans op bloedingen, zoals blauwe plekken en bloedneuzen.

          Deze bijwerking ontstaat door een tekort aan bloedplaatjes. Neem contact op met uw arts bij onverklaarbare bloedneuzen, onderhuidse bloedinkjes en blauwe plekken. Soms is het nodig de volgende dosis uit te stellen totdat de hoeveelheid bloedplaatjes weer op peil is.

        • Minder eetlust en afvallen

        • Afwijkingen in de hoeveelheid mineralen in het lichaam.

          De hoeveelheid calcium, kalium of natrium kan te laag worden.

        • Hoofdpijn, moe zijn

          Zelden slecht kunnen slapen.

        • Smaakproblemen

        • Huidklachten als, jeuk, droge huid, huiduitslag

          Zelden een rode of ontstoken huid.
          Zelden kan dit wijzen op een overgevoeligheid, zie “zelden”.

        • Ontsteking van het slijmvlies in de mond, droge slijmvliezen

          U kunt last hebben van pijn, een rode mond of een branderig gevoel in de mond

        • Opgezwollen enkels en onderbenen

        • Kaalheid of haaruitval

          Het haar maakt verschillende periodes door, waaronder de groei- en rustperiode. Een medicijn kan ervoor zorgen dat de haren sneller in de rustperiode komen en daardoor sneller uitvallen. Dit proces is omkeerbaar.

        Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

        • Uitdroging

        • Wazig zien, droge ogen

        • Te hoge bloeddruk

        • Tandpijn, pijnlijk of ontstoken tandvlees

        • Ontsteking van de lippen

        • Het hand-voet-syndroom

          Uw handen en voeten doen dan pijn, zijn rood en gezwollen en kunnen tintelen of doof aanvoelen. De huid kan afschilferen en er kunnen zweren of blaren op de huid ontstaan. Dit kan doorgaan als u stopt met dit medicijn. Waarschuw meteen uw arts als u deze klachten krijgt.

        • Spierspasmen, spierpijn

        • Afsterven van het kaakbot

          Raadpleeg uw arts als u last krijgt van kaakpijn, tandproblemen, mondklachten, wondjes in de mond of een vreemd gevoel in de kaak.

        • Overgevoeligheid voor dit medicijn

          Dit merkt u aan huiduitslag, jeuk of galbulten. Heeft u hier last van? Neem dan contact op met uw arts.
          Een ernstige overgevoeligheid merkt u aan benauwd zijn, flauwvallen of een opgezwollen gezicht, keel of tong. Ga dan meteen naar een arts of naar de Eerste-hulpdienst.
          In zeer zeldzame gevallen ontstaat een ernstige overgevoeligheid. Dit is te merken aan: koorts, erg benauwd zijn, opgezwollen mond, tong, keel of gezicht, huiduitslag, problemen met ademhalen, flauwvallen, blaren op de lippen en op de slijmvliezen van de mond en geslachtsdelen. Stop in deze gevallen met dit medicijn en waarschuw meteen een arts of ga naar de Eerstehulpdienst.
          Als u overgevoelig bent, mag u dit medicijn in de toekomst niet meer gebruiken. Geef dat door aan de apotheker. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.

        • Schade aan de nieren

          Waarschuw uw arts als u minder plast, pijn in uw zij heeft, misselijk bent en u zwak voelt.

        Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

        • Ernstige veranderingen in het bloed (een keto-acidose)

          Hierbij gaat het lichaam vetten verbranden om aan energie te komen. De afbraakstoffen hiervan (ketonen) maken het bloed zuur. Dit kan erg gevaarlijk zijn.
          De klachten van een keto-acidose kunnen binnen een paar uur ontstaan. U merkt het aan een gekke ademgeur (“appeltjes”- of “nagellak”-geur), misselijk zijn, overgeven, grote dorst, veel plassen, snelle ademhaling en bewustzijnsverlies.
          Stop dan meteen met dit medicijn. En waarschuw bij de eerste klachten meteen een arts of ga naar de Eerste-hulpdienst.
          Moet u een operatie ondergaan of krijgt u plotseling een ernstige ziekte? Dan heeft u meer kans op keto-acidose.

        • Ontsteking van de alvleesklier

          U kunt dit merken aan plotselinge erge pijn in de bovenbuik, een opgezwollen buik, gele kleur van huid en oogwit, onverklaarbare blauwe plekken, erge moeheid, keelpijn met koorts en blaren in de keel.
          Heeft u een van deze bijwerkingen? Waarschuw dan direct uw arts. 


        Neem contact op met uw apotheker of arts als u te veel last heeft van deze of andere bijwerkingen waar u zich zorgen over maakt.


        Heeft u last van een bijwerking? Meld dit dan bij het bijwerkingencentrum lareb. Hier worden alle meldingen over bijwerkingen van medicijnen in Nederland verzameld. Ik wil een bijwerking melden

        • Regelmatig: bij meer dan 30 op de 100 mensen
          Soms: bij 10 tot 30 op de 100 mensen
          Zelden: bij 1 tot 10 op de 100 mensen
          Zeer zelden: bij minder dan 1 op de 100 mensen
          • Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek of in de bijsluiter.

            Hoe?
            Neem de tablet met een half glas water. U mag NIET kauwen op de tablet.

            Let op! Neem de tablet NIET in als deze gebroken of beschadigd is.

            Neem de tablet tijdens of meteen na het eten in.

            Wanneer?
            U neemt dit medicijn 1 keer op een dag in.

            U mag dit medicijn op elk moment van de dag innemen. Het beste kunt u vaste tijden kiezen, dan vergeet u minder snel een dosis. Neem het bijvoorbeeld in de ochtend na het eten in.

            Hoelang?
            Uw arts bepaalt hoelang u dit medicijn moet gebruiken. U gebruikt dit medicijn meestal een paar maanden tot jaren.

            • Het is belangrijk dat u dit medicijn gebruikt zoals uw arts het voorschrijft.

              U gebruikt dit medicijn 1 keer op een dag.

              • Bent u een dosis vergeten? En duurt het nog meer dan 15 uur voor u de volgende dosis normaal inneemt? Neem de vergeten dosis dan alsnog in. Neem de volgende dosis in op het moment dat u gewend bent.
              • Duurt het nog minder dan 15 uur? Sla de vergeten dosis dan over. Neem de volgende dosis in op het moment dat u gewend bent. Neem nooit een dubbele dosis in om een vergeten dosis in te halen.
              • Autorijden?
                Dit medicijn kan bijwerkingen veroorzaken, zoals moe zijn en wazig zien. Heeft u hier last van? Dan mag u niet autorijden. Het kan gevaarlijk zijn aan het verkeer deel te nemen zo lang u last heeft van deze bijwerkingen.

                Alcohol drinken?
                Alcohol irriteert de slijmvliezen van maag en darmen. U heeft daardoor meer kans op bijwerkingen op de maag en darmen. Gebruik daarom liever geen alcohol tijdens de behandeling met dit medicijn en zolang u last heeft van uw maag en darmen.

                Alles eten?
                U kunt alles eten wat uw maag aan kan. Sommige soorten voedsel kunt u beter niet eten als u last heeft van uw maag.

                • Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen zitten, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje 'samenstelling'.

                  De belangrijkste wisselwerkingen met dit medicijn zijn de volgende.

                  • Vaccins. Overleg met uw arts als u een vaccinatie krijgt. Sommige vaccins mag u niet gebruiken, omdat alpelisib ervoor zorgt dat deze vaccins minder goed werken. Ook verhoogt alpelisib de kans op bijwerkingen van deze vaccins. Voorbeelden van deze vaccins zijn: de bof-mazelen-rodehondvaccin (BMR), gelekoortsvaccin, rotavirusvaccin en BCG-vaccin.
                    Bij andere vaccins moet u soms een extra vaccinatie krijgen of moet uw bloed gecontroleerd worden om te kijken of het vaccin goed heeft gewerkt. Voorbeelden van deze vaccins zijn: influenzavaccin (griepprik), tetanusvaccin, vaccin tegen baarmoederhalskanker en hepatitis A en B vaccin.
                  • Dit medicijn kan de werking van de bloedverdunners acenocoumarol en fenprocoumon versterken. Meld de trombosedienst dat u dit medicijn gebruikt of als de dosering hiervan wijzigt.

                  Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

                  • Zwangerschap
                    Gebruik dit medicijn NIET als u zwanger bent of binnenkort wilt worden. Over het gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap is onvoldoende bekend.

                    Gebruik daarom tijdens de behandeling en tot ten minste 7 dagen na de laatste tablet betrouwbare anticonceptie. Anticonceptie zorgt ervoor dat u niet zwanger wordt. Bespreek met uw arts een betrouwbare anticonceptiemethode.

                    Borstvoeding
                    Geef GEEN borstvoeding tijdens de behandeling en tot ten minste 7 dagen na de behandeling. Het is niet bekend of dit medicijn in de moedermelk terechtkomt. Als het in de moedermelk komt, kan het ernstige bijwerkingen bij de baby geven.

                    Gebruikt u medicijnen op recept of die u zonder recept koopt? Wilt u helpen om de kennis over medicijngebruik tijdens zwangerschap en borstvoeding te vergroten? Meld dan uw ervaring bij Moeders van Morgen.

                    • Het kan schadelijk zijn voor de ongeboren baby als u seks heeft met een vrouw die zwanger kan worden. Daarom mag u geen kinderen verwekken tijdens de behandeling en tot 1 week na stoppen met alpelisib. Gebruik condooms tijdens het gebruik van alpelisib en tot 1 week na stoppen met alpesilib. Kan uw partner zwanger worden? Dan moet zij ook goede anticonceptie gebruiken in deze periode. Overleg hierover met uw arts.

                      • Stop niet zomaar met het gebruik van dit medicijn. Uw ziekte kan dan erger worden. Overleg daarom altijd eerst met uw arts, als u wilt stoppen.

                        Adviseert uw arts u om te stoppen met dit medicijn? Dan kunt u op elk moment in één keer stoppen met het gebruik van dit medicijn.

                        • De werkzame stof alpelisib zit in de volgende producten:
                          • Alpelisib is sinds 2019 internationaal op de markt. Het is op recept verkrijgbaar in tabletten onder de merknaam Piqray.

                            Laatst bijgewerkt op 16-09-2022

                            Disclaimer

                            Deze tekst is opgesteld door het Geneesmiddel Informatie Centrum van de KNMP. Deze tekst is gebaseerd op de bijsluiter van het beschreven medicijn en op andere, wetenschappelijke bronnen. Zoals medische richtlijnen, standaarden en literatuur. Bent u benieuwd hoe het apotheek.nl-team dit doet? Bekijk dan de video. Hoewel bij het opstellen van de tekst uiterste zorgvuldigheid is betracht, is de KNMP niet aansprakelijk voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige onjuistheid in deze tekst. De officiële bijsluiter van dit medicijn vindt u bij het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen op: www.cbg-meb.nl.

                            Vond u deze informatie nuttig?

                            Vind een apotheek

                            Wilt u meer weten, of heeft u een vraag over uw eigen situatie? Dan raden wij u aan naar uw eigen apotheek te gaan. Uw eigen apotheker is op de hoogte van uw persoonlijke omstandigheden en kan u uitgebreid begeleiden bij uw medicijngebruik. Bent u niet in de buurt van uw eigen apotheek, dan kunt u hier ook andere apotheken vinden.
                            Vind een apotheek blob

                            Vraag het de webapotheker

                            Vraag het de webapotheker

                            Vraag het de webapotheker

                            Het beste advies krijgt u bij uw eigen apotheek. Daar ontvangt u de zorg en begeleiding die is afgestemd op uw persoonlijke situatie. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan kunt u een vraag stellen aan de webapotheker. Een team van apothekers beantwoordt uw vraag in principe binnen enkele werkdagen.

                            Meldpunt medicijnen

                            Werkt uw medicijn heel goed of juist niet? Wordt uw medicijn niet vergoed? Of heeft u last van een bijwerking? Meld uw ervaring

                            Geen ervaringen gevonden

                            Informatie wordt bijgewerkt: