MedicijnenBuprenorfine/Naloxon

Buprenorfine/Naloxon | buprenorfine met naloxon

Werkzame stof: buprenorfine met naloxon


Onderstaande tekst gaat over de werkzame stof buprenorfine met naloxon.

MedicijnenBuprenorfine/Naloxon

Buprenorfine/Naloxon

Werkzame stof: buprenorfine met naloxon


Onderstaande tekst gaat over de werkzame stof buprenorfine met naloxon.

Belangrijkste zakenWaarbij gebruik ik het?Mogelijke bijwerkingenHoe gebruik ik dit?Een keer vergeten, wat nu?Mag ik autorijden, alcohol drinken, alles eten?Gebruik met andere medicijnenGebruik bij zwangerschap of borstvoedingGebruik bij slechte nieren of leverGebruik bij ernstig overgewicht of na maagverkleiningMag ik zomaar stoppen?Onder welke namen verkrijgbaar?Heb ik een recept nodig?
    • Buprenorfine is een sterke pijnstiller. Naloxon is een ontwenningsmiddel.
    • Bij verslaving aan opiaten, zoals heroïne of morfine-achtige pijnstillers.
    • Tablet onder uw tong plaatsen en onder uw tong houden totdat de tablet volledig is opgelost. Niet zuigen, bijten en de tablet niet doorslikken.
    • Verstopping komt zelden voor en kan ernstig zijn. Voorkom dit door dagelijks een laxeermiddel te gebruiken. U kunt ook last krijgen van andere maagdarmklachten.
    • Andere bijwerkingen: slaapproblemen, hoofdpijn en zweten.
    • U kunt ook suf en duizelig worden. Daarom mag u niet altijd autorijden als u dit medicijn gebruikt. Hoelang u niet mag autorijden hangt af van hoe u dit medicijn gebruikt. Lees de informatie over autorijden in de tekst hieronder.
    • Pas op met alcohol. Dit kan u extra suf maken.
    • Bij langdurig gebruik: kans op gewenning. Als u stopt kunt u ontwenningsverschijnselen krijgen. Bijvoorbeeld hartkloppingen, rillingen, onrust en misselijkheid. Stop niet in één keer. Bespreek dit eerst met uw arts of apotheker.
    • Buprenorfine is een morfineachtige pijnstiller. Dit wordt ook wel een opiaat genoemd. Het heeft een sterk pijnstillende werking. Naloxon is een ontwenningsmiddel. Het gaat de werking van opiaten tegen.

      Artsen schrijven dit medicijn voor bij een verslaving aan opiaten, zoals heroïne en morfine.

      • Verschijnselen

        Bij een opiaatverslaving krijgt u bij het stoppen vaak ontwenningsverschijnselen , zoals een ziek gevoel, klamme en koude huid, kippenvel, zweten, misselijkheid, hoofdpijn, slapeloosheid, een loopneus, diarree, buikkrampen, spierpijn in armen en benen. Deze klachten verdwijnen als u het opiaat weer gebruikt. De behoefte om het weer te gebruiken, wordt lichamelijke afhankelijkheid genoemd.

        Bij een opiaatverslaving blijft u door het verdovende effect op gevoel, pijn en ongemak en 'high'-gevoel (ontspannen, slaperig geluksgevoel) heel sterk naar het opiaat verlangen. U doet er alles voor om het opiaat te kunnen gebruiken. Ook heeft u steeds meer opiaat nodig om het effect te voelen. Vooral deze 'geestelijke afhankelijkheid' is heel groot.

         

        Behandeling

        De behandeling van een verslaving begint vaak in een ontwenningskliniek. Onder begeleiding stopt men met het verslavende middel en krijgt men hulp om de eerste dagen met ontwenningsverschijnselen door te komen. Daarna krijgt u medicijnen om te voorkomen dat u weer verslaafd raakt, zoals naltrexon of dit medicijn.

         

        Werking

        Buprenorfine vermindert de ontwenningsverschijnselen die optreden bij stoppen met opiaten. Omdat het  meestal geen high-gevoel of roes geeft, kunt u op deze manier wennen aan de afwezigheid daarvan. Door de hoeveelheid buprenorfine gedurende een aantal weken geleidelijk te verlagen, kunt u vervolgens ontwennen.

        Naloxon is een medicijn dat de werking van opiaten tegengaat. Het is toegevoegd om te voorkomen dat mensen buprenorfine gaan spuiten om toch een high-gevoel of roes te ervaren.

         

        Effect

        Dit medicijn heeft niet bij iedereen hetzelfde effect. Meestal is de werking na 90 minuten op zijn sterkst. Het effect houdt ongeveer 3 tot 4 uur aan.

      • Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven.

        De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende:

        Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

        • Slaapproblemen, zoals slapeloosheid. Zelden slaperigheid.

        • Hoofdpijn. Zelden migraine.

        • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid. Zelden verminderde eetlust, maagpijn, zuurbranden, opgeblazen gevoel, buikpijn, braken, winderigheid en diarree.

          Meestal gaan deze bijwerkingen over als uw lichaam aan dit medicijn gewend is. Als u hier na een aantal weken nog last van heeft, raadpleeg dan uw arts.

        • Zweten 

          Meestal gaat deze bijwerking over als u na enkele dagen aan dit medicijn gewend bent geraakt.

        • Lichamelijke verslaving na langdurig gebruik.

          Lichamelijke verslaving komt doordat het lichaam na verloop van tijd aan dit medicijn went. Als u plotseling stopt met het gebruik, kunt u last krijgen van ontwenningsverschijnselen. Dit kunt u voorkomen door het gebruik langzaam af te bouwen.

        Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

        • Verstopping (obstipatie)

          Gebruik vezelrijke voeding en drink veel. Meestal schrijven artsen ook een laxerend medicijn voor. Dit zorgt ervoor dat u makkelijker kunt poepen. Raadpleeg uw arts als u last heeft van verstopping.

        • Droge mond

          Dit komt doordat u minder speeksel aanmaakt. Door een droge mond ontstaan sneller gaatjes in uw gebit. Heeft u veel last van een droge mond? Zuig op ijsblokjes of gebruik suikervrije kauwgom om de aanmaak van speeksel te stimuleren. Poets en flos extra goed als u merkt dat u last blijft houden van een droge mond. Laat uw gebit vaker door uw tandarts controleren.

        • Griepachtige verschijnselen, zoals koorts, keelpijn, loopneus, hoesten en rillingen.

        • Psychische klachten, zoals angst, depressie, nervositeit, opwinding en rusteloosheid. Zeer zelden waanvoorstellingen (hallucinaties).

          Als u te veel last heeft van deze bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts.

        • Seksuele stoornissen, zoals minder zin in vrijen. Zeer zelden bij mannen: moeilijker krijgen van een erectie en zaadlozing.

          Neem contact op met uw arts als u hier last van heeft.

        • Spier- en gewrichtspijn, stijve en verkrampte spieren in de benen, trillen en tintelingen.

        • Hartritmestoornissen. Hierbij kan uw hartslag te snel of te langzaam of onregelmatig zijn. U merkt dit soms alleen als u last krijgt van plotselinge duizelingen of even buiten bewustzijn raakt. Dit is vooral van belang voor ouderen en mensen met een bepaalde hartritmestoornis, zoals het aangeboren verlengd QT-interval. Heeft u deze hartritmestoornis? Gebruik dit medicijn niet.

          Overleg met uw arts. Mogelijk kunt u overstappen op een ander medicijn.

        • Vasthouden van vocht. U kunt last hebben van dikke vingers en dikke enkels.

        Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

        • Moeizaam ademhalen

          Neem contact op met uw arts als uw ademhaling heel langzaam en oppervlakkig wordt.

        • Verlaagde bloeddruk. Soms kunt u dit merken aan duizeligheid, vooral bij opstaan uit bed of uit een stoel.

          Dit gaat in het algemeen over als u na een paar dagen gewend bent geraakt aan dit medicijn. Als u zich duizelig voelt, sta dan niet te snel op uit bed of van een stoel. U kunt het beste even gaan liggen en de benen wat hoger leggen, bijvoorbeeld op een kussen. Raadpleeg uw arts als u hier last van blijft houden.

        • Leverziekten, zoals een leverontsteking. Dit kunt u soms merken aan een gele verkleuring van de huid of het oogwit en donkere urine.

          Waarschuw uw arts als u last krijgt van deze verschijnselen.

        • Slaap-apneu. Dit is een korte periode van ademstilstand tijdens de slaap.

          Als u al eerder last van slaap-apneu heeft gehad, kunt u hier meer last van krijgen. Neem contact op met uw arts als u merkt dat u nachtelijke aanvallen van stokkende ademhaling heeft of wanneer deze verergeren.

        • Moeilijk kunnen plassen. Dit is vooral van belang als u al moeite met plassen heeft door een vergrote prostaat.

          Neem contact op met uw arts als u last krijgt van plasproblemen.

        • Overgevoeligheid. U merkt dit aan huiduitslag, galbulten of jeuk.

          Raadpleeg dan uw arts. In zeer zeldzame gevallen ontstaat er een ernstige overgevoeligheid. Dit is te merken aan flauwvallen of een zwelling van het gezicht, lippen, mond, tong of keel. U kunt hierbij erg benauwd worden. Waarschuw in al deze gevallen direct een arts of ga naar de Eerste-hulpdienst.


        Als u overgevoelig bent voor dit medicijn mag u het niet meer gebruiken. Geef dit daarom aan de apotheker door. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.

        • Regelmatig: bij meer dan 30 op de 100 mensen
          Soms: bij 10 tot 30 op de 100 mensen
          Zelden: bij 1 tot 10 op de 100 mensen
          Zeer zelden: bij minder dan 1 op de 100 mensen
          • Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek

             

            Hoe?

            • Plaats de tablet onder uw tong. Let op: niet zuigen op de tablet, niet bijten en niet doorslikken.
            • Houd de tablet onder uw tong totdat de tablet volledig is opgelost.
            • Tijdens het gebruik van de tablet mag u niets eten of drinken. Voordat u de tablet gaat gebruiken, mag u wel wat water drinken om uw mond vochtig te maken.

             

            Wanneer?

            Kies een vast tijdstip. Dan heeft u minder last van ontwenningsverschijnselen en vergeet u minder snel een dosis. Uw arts zal aangeven wanneer u kunt beginnen met uw behandeling. Dit hangt af van uw persoonlijke omstandigheden.

             

            Hoelang?

            Samen met uw arts bepaalt u hoelang u dit medicijn moet gebruiken. De hoeveelheid van dit medicijn wordt meestal gedurende enkele weken geleidelijk verlaagd. Als u al heel lang verslaafd bent, is het soms nodig om dit medicijn enkele maanden of langer te gebruiken.

              • Gebruikt u dit medicijn 1 keer per dag? Bent u vergeten een dosis te gebruiken en merkt u het dezelfde dag? Neem de dosis dan alsnog. Merkt u het pas de volgende dag? Sla de vergeten dosis dan over.
              • Gebruikt u dit medicijn 2 keer per dag? Bent u vergeten een dosis te gebruiken en duurt het nog meer dan 4 uur voor u de volgende dosis normaal inneemt? Neem de vergeten dosis dan alsnog in. Duurt het nog minder dan 4 uur? Sla de vergeten dosis dan over.
              • Gebruikt u dit medicijn 1 keer per 2 of 3 dagen? Bent u vergeten een dosis te gebruiken? Overleg dan met uw arts.
              • Autorijden?
                Het kan gevaarlijk zijn aan het verkeer deel te nemen als u dit medicijn gebruikt. Wilt u weten of u met dit medicijn mag autorijden? Beantwoord dan de vragen in het schema hieronder.

                Let op! Gebruikt u dit medicijn omdat u verslaafd bent aan opiaten? Dan geldt het schema hieronder niet voor u! U mag de eerste 3 maanden dat u dit medicijn gebruikt niet autorijden. Rijd ook geen auto zolang de dosering nog omhoog gaat. Pas nadat u 3 maanden dezelfde dosering heeft gebruikt, mag u weer autorijden. De meeste mensen zijn dan voldoende gewend geraakt aan de effecten. Maar doe dat alleen als u geen last meer heeft van de bijwerkingen.

                Let op: ook een (eerdere) behandeling voor een verslaving aan opiaten kan een reden zijn dat u niet mag autorijden. Overleg met uw arts of dat bij u het geval is. Wilt u meer informatie over autorijden bij bepaalde aandoeningen? Kijk dan op de website van het CBR.

                Voor meer algemene informatie kunt u het thema 'Medicijnen in het verkeer' lezen. In dit thema leest u bijvoorbeeld wat de wet zegt over medicijnen in het verkeer. Ook vindt u adviezen waarmee u rekening moet houden als u wel (weer) mag autorijden.

                 

                Alcohol drinken?

                Alcohol versterkt het versuffende effect van dit medicijn. Ook als u hier niets meer van merkt, omdat u gewend bent geraakt aan dit medicijn, kunt u door het gebruik van alcohol erg suf worden. Beperk daarom het gebruik van alcohol en drink het liever niet.

                 

                Alles eten?

                U mag alles eten als u dit medicijn gebruikt.

                • Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in de bijsluiter onder het kopje 'samenstelling'.

                   

                  De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

                  • Andere medicijnen die het reactievermogen verminderen. Bij deze medicijnen is vaak op de verpakking een gele waarschuwingssticker geplakt. De effecten op bijvoorbeeld de rijvaardigheid versterken elkaar. Rijd geen auto als u 2 of meer van dergelijke medicijnen gebruikt.
                  • Naltrexon, een ander ontwenningsmedicijn. Naltrexon kan de werking van buprenorfine tegengaan. Naloxon wordt bij opiaatverslaving juist om deze reden gebruikt. Overleg hierover met uw arts.
                  • Andere morfine-achtige pijnstillers. Dit medicijn kan de werking van deze pijnstillers verminderen. Bij opiaatverslaving is dit juist de bedoeling. Maar als u het medicijn bij pijn gebruikt, kunnen de pijnstillers onvoldoende werken. En u kunt ontwenningsverschijnselen krijgen.
                  • Sommige medicijnen tegen hiv. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat.

                   

                  Twijfelt u eraan of één van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

                  • Zwangerschap

                    Overleg met uw arts. Over het gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap is nog te weinig bekend. Meld het aan uw arts en apotheker zodra u zwanger bent, of binnenkort wilt worden. Samen kunt u bespreken wat het risico voor u of uw baby is als u met dit medicijn stopt. Soms kan het namelijk ook schadelijk voor u of de baby zijn als uw aandoening niet zo goed mogelijk behandeld wordt. Overleg daarom met uw arts over de voor- en nadelen. Zo mogelijk kunt u (tijdelijk) overstappen op een ander medicijn.

                     

                     

                    Borstvoeding

                    Overleg met uw arts. Het is niet bekend of dit medicijn in de moedermelk terechtkomt en of het schadelijk is voor de baby. Mogelijk kan de arts u (tijdelijk) een ander medicijn voorschrijven, waarvan wel bekend is dat u het veilig kunt gebruiken.

                    Gebruikt u medicijnen op recept of die u zonder recept koopt? Wilt u helpen om de kennis over medicijngebruik tijdens zwangerschap en borstvoeding te vergroten? Meld dan uw ervaring bij Moeders van Morgen.

                    • Nier

                      Werken uw nieren minder goed of dialyseert u? U mag dit medicijn gebruiken, zoals uw arts heeft voorgeschreven.

                       

                      Lever

                      Heeft u levercirrose?

                      Het is niet bekend of mensen met levercirrose dit medicijn veilig kunnen gebruiken. Overleg met uw arts als u levercirrose heeft.

                      • Maagverkleining

                        Heeft u een maagverkleining gehad? U mag dit medicijn gebruiken, zoals uw arts heeft voorgeschreven. Over het gebruik van dit medicijn na een maagverkleining is nog weinig bekend. Maar er worden geen veranderingen verwacht in de werking en bijwerkingen van dit medicijn.

                        Ernstig overgewicht

                        Heeft u ernstig overgewicht? U mag dit medicijn gebruiken, zoals uw arts heeft voorgeschreven. Over het gebruik van dit medicijn bij ernstig overgewicht is nog weinig bekend. Maar er worden geen veranderingen verwacht in de werking en bijwerkingen van dit medicijn.

                        Als u niet weet of u ernstig overgewicht heeft, dan kunt u dit uitrekenen. Namelijk door uw BMI (Body Mass Index) te berekenen. Dit getal geeft aan of uw gewicht past bij uw lengte. Ga hiervoor naar de BMI-meter en vul uw gewicht en lengte in. Is uw BMI 40 of meer? Of is uw BMI 35 of meer en heeft u ook andere problemen met uw gezondheid, zoals een hoge bloeddruk of diabetes type 2 (suikerziekte). Dan heeft u ernstig overgewicht.

                        • Het is meestal niet verstandig in één keer te stoppen. Stop daarom geleidelijk door de dosis langzaam af te bouwen. Overleg hierover met uw arts.

                           

                          Als u dit medicijn slechts kort heeft gebruikt, bijvoorbeeld enkele dagen, kunt u wel in één keer stoppen.

                           

                          Neem contact op met uw arts als u last krijgt van een van de volgende ontwenningsverschijnselen: onrust, diarree, hartkloppingen, loopneus, niezen, kippenvel, koorts, zweten, rillen, gapen, verlies van eetlust, misselijkheid en maagkrampen.

                          • De werkzame stof buprenorfine met naloxon zit in de volgende producten:
                            • De combinatie van buprenorfine met naloxon is sinds 2018 internationaal op de markt. Het is op recept verkrijgbaar als Bunalict, Libroxar, Suboxone en Zubsolv. En als het merkloze buprenorfine/naloxon in tabletten voor onder de tong.

                              Laatst bijgewerkt op 30-05-2022

                              Disclaimer

                              Deze tekst is opgesteld door het Geneesmiddel Informatie Centrum van de KNMP. Deze tekst is gebaseerd op de bijsluiter van het beschreven medicijn en op andere, wetenschappelijke bronnen. Zoals medische richtlijnen, standaarden en literatuur. Bent u benieuwd hoe het apotheek.nl-team dit doet? Bekijk dan de video. Hoewel bij het opstellen van de tekst uiterste zorgvuldigheid is betracht, is de KNMP niet aansprakelijk voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige onjuistheid in deze tekst. De officiële bijsluiter van dit medicijn vindt u bij het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen op: www.cbg-meb.nl.

                              Vond u deze informatie nuttig?

                              Vind een apotheek

                              Wilt u meer weten, of heeft u een vraag over uw eigen situatie? Dan raden wij u aan naar uw eigen apotheek te gaan. Uw eigen apotheker is op de hoogte van uw persoonlijke omstandigheden en kan u uitgebreid begeleiden bij uw medicijngebruik. Bent u niet in de buurt van uw eigen apotheek, dan kunt u hier ook andere apotheken vinden.
                              Vind een apotheek blob

                              Vraag het de webapotheker

                              Vraag het de webapotheker

                              Vraag het de webapotheker

                              Het beste advies krijgt u bij uw eigen apotheek. Daar ontvangt u de zorg en begeleiding die is afgestemd op uw persoonlijke situatie. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan kunt u een vraag stellen aan de webapotheker. Een team van apothekers beantwoordt uw vraag in principe binnen enkele werkdagen.

                              Meldpunt medicijnen

                              Werkt uw medicijn heel goed of juist niet? Wordt uw medicijn niet vergoed? Of heeft u last van een bijwerking? Meld uw ervaring
                              Informatie wordt bijgewerkt: