Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven. De meeste bijwerkingen die bekend zijn, zijn gemeld bij volwassenen.
Over bijwerkingen bij kinderen is minder bekend dan bij volwassenen. Waarschijnlijk kunnen de bijwerkingen die bij volwassenen gemeld zijn, ook voorkomen bij kinderen.
Zie voor deze bijwerkingen en hoe vaak deze voorkomen de informatie over domperidon bij volwassenen.
Kinderen zijn extra gevoelig voor de bijwerkingen. Zij mogen domperidon daarom alleen gebruiken onder toezicht van een arts.
Bijwerkingen waarvan bekend is dat ze vooral bij kinderen kunnen voorkomen, zijn:
- Bewegingsstoornissen, deze worden ook wel extrapyramidale verschijnselen genoemd. Het zijn stoornissen in de aansturing van de spieren. De verschijnselen kunnen lijken op de verschijnselen bij de ziekte van Parkinson: stijve spieren, beven, moeite met lopen of praten, rusteloosheid, plotselinge spiertrekkingen. Als u dit merkt bij uw kind waarschuw dan uw arts. Deze bijwerking kan bij vooral bij jonge kinderen voorkomen.
- Borstvorming bij jongens en opzwellen van melkklieren bij meisjes. Deze verschijnselen verdwijnen weer binnen enkele dagen na stoppen met domperidon.
- Een verhoogd risico op hartritmestoornissen. Uw kind kan last krijgen van plotselinge duizelingen of kortdurend buiten bewustzijn raken. Dit is vooral van belang voor kinderen met een bepaalde hartritmestoornis, namelijk het aangeboren verlengde QT-interval. Uw kind mag dit medicijn NIET gebruiken als het deze hartritmestoornis heeft. Overleg met de arts. Mogelijk kan uw kind overstappen op een ander middel.
- Moeite om de blaas helemaal te legen. Door achterblijven van urine in de blaas heeft uw kind ook meer kans op blaasontsteking. Neem contact op met de arts als uw kind problemen krijgt met plassen. Het is niet bekend hoe vaak deze bijwerking voorkomt.
Heeft uw kind last van een bijwerking? Meld dit dan bij het bijwerkingencentrum lareb. Hier worden alle meldingen over bijwerkingen van medicijnen in Nederland verzameld. Ik wil een bijwerking melden
Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen