Medicijnenfoscarnet

foscarnet

Medicijnenfoscarnet

foscarnet

Belangrijkste zakenWaarbij gebruik ik het?Mogelijke bijwerkingenHoe gebruik ik dit?Een keer vergeten, wat nu?Mag ik autorijden, alcohol drinken, alles eten?Gebruik met andere medicijnenGebruik bij zwangerschap of borstvoedingGebruik bij slechte nieren of leverMag ik zomaar stoppen?Onder welke namen verkrijgbaar?Heb ik een recept nodig?
    • Foscarnet remt de groei van virussen.
    • Bij mensen met een lagere weerstand die een virusinfectie hebben met CMV (cytomegalovirus) in het netvlies, de maag, de darmen of het bloed. Ook om virusinfecties te voorkomen. Bijvoorbeeld na transplantatie met stamcellen. En bij mensen met een koortslip (herpes-simplex-virus).
    • U krijgt foscarnet via een infuus van uw arts of verpleegkundige of u kunt het thuis zelf toedienen. Een kuur duurt vaak 2 tot 3 weken.
    • Bijwerkingen: infecties, bloedarmoede, maagdarmklachten, moeheid en hoofdpijn. Drink voldoende als u last heeft van misselijk zijn of diarree. Anders raakt u uitgedroogd.
    • Verder: hartkloppingen, huiduitslag, zenuwpijn en bijwerkingen op de nieren (klachten bij het plassen, bloed in uw plas). Heeft u hier last van? Raadpleeg dan uw arts.
    • Bent u zwanger? Vraag aan uw arts of apotheker of u dit medicijn kunt gebruiken. Het is niet zeker of dit medicijn veilig is voor zwangere vrouwen.
    • Geef geen borstvoeding als u dit medicijn gebruikt. Het is niet zeker of dit medicijn veilig is voor de baby.
    • Foscarnet is een virusremmer.

      Artsen schrijven het voor bij virusinfecties, namelijk bij een infectie met CMV (cytomegalovirus) in het netvlies, de maag, de darmen of het bloed en soms bij een infectie met het herpes-simplex-virus.

      • Bij personen met een lagere weerstand kan contact met virussen veel sneller een ernstige infectie veroorzaken dan bij gezonde personen. Een lagere weerstand komt bijvoorbeeld voor bij mensen met hiv en aids en na stamceltransplantatie.

        Infectie met cytomegalovirus
        Het cytomegalovirus (CMV) is een virus dat bij mensen met een lagere weerstand een ernstige infectie kan veroorzaken. Veel mensen dragen dit virus bij zich. Het virus wordt verspreid via speeksel, urine, moedermelk, bloed of door seksueel contact. Besmetting gebeurt meestal al in de kindertijd door knuffelen en nauw contact. Het is bijna niet mogelijk het virus uit te roeien. Na de eerste infectie blijft het virus levenslang in het lichaam.

        Verschijnselen
        Als gezonde mensen CMV krijgen, merken ze daar meestal weinig van. Soms krijgen ze koorts, gezwollen lymfeklieren en voelen zich ziek. Dit verdwijnt vanzelf.

        Tijdens de zwangerschap kan een besmetting gevaarlijk zijn voor het ongeboren kind. In sommige gevallen krijgt het kind problemen met zien of horen, of ontstaan geestelijke of lichamelijke beperkingen.

        Bij mensen met een lagere weerstand verloopt een infectie met CMV soms ernstig. Het virus kan zich in verschillende organen nestelen en daar een infectie veroorzaken. Bijvoorbeeld in de longen, hersenvlies, lever of het netvlies van de ogen. Dit kan leiden tot blindheid of zelfs levensbedreigend zijn.

        Behandeling
        Artsen schrijven foscarnet voor bij infecties met CMV bij mensen met een lagere afweer, zoals hiv-patiënten, of mensen die een stamceltransplantatie hebben gekregen. Het kan ook worden gebruikt om een infectie met het virus te voorkomen.

        Als een zwangere vrouw met het virus is besmet kan zij haar baby infecteren. Bij een zwangere vrouw is geen behandeling mogelijk om dit te voorkomen. De gynaecoloog zal de ontwikkeling van de ongeboren baby dan extra goed in de gaten houden.

        Effect
        Foscarnet remt de groei van het virus en bestrijdt zo de infectie. Het virus gaat niet dood, maar blijft in het lichaam en kan opnieuw klachten geven.

        • Verschijnselen
          Een koortslip begint met een branderig, tintelend gevoel op of rond de lippen. Daarna ontstaan pijnlijke blaasjes, die na enkele dagen veranderen in met korstjes bedekte zweertjes. Dit heet een koortslip of koortsuitslag. Een koortslip of koortsuitslag komt door het herpes simplex virus.

          Besmettelijkheid
          Een koortslip is besmettelijk. Uitroeien van het virus is bijna niet mogelijk. Na de eerste infectie blijft het virus levenslang in het lichaam. Het houdt zich schuil in een gezichtszenuw en komt tevoorschijn als de weerstand lager wordt. Hier is weinig aan te doen. U kunt een koortslip proberen te voorkomen door de lippen vet te houden en in de zon een lippenbalsem met UV-filter te gebruiken.

          Het virus is alleen besmettelijk als u een koortslip heeft, vanaf de eerste tinteling totdat de zweertjes verdwenen zijn. U kunt anderen met het virus besmetten door aanraking van de plek, bijvoorbeeld door zoenen of knuffelen, maar ook door bijvoorbeeld gezamenlijk gebruik van handdoeken of bestek.

          Behandeling
          Een koortslip gaat meestal vanzelf weer over. Artsen schrijven foscarnet voor aan mensen met heel veel klachten en bij wie andere medicijnen niet werken.

          Werking
          Foscarnet voorkomt dat het virus zich vermenigvuldigt en remt zo de ziekte. Na een paar dagen heeft u minder last van klachten.

          Foscarnet kan het virus niet doden. Er blijven daardoor altijd virussen in de gezichtszenuwen over, die opnieuw klachten kunnen geven.

          Effect
          De werking begint direct.

        • Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven.

          De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende:

          Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

          • Bijwerkingen in het bloed. Zoals bloedarmoede, te weinig witte bloedcellen, te weinig bloedplaatjes en te weinig of te veel mineralen in uw bloed.

            U merkt bloedarmoede aan extreme vermoeidheid, een bleke huid of een snelle hartslag. Bij te weinig witte bloedcellen wordt u sneller ziek. U kunt last krijgen van keelpijn, koorts en kleine wondjes in de mond. Bij te weinig bloedplaatjes krijgt u sneller last van bloedingen en blauwe plekken. Neem bij deze klachten contact op met uw arts. Uw arts zal uw bloed regelmatig controleren.

          • Duizelig zijn en hoofdpijn.

          • Doof of tintelend gevoel in handen of voeten. Zelden zenuwbeschadiging.

            Krijgt u last van een branderige pijn in handen of voeten? Waarschuw dan meteen een arts.

          • Maagdarmklachten, zoals misselijk zijn, overgeven, minder eetlust en diarree. Zelden buikpijn, maagzuur, verstopping.

          • Koorts, koude rillingen en moeheid. Dit kan komen door een infectie. Neem contact op met uw arts.

          • Huiduitslag. Dit kan komen door overgevoeligheid, maar dat hoeft niet. Neem contact op met uw arts.

          Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

          • Bloedvergiftiging. U merkt dat aan koorts of juist een te lage temperatuur, een snelle ademhaling of een snelle hartslag. Waarschuw dan direct een arts.

            Dit is een sterke reactie van het lichaam op een infectie.

          • Vaak moeten plassen.

          • Uitdroging.

            Drink voldoende als u last heeft van diarree of overgeven. Zo voorkomt u uitdroging.

          • Pyschische klachten. Zoals angst, depressieve gedachten, verward zijn of onrustig zijn.

            Als u te veel last heeft van deze bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts.

          • Zwak en moe gevoel.

          • Trillen, epileptische aanvallen.

            Mensen met epilepsie hebben kans dat zij meer aanvallen krijgen. Overleg hierover met uw arts.

          • Spierpijn. In zeer zeldzame gevallen spierafbraak en zwakke spieren.

          • Bijwerkingen op het hart. Zoals hoge of lage bloeddruk en hartkloppingen.

            In zeer zeldzame gevallen hartritmestoornissen. Merkt u pijn op de borst? Raadpleeg dan uw arts.

          • Jeuk

          • Beschadiging of ontsteking van de nieren. U merkt dit aan vaak kleine beetjes moet plassen, aan bloed in de urine of vermoeidheid. Waarschuw dan een arts.

            Uw arts zal uw nieren daarom controleren voordat u dit medicijn krijgt en terwijl u dit medicijn gebruikt. Soms kan uw arts de dosering verlagen of u een ander medicijn voorschrijven waar u minder last van krijgt.

          • Opgezwollen enkels en onderbenen. Dit komt door ophoping van vocht. Dit kan komen door nierfalen (zie hieronder), maar dat hoeft niet. Raadpleeg daarom uw arts als u hier last van heeft.

          • Nierfalen. Dit merkt u aan minder plassen en donkere urine, hoofdpijn en misselijk zijn, vochtophoping zoals dikke enkels, handen of een dik gezicht. Waarschuw dan direct uw arts.

          • Aderontsteking en verstopping van een bloedvat door een bloedstolsel. Dit kunt u merken aan een pijnlijke streng op de huid (meestal op uw been) met een rode verkleuring en zwelling. Neem contact op met uw arts als u dit merkt.

          • Ontsteking van de alvleesklier. U kunt dit merken aan plotselinge hevige pijn in de bovenbuik, opgezwollen buik, misselijk zijn, overgeven, koorts en een snelle hartslag. Heeft u een van deze bijwerkingen? Waarschuw dan direct uw arts.

          • Bloeding in maag en darmen. Merkt u hevige pijn, moet u bloed ophoesten of ziet u bloed in uw poep? Waarschuw meteen uw arts.

          • Zweren, vooral rond de geslachtsdelen.

          Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

          • Overgevoeligheid voor dit medicijn. U merkt dit aan huiduitslag, galbulten of jeuk. Raadpleeg dan uw arts.

            Een ernstige overgevoeligheid is te merken aan flauwvallen of een zwelling van het gezicht, lippen, mond, tong of keel. U kunt hierbij erg benauwd worden. In zeer zeldzame gevallen ontstaat er een ernstige huidaandoening met blaren op de huid. Waarschuw in al deze gevallen direct een arts of ga naar de Eerste-hulpdienst. Bent u overgevoelig voor dit medicijn? Dan mag u het niet meer gebruiken. Geef dit daarom aan de apotheker door. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.

          • Nierstenen. Raadpleeg uw arts als u pijn heeft in de nieren of bloed moet plassen.


          Neem contact op met uw apotheker of arts als u te veel last heeft van deze of andere bijwerkingen waar u zich zorgen over maakt.


          Heeft u last van een bijwerking? Meld dit dan bij het bijwerkingencentrum lareb. Hier worden alle meldingen over bijwerkingen van medicijnen in Nederland verzameld. Ik wil een bijwerking melden

          • Regelmatig: bij meer dan 30 op de 100 mensen
            Soms: bij 10 tot 30 op de 100 mensen
            Zelden: bij 1 tot 10 op de 100 mensen
            Zeer zelden: bij minder dan 1 op de 100 mensen
            • Hoe?

              U krijgt dit medicijn meestal in het ziekenhuis. Soms kunt u het ook zelf thuis toedienen. U krijgt dit medicijn via een infuus in uw bloedvat. Het inlopen van het infuus duurt minstens 1 of 2 uur.

              • In het ziekenhuis: Uw arts of verpleegkundige geeft u dit medicijn.
              • Thuis: U krijgt van uw arts of verpleegkundige van het ziekenhuis een uitgebreide instructie over hoe u dit infuus zelf kunt toedienen. Vraag om een extra uitleg als u nog vragen heeft. Het is niet eenvoudig om zelf een infuus toe te dienen.

              Hoe vaak?

              U krijgt het infuus meestal 2 of 3 keer per dag.

              Hoe lang?

              U krijgt dit medicijn meestal 2 tot 3 weken lang als een kuur. Of totdat uw klachten minder zijn.

              • U krijgt dit medicijn meestal in het ziekenhuis. Waarschuw uw arts of verpleegkundige als u denkt dat zij vergeten zijn u een dosis te geven.

                Als u niet in het ziekenhuis ligt, maar voor het infuus een afspraak maakt, is het belangrijk dat u zich aan de afspraak houdt. Bent u de afspraak vergeten? Neem dan contact op met het ziekenhuis om een nieuwe afspraak te maken.

                U kunt dit medicijn ook thuis zelf toedienen. Bent u een dosis vergeten? Overleg met uw arts of apotheker wat u het beste kunt doen. Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.

                • Autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?
                  Ja, dat kan. U mag autorijden, en u mag eten en drinken zoals u normaal doet.

                  • Er zijn geen wisselwerkingen met andere medicijnen bekend.

                    • Zwangerschap
                      Er zijn niet veel zwangere vrouwen die dit medicijn hebben gebruikt. Daarom is niet zeker wat de risico's van dit medicijn zijn voor zwangere vrouwen en hun kind. Meld het aan uw arts en apotheker als u zwanger bent.

                      Borstvoeding
                      Er zijn niet veel vrouwen die dit medicijn hebben gebruikt tijdens het geven van borstvoeding. Daarom is niet zeker wat de risico's van dit medicijn zijn voor de baby. Geef daarom geen borstvoeding terwijl u dit medicijn krijgt.

                      Gebruikt u medicijnen op recept of die u zonder recept koopt? Wilt u helpen om de kennis over medicijngebruik tijdens zwangerschap en borstvoeding te vergroten? Meld dan uw ervaring bij Moeders van Morgen.

                      • Nieren

                        Werken uw nieren minder goed? Overleg dan met uw apotheker. Het kan zijn dat de dosering van uw medicijn aangepast moet worden.

                        Dialyseert u? Overleg dan met uw apotheker. Het kan zijn dat een ander medicijn geschikter is voor u.

                        Lever

                        Het is niet bekend of mensen met levercirrose dit medicijn veilig kunnen gebruiken.

                        • De behandeling is een kuur. Als u de kuur niet afmaakt, dan blijft het virus nog actief en kunt u opnieuw een infectie krijgen.

                          Krijgt u allergische reacties of ernstige bijwerkingen? Dan moet u stoppen met de kuur. Bespreek dit met uw arts.

                          • De werkzame stof foscarnet zit in de volgende producten:
                            • Foscarnet is sinds 1989 internationaal op de markt. Het is op recept verkrijgbaar als poeder voor infusie onder de merknaam Foscavir.

                              Laatst bijgewerkt op 19-07-2021

                              Disclaimer

                              Deze tekst is opgesteld door het Geneesmiddel Informatie Centrum van de KNMP. Deze tekst is gebaseerd op de bijsluiter van het beschreven medicijn en op andere, wetenschappelijke bronnen. Zoals medische richtlijnen, standaarden en literatuur. Bent u benieuwd hoe het apotheek.nl-team dit doet? Bekijk dan de video. Hoewel bij het opstellen van de tekst uiterste zorgvuldigheid is betracht, is de KNMP niet aansprakelijk voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige onjuistheid in deze tekst. De officiële bijsluiter van dit medicijn vindt u bij het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen op: www.cbg-meb.nl.

                              Vond u deze informatie nuttig?

                              Vind een apotheek

                              Wilt u meer weten, of heeft u een vraag over uw eigen situatie? Dan raden wij u aan naar uw eigen apotheek te gaan. Uw eigen apotheker is op de hoogte van uw persoonlijke omstandigheden en kan u uitgebreid begeleiden bij uw medicijngebruik. Bent u niet in de buurt van uw eigen apotheek, dan kunt u hier ook andere apotheken vinden.
                              Vind een apotheek blob

                              Vraag het de webapotheker

                              Vraag het de webapotheker

                              Vraag het de webapotheker

                              Het beste advies krijgt u bij uw eigen apotheek. Daar ontvangt u de zorg en begeleiding die is afgestemd op uw persoonlijke situatie. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan kunt u een vraag stellen aan de webapotheker. Een team van apothekers beantwoordt uw vraag in principe binnen enkele werkdagen.

                              Meldpunt medicijnen

                              Werkt uw medicijn heel goed of juist niet? Wordt uw medicijn niet vergoed? Of heeft u last van een bijwerking? Meld uw ervaring

                              Geen ervaringen gevonden

                              Informatie wordt bijgewerkt: