Medicijnenspironolacton bij kinderen

spironolacton bij kinderen

Medicijnenspironolacton bij kinderen

spironolacton bij kinderen

Waar is dit medicijn voor?Ervaring bij kinderenHoe werkt dit medicijn en welk effect heeft het?Hoe lang duurt het voordat dit medicijn werkt?Hoe moet uw kind dit medicijn gebruiken?BijwerkingenHoe is dit medicijn verkrijgbaar?Meer informatie
  • Spironolacton is een kaliumsparend plasmiddel. Het gaat de werking van aldosteron tegen. Aldosteron is een lichaamseigen stof die door de bijnieren wordt gemaakt. Het drijft natrium uit en houdt kalium vast in het lichaam.

    Artsen schrijven spironolacton voor bij kinderen met:

    • vocht vasthouden (oedeem);
    • een hart dat minder goed pompt (hartfalen);
    • nierziekten;
    • bepaalde vormen van hoge bloeddruk.
    • Het lichaam kan soms vocht vasthouden. Dit kan gebeuren bij een minder goede pompkracht van het hart (hartfalen), een minder goede nierwerking en levercirrose (een chronische leverziekte). Ook bij het gebruik van sommige medicijnen, zoals bijnierschorshormonen of vrouwelijke geslachtshormonen. Het vocht kan steeds meer worden op plaatsen waar het normaal niet zit. Dit heet oedeem. Dit merkt het kind het eerst aan dikke enkels en voeten. Ook kan er vocht rond de longen blijven staan. Het kind merkt dan dat hij benauwd is en sneller moe wordt.

      • Verschijnselen
        Bij hartfalen (decompensatio cordis) is de pompkracht van het hart verzwakt. Het hart pompt het bloed niet meer goed rond. Kinderen zijn daardoor sneller moe en kunnen last krijgen van vocht in de benen of achter de longen. Ze zijn ook sneller benauwd.

        Oorzaak
        Hartfalen kan ontstaan door verschillende oorzaken. Zoals een lange tijd een hoge bloeddruk hebben, slecht werkende hartkleppen en door vernauwing van de bloedvaten die het hart van bloed geven (kransslagaders). Ook kan het komen door stoornissen in het hartritme of een hartinfarct.

        Behandeling
        Bij de behandeling van hartfalen wordt vaak de oorzaak weggenomen. Dit door bijvoorbeeld het behandelen van de hoge bloeddruk of het vervangen van een slechte hartklep. Hiernaast spelen medicijnen een belangrijke rol. Artsen schrijven spironolacton voor bij ernstig hartfalen. Hierdoor verbetert de pompkracht van het hart en is de kans om aan een hartziekte te overlijden kleiner.

        • Spironolacton wordt gebruikt bij het nefrotisch syndroom. Dit is een ziekte waarbij het lichaam te veel eiwitten met de plas uitscheidt. Het komt vooral bij kinderen voor. Spironolacton wordt ook gebruikt bij tubulusnierfunctiestoornissen.

          Verschijnselen
          Bij het nefrotisch syndroom kan het kind vochtophopingen krijgen op plaatsen waar dat niet normaal is. Vooral in de enkels en in het gezicht rond de ogen. Daarnaast schuimt de plas vanwege de eiwitten die erin zitten. Ook kan het kind last krijgen van vermoeidheid en buikpijn.

          Oorzaak
          De nieren filtreren afvalstoffen uit het bloed, zodat deze via de plas het lichaam kunnen verlaten. Eiwitten mogen het lichaam niet verlaten, want zij zijn een belangrijke stof voor het lichaam.

          Bij nefrotisch syndroom zijn de nierfilters doorlaatbaar voor eiwit. Het lichaam verliest dan te veel eiwit met de plas. Als dit eiwitverlies veel is en lang duurt, is dit een ernstige situatie.

          Er zijn verschillende oorzaken voor nefrotisch syndroom. Bijvoorbeeld een ontsteking van de niercellen of een aangeboren afwijking. Maar vaak blijft de oorzaak onbekend.

          Behandeling
          Is de oorzaak een ontsteking van de niercellen? Dan schrijven artsen meestal een middel tegen ontstekingen voor, zoals prednisolon. De vochtophopingen worden bestreden met plasmiddelen, zoals thiazide-plasmiddelen. Soms werken deze onvoldoende. Of ontstaat er een kaliumtekort. Dan kan de arts spironolacton erbij voorschrijven.

          • Spironolacton wordt gebruikt bij verhoogde bloeddruk die wordt veroorzaakt door de zeldzame ziekte hyperaldosteronisme (ziekte van Conn).

            Ziekte van Conn
            Bij de ziekte van Conn maakt de bijnierschors te veel van het hormoon aldosteron. Dit lichaamseigen hormoon regelt de hoeveelheid natrium (keukenzout) en kalium in het bloed. Als er te veel aldosteron is (hyperaldosteronisme), houdt het lichaam extra zout en water vast en verliest het te veel kalium. Het gevolg is een verhoogde bloeddruk. Ook zorgt het voor een slechtere nierwerking.

            Kinderen met de ziekte van Conn hebben behalve een hoge bloeddruk ook last van veel dorst. Verder hebben ze last van veel plassen, spierkrampen en spierzwakte.

            De verhoogde aldosteron-aanmaak door de bijnier kan het gevolg zijn van een tumor in de bijnier. Soms zijn beide bijnieren vergroot en produceren ze te veel aldosteron.

            De normaal toegepaste bloeddrukverlagende medicijnen werken bij de ziekte van Conn niet. Als een tumor de oorzaak is, kan met een operatie de tumor worden verwijderd. Als een operatie niet mogelijk is, schrijven artsen spironolacton voor.

            Andere vormen van hoge bloeddruk
            Spironolacton wordt soms ook gebruikt bij andere vormen van hoge bloeddruk, in combinatie met andere plasmiddelen.

            Klachten door een hoge bloeddruk kunnen bij kinderen erg verschillen. Soms voelen kinderen er zelfs helemaal niets van.

            Klachten die kunnen voorkomen bij baby's met een verhoogde bloeddruk zijn bijvoorbeeld prikkelbaarheid, spugen en onvoldoende aankomen in gewicht. Oudere kinderen met een verhoogde bloeddruk kunnen klagen over hoofdpijn en in ernstige gevallen over wazig zien.

            Behandeling
            Bij hoge bloeddruk schrijven artsen eerst meestal een plasmiddel voor. Een plasmiddel maakt de kans om te overlijden aan een beroerte of aan een hartziekte kleiner.

            Als bijwerking van de meeste plasmiddelen kan een kaliumtekort in het bloed ontstaan. Dit kan een nadeel zijn voor kinderen die digoxine gebruiken, hartritmestoornissen hebben of een andere hartaandoening hebben. Als er een kaliumtekort ontstaat, schrijft de arts ook een kaliumsparend plasmiddel voor, zoals spironolacton.

          • Spironolacton is officieel geregistreerd bij kinderen. Registratie betekent dat de fabrikant spironolacton bij kinderen uitgebreid heeft onderzocht. Uit het onderzoek van de fabrikant blijkt dat het bij kinderen werkt en veilig is. De overheid heeft goedgekeurd dat het medicijn te krijgen is.

            • Spironolacton gaat de werking van aldosteron tegen. Aldosteron is een lichaamseigen stof die door de bijnieren wordt gemaakt. Het drijft natrium uit en houdt kalium vast in het lichaam. Hierdoor wordt het kaliumtekort door andere plasmiddelen minder. Van deze kaliumsparende werking merkt uw kind zelf niet veel. Daarnaast zorgt dit medicijn voor minder vochtophopingen.

              • Oedeem (vasthouden van vocht): het oedeem wordt minder en dikke enkels en voeten verdwijnen. Ook de benauwdheid neemt af.
              • Hartfalen: door dit medicijn blijft er minder vocht achter in de bloedvaten. Daardoor hoeft het hart minder hard te werken. De pompkracht van het hart neemt daardoor toe.
              • Nierziekten: dit medicijn zorgt voor minder vochtophopingen bij het nefrotisch syndroom.
              • Hoge bloeddruk: door dit medicijn blijft er minder vocht achter in de bloedvaten. Hierdoor daalt de bloeddruk en is er minder kans op een beroerte. Door met een plastablet de bloeddruk te verlagen, is de kans om aan een beroerte of aan een hartziekte te overlijden kleiner.

              Ook door een zoutarm dieet te volgen, kan uw kind de hoeveelheid vocht in het bloed laten dalen. De huisarts of diëtist kan uw kind hierover adviseren.

              • De werking begint binnen 2 tot 3 dagen en houdt een paar dagen aan. Uw kind merkt pas later dat het werkt.

                • Oedeem, hoge bloeddruk: als uw kind last heeft van hartkloppingen door kaliumtekort, kan hij binnen een paar dagen tot weken merken dat hij hier minder last van heeft.
                • Hartfalen: een goed effect bij hartfalen is na een paar weken te merken. Uw kind merkt dan dat hij minder last heeft van dikke enkels, benauwdheid en moeheid.
                • Nierziekten: een goed effect bij nefrotisch syndroom is na een paar weken te merken. U merkt dan dat het kind minder last heeft van vochtophopingen, vermoeidheid en buikpijn.

                Maar meestal weet u pas of het medicijn bij uw kind werkt na bloedonderzoek. Toch is het belangrijk dit medicijn elke dag in te nemen. Alleen dan kan een kaliumtekort worden voorkomen.

                • Kijk voor de dosering altijd op het etiket van de apotheek.

                  Hoe?

                  Hieronder vindt u hoe uw kind het medicijn het beste kan innemen.

                  • Tabletten: laat uw kind de tablet innemen met een beetje water.
                    • In plaats van met water kan uw kind sommige tabletten ook innemen met ander drinken. Zoals melk, limonade of vruchtensap. Of met zacht voedsel. Zoals een lepel appelmoes, jam of vruchtenyoghurt. Vraag aan de apotheker wat de mogelijkheden zijn.
                    • Heeft uw kind moeite met het heel doorslikken van een tablet? Bekijk dan het instructiefilmpje 'Slikken van medicijnen'. Hierin kunt u zien hoe een kind de tablet het beste kan innemen.
                    • Werkt dat onvoldoende? Neem dan contact op met de apotheker. Sommige tabletten mag u fijnstampen. Maar let op: er zijn ook tabletten die u niet mag fijnstampen. Omdat het medicijn dan minder goed of zelfs niet meer werkt. Soms kan het medicijn hierdoor vies smaken. Of uw kind krijgt eerder last van bijwerkingen, zoals maagklachten. Vraag dit dus eerst aan de apotheker.
                  • Drank: meet de drank af met de bijgeleverde maatlepel, doseerspuit of maatbeker.
                    • Heeft u voor uw baby een doseerspuitje gekregen? Spuit de vloeistof dan voorzichtig in de wangzak van uw baby.

                  Wanneer?

                  Uw kind kan het medicijn het best met wat eten innemen. Hij heeft dan de minste kans op maagdarmklachten.

                  Kies een vaste tijd. Het liefst 's ochtends bij het ontbijt en 's avonds bij het eten. Dan vergeet uw kind minder snel een dosis.

                  Hoe lang?

                  • Oedeem: hoe lang uw kind dit medicijn moet gebruiken, hangt af van de oorzaak van het oedeem. Als uw kind spironolacton krijgt in combinatie met een ander plasmiddel, moet hij meestal beide medicijnen blijven slikken. Het kan zijn dat het kaliumgehalte in het bloed van uw kind weer normaal wordt. Dan zal de arts proberen of het ook normaal blijft zonder spironolacton.
                  • Hartfalen: een behandeling voor hartfalen is meestal voor een lange tijd.
                  • Nierziekten: de behandeling duurt meestal zo lang de nierziekte duurt. Soms duurt het een paar maanden tot jaren, soms levenslang.
                  • Hoge bloeddruk: een behandeling voor hoge bloeddruk is meestal langdurig. Als uw kind spironolacton krijgt in combinatie met een ander plasmiddel, moet hij meestal beide medicijnen blijven slikken. Het kan zijn dat het kaliumgehalte in het bloed van uw kind weer normaal wordt. Dan zal de arts proberen of het ook normaal blijft zonder spironolacton.
                  • Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven. De meeste bijwerkingen die bekend zijn, zijn gemeld bij volwassenen. Over bijwerkingen bij kinderen is minder bekend dan bij volwassenen. Waarschijnlijk kunnen de bijwerkingen die bij volwassenen gemeld zijn, ook voorkomen bij kinderen. Zie voor deze bijwerkingen en hoe vaak deze voorkomen de informatie over spironolacton bij volwassenen.Bijwerkingen waarvan bekend is dat ze kunnen voorkomen, zijn:

                    • Te veel aan kalium, een stof in het bloed.

                      Uw kind merkt dit meestal zelf niet op. Soms kan uw kind hierdoor last krijgen van lusteloosheid en hartritmestoornissen. Een te hoog kaliumgehalte kan ontstaan als de nieren minder goed werken. Of als uw kind diabetes mellitus (suikerziekte) heeft, die niet goed onder controle is met dieet of medicijnen. De arts zal het kaliumgehalte regelmatig controleren.

                    • Bij jongens: borstvorming.

                      Deze bijwerking is een gevolg van de verstoring van de balans tussen mannelijke en vrouwelijke geslachtshormonen. Als uw kind last heeft van deze bijwerking, vraag dan advies aan de arts. Mogelijk moet de dosering aangepast worden, of is een ander medicijn geschikter voor uw kind.


                    Heeft uw kind last van een bijwerking? Meld dit dan bij het bijwerkingencentrum lareb. Hier worden alle meldingen over bijwerkingen van medicijnen in Nederland verzameld. Ik wil een bijwerking melden

                    • Regelmatig: bij meer dan 30 op de 100 mensen
                      Soms: bij 10 tot 30 op de 100 mensen
                      Zelden: bij 1 tot 10 op de 100 mensen
                      Zeer zelden: bij minder dan 1 op de 100 mensen
                      • Spironolacton is voor kinderen te verkrijgen in tabletten. Het wordt ook in bepaalde (ziekenhuis)apotheken bereid als drank.

                        • Meer informatie over dit medicijn vindt u bij spironolacton bij kinderen bij volwassenen. In deze tekst vindt u onder andere informatie over:

                          • wat u moet doen als een dosis is vergeten;
                          • of het mogelijk is om zomaar met dit medicijn te stoppen;
                          • of het medicijn samen mag met andere medicijnen.

                          Voor deze onderwerpen is de informatie voor kinderen en volwassenen hetzelfde, of is er geen specifieke informatie voor kinderen bekend.

                          Laatst bijgewerkt op 27-01-2020

                          Disclaimer

                          Deze tekst is geschreven door het Geneesmiddel Informatie Centrum van de KNMP. Voor het opstellen van deze teksten is gebruik gemaakt van het Kinderformularium van het NKFK en andere wetenschappelijke bronnen. Hoewel bij het opstellen van de tekst uiterste zorgvuldigheid is betracht, is de KNMP niet aansprakelijk voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige onjuistheid in deze tekst.

                          Vond u deze informatie nuttig?

                          Vind een apotheek

                          Wilt u meer weten, of heeft u een vraag over uw eigen situatie? Dan raden wij u aan naar uw eigen apotheek te gaan. Uw eigen apotheker is op de hoogte van uw persoonlijke omstandigheden en kan u uitgebreid begeleiden bij uw medicijngebruik. Bent u niet in de buurt van uw eigen apotheek, dan kunt u hier ook andere apotheken vinden.
                          Vind een apotheek blob

                          Vraag het de webapotheker

                          Vraag het de webapotheker

                          Vraag het de webapotheker

                          Het beste advies krijgt u bij uw eigen apotheek. Daar ontvangt u de zorg en begeleiding die is afgestemd op uw persoonlijke situatie. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan kunt u een vraag stellen aan de webapotheker. Een team van apothekers beantwoordt uw vraag in principe binnen enkele werkdagen.
                          Informatie wordt bijgewerkt: