MedicijnenBriviact

Briviact | brivaracetam

Werkzame stof: brivaracetam


Onderstaande tekst gaat over de werkzame stof brivaracetam.

MedicijnenBriviact

Briviact

Werkzame stof: brivaracetam


Onderstaande tekst gaat over de werkzame stof brivaracetam.

Belangrijkste zakenWaarbij gebruik ik het?Mogelijke bijwerkingenHoe gebruik ik dit?Een keer vergeten, wat nu?Mag ik autorijden, alcohol drinken, alles eten?Gebruik met andere medicijnenGebruik bij zwangerschap of borstvoedingMag ik zomaar stoppen?Onder welke namen verkrijgbaar?Heb ik een recept nodig?
    • Brivaracetam brengt overprikkelde zenuwen in de hersenen tot rust.
    • Bij epilepsie. Het duurt enkele weken voordat u merkt dat aanvallen minder optreden of verdwijnen.
    • Neem de dosis 2 keer per dag in: 's ochtends en 's avonds.
      Tabletten: doorslikken met een half glas water.
      Drank: afmeten met de doseerspuit. U mag de drank zo innemen of eerst mengen met water of vruchtensap.
    • Bijwerkingen in het begin: slaperig en duizelig zijn. Ook moe en verward zijn.
    • Pas op met alcohol. Dit kan u nog suffer maken.
    • Let op! U mag de eerste week niet autorijden. Nadat u 1 week lang dezelfde dosering heeft gebruikt mag u weer autorijden. Rijd daarna alleen als u geen bijwerkingen heeft.
    • Andere bijwerkingen: misselijkheid, minder eetlust, griep of verkoudheid en een onrustig of angstig gevoel.
    • U heeft minder kans op bijwerkingen als u met een lage dosis begint en de dosering daarna langzaam opbouwt.
    • Stop niet in een keer met dit medicijn: bouw langzaam af. Overleg eerst met uw arts.
    • Brivaracetam beïnvloedt de informatieoverdracht via zenuwen in de hersenen.

      Artsen schrijven het voor bij epilepsie.

      • Er zijn verschillende vormen van epilepsie. Bij veel vormen is sprake van epileptische aanvallen, waarbij men zijn bewustzijn verliest en de spieren verkrampen. De spierschokken kunnen meer of minder hevig zijn. Soms zijn er geen spierschokken en is men alleen een paar seconden afwezig (absences).
        Er zijn ook lichtere aanvallen zonder bewusteloosheid. Daarbij voelt u alleen tintelingen in een arm, hoort of ziet u dingen die er niet zijn, of zijn er lichte bewegingen (friemelen, smakken) merkbaar. 

        Oorzaak
        Bij een aanval van epilepsie verloopt de informatieoverdracht tussen zenuwcellen in de hersenen niet goed. Prikkels in de hersenen kunnen hierdoor epileptische aanvallen veroorzaken.
        Epilepsie kan allerlei oorzaken hebben, bijvoorbeeld: zuurstofgebrek tijdens de geboorte, een hersenvliesontsteking, een ongeval, een beroerte of (zelden) een hersentumor. Bij een bepaalde vorm van epilepsie kunnen lichtflitsen (TV, computergames, discolicht) een aanval uitlokken. Meestal is de oorzaak echter onbekend en is er sprake van aanleg. De ziekte kan op elke leeftijd ontstaan maar begint meestal op de kinderleeftijd.

        Behandeling
        Er zijn verschillende medicijnen tegen epilepsie. Bij de keuze van een medicijn voor de behandeling van epilepsie volgt uw arts meestal een schema, waarbij medicijnen in een vaste volgorde worden uitgeprobeerd.

        Brivaracetam wordt meestal pas gebruikt als de eerste-keus-middelen niet voldoende werken of te veel bijwerkingen hebben. Het wordt dan gebruikt in combinatie met andere epilepsiemiddelen.

        Werking
        Brivaracetam beïnvloedt de informatieoverdracht tussen zenuwcellen in de hersenen. Het maakt de zenuwen minder prikkelbaar, zodat ze niet te snel reageren. Hierdoor helpt het bepaalde epilepsieaanvallen te voorkomen.

        Effect
        Dit medicijn werkt niet altijd bij iedereen. Na een aantal weken zal duidelijk zijn of het voldoende werkt. U merkt dat doordat epilepsieaanvallen minder vaak optreden en minder heftig zijn of helemaal verdwijnen. 

      • Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven.

        Om de kans op bijwerkingen aan het begin van de behandeling te verkleinen, moet u starten met een lage dosering. De dosering wordt daarna geleidelijk opgebouwd.

        De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende:

        Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

        • Slaperigheid en duizeligheid

          Dit gaat meestal binnen een week over als u gewend bent geraakt aan het medicijn.
          Voorkom ongelukken bij activiteiten thuis, op het werk en in het verkeer. Bijvoorbeeld wanneer u een ladder beklimt, apparaten bedient en op het werk iets bewaakt of controleert.

        • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid, braken of verstopping

          Bij misselijkheid helpt het om dit medicijn met wat voedsel in te nemen. Dan heeft u hier minder last van.

        • Verkoudheid, griep, loopneus, keelpijn, hoest

        • Minder eetlust. Hierdoor kunt u afvallen in gewicht.

        • Vermoeidheid, slapeloosheid, draaierig gevoel

        • Psychische klachten, zoals depressieve gevoelens en angstgevoelens, prikkelbaarheid. Zeer zelden verwardheid, agressie, hallucinaties en zelfmoordgedachten. Overleg met uw arts als u deze klachten merkt.
          Mensen met schizofrenie, waandenkbeelden, hallucinaties of ernstige verwardheid (psychosen) kunnen meer klachten krijgen. Overleg met uw psychiater voor u dit medicijn gaat gebruiken.

        Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

        • Overgevoeligheid voor dit medicijn. Dit merkt u aan huiduitslag, galbulten of jeuk.

          Raadpleeg dan uw arts.
          Als u overgevoelig bent voor dit medicijn mag u het in de toekomst niet meer gebruiken. Geef aan de apotheker door dat u overgevoelig bent voor brivaracetam. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u het medicijn of andere hierop lijkende medicijnen niet opnieuw krijgt.


        Neem contact op met uw apotheker of arts als u te veel last heeft van deze of andere bijwerkingen waar u zich zorgen over maakt.


        Heeft u last van een bijwerking? Meld dit dan bij het bijwerkingencentrum lareb. Hier worden alle meldingen over bijwerkingen van medicijnen in Nederland verzameld. Ik wil een bijwerking melden

        • Regelmatig: bij meer dan 30 op de 100 mensen
          Soms: bij 10 tot 30 op de 100 mensen
          Zelden: bij 1 tot 10 op de 100 mensen
          Zeer zelden: bij minder dan 1 op de 100 mensen
          • Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek.

            Hoe?
            Tabletten: heel doorslikken met een half glas water.
            Drank: meet de benodigde hoeveelheid af met de doseerspuit. U mag de dosis zo innemen, of mengen met water of vruchtensap. De verpakking bevat een doseerspuitje en een hulpstukje dat in de hals van de fles past. De doseerspuit past op het gat van het hulpstukje. Volg de instructie in de bijsluiter of vraag uw apotheek het voor te doen.
            Injectie of infuus: de arts of verpleegkundige zal deze bij u toedienen.

            Wanneer?
            U gebruikt dit medicijn 2 keer per dag: 's ochtends en 's avonds. Kies hiervoor vaste tijdstippen, dan vergeet u minder snel een dosis.

            Hoelang?
            U zult dit medicijn waarschijnlijk langdurig moeten gebruiken. Na enkele weken tot maanden zal uw arts met u bekijken of het voldoende werkzaam is. Het kan zijn dat de arts de dosering tussentijds aanpast. Verander in elk geval nooit zelf de dosering.

            • Het is belangrijk dat u dit medicijn consequent inneemt. Mocht u toch een dosis vergeten zijn:

              • U gebruikt dit medicijn 2 keer per dag: duurt het nog meer dan 4 uur voor u de volgende dosis normaal inneemt? Neem de vergeten dosis dan alsnog in. Duurt het nog minder dan 4 uur? Sla de vergeten dosis dan over.

              Neem nooit een dubbele dosis. Bij dit medicijn heeft een te hoge dosering snel schadelijke gevolgen.

              • autorijden?
                Het kan gevaarlijk zijn aan het verkeer deel te nemen als u dit medicijn gebruikt. Dit komt door bijwerkingen, zoals (draai)duizelig, slaperig en moe zijn.

                U mag de eerste week dat u dit medicijn gebruikt niet autorijden. Rijd ook geen auto zolang de dosering nog omhoog gaat. Pas nadat u 1 week dezelfde dosering heeft gebruikt, mag u weer autorijden. Maar doe dat alleen als u geen last meer heeft van de bijwerkingen. Na 1 week dezelfde dosering gebruiken, zijn de meeste mensen voldoende gewend geraakt aan de effecten.

                Gebruikt u ook andere medicijnen die deze bijwerkingen geven? Let er dan op dat u meer last kunt hebben van deze bijwerkingen.

                Let op: als u epilepsie heeft, mag u vaak niet autorijden. Of u mag autorijden, hangt af van bepaalde keuringseisen. Overleg hierover met uw arts. Ook heeft het Epilepsiefonds meer informatie over het deelnemen aan het verkeer met epilepsie. Wilt u meer informatie over autorijden bij bepaalde aandoeningen? Kijk dan op de website van het CBR.

                Voor meer algemene informatie kunt u het thema 'Medicijnen in het verkeer' lezen. In dit thema leest u bijvoorbeeld wat de wet zegt over medicijnen in het verkeer. Ook vindt u adviezen waarmee u rekening moet houden als u wel (weer) mag autorijden.

                alcohol drinken?
                Door alcohol wordt u sneller slaperig door dit medicijn. Bovendien verhoogt alcohol de kans op maagklachten en versterkt het de kans op duizelig zijn. Gebruik daarom liever geen alcohol als u dit medicijn krijgt.

                alles eten?
                Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

                • Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan meestal alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje 'samenstelling'.

                  De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

                  • Andere medicijnen die het reactievermogen verminderen. Bij deze middelen is meestal op de verpakking een gele waarschuwingssticker geplakt. De effecten op bijvoorbeeld de rijvaardigheid versterken elkaar. Rijd geen auto als u twee of meer van dergelijke middelen gebruikt.
                  • Rifampicine, een medicijn tegen tuberculose en meningitis (hersenvliesontsteking). Rifampicine vermindert de werking van brivaracetam. Uw arts zal de dosering van brivaracetam verhogen. Als u stopt met rifampicine kan het effect op brivaracetam nog enkele weken aanhouden.
                  • Anticonceptiepil. Brivaracetam kan de betrouwbaarheid van bepaalde pillen verminderen, namelijk de sub-30-pil. Hierdoor stijgt de kans op een zwangerschap. Meestal kunt u overgaan op de sub-50-pil. Deze is wel betrouwbaar in combinatie met brivaracetam. Overleg met uw arts of dat in uw geval mogelijk is. Als u stopt met brivaracetam is het effect op de sub-30-pil nog enkele weken aanwezig. Overleg hierover met uw arts.

                  Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

                  • Zwangerschap
                    Bespreek met uw arts uw kinderwens, voordat u zwanger bent. Bent u zwanger? Neem dan direct contact op met uw arts.
                    Er zijn niet veel zwangere vrouwen die dit medicijn hebben gebruikt. Daarom is niet zeker wat de risico's van dit medicijn zijn voor zwangere vrouwen en hun kind. Wel is bekend dat een epilepsieaanval schadelijk kan zijn voor de baby. Overleg daarom met uw arts over de voor- en nadelen.

                    Goede controle tijdens de zwangerschap is belangrijk. Soms is het nodig de hoeveelheid van het medicijn in het bloed te meten en de dosering aan te passen.

                    Gebruik in ieder geval foliumzuur vanaf een maand voor het moment dat u zwanger wilt worden tot 2 maanden nadat u zwanger bent geworden. U vermindert hiermee de kans op aangeboren afwijkingen.

                    Borstvoeding
                    Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts. Artsen schrijven brivaracetam meestal voor in combinatie met andere epilepsiemiddelen. Combinaties van epilepsiemedicijnen geven meer risico's op bijwerkingen bij de baby. Zoals niet goed willen drinken, overgeven, sufheid en prikkelbaarheid.

                    Bovendien is van brivaracetam niet bekend of het in de moedermelk komt en of het schadelijk is voor de baby.

                    Mogelijk kan de arts u (tijdelijk) een ander medicijn voorschrijven, waarvan wel bekend is dat u het veilig kunt gebruiken.

                    Als u dit medicijn toch moet gebruiken en u borstvoeding wilt blijven geven, is het belangrijk de baby goed te controleren op niet goed willen drinken, overgeven, sufheid en prikkelbaarheid.

                    Gebruikt u medicijnen op recept of die u zonder recept koopt? Wilt u helpen om de kennis over medicijngebruik tijdens zwangerschap en borstvoeding te vergroten? Meld dan uw ervaring bij Moeders van Morgen.

                    • U kunt niet zomaar stoppen. Overleg altijd met uw arts als u wilt stoppen. De dosering moet namelijk langzaam worden afgebouwd, omdat anders ernstige epileptische aanvallen kunnen ontstaan. Dit afbouwen kan enkele maanden duren.

                      Moet u stoppen omdat u overgevoelig bent of ernstige bijwerkingen hebt? Stop dan wel direct en waarschuw meteen een arts.

                      Ook als u een ander epilepsiemedicijn gaat gebruiken, mag u niet in één keer met dit medicijn stoppen. Eerst zult u het tweede medicijn ernaast gebruiken in geleidelijk oplopende dosering. Als dit allemaal goed gaat, kunt u in overleg met de arts het eerste medicijn geleidelijk afbouwen.

                      • De werkzame stof brivaracetam zit in de volgende producten:
                        • Brivaracetam is sinds 2016 internationaal op de markt. Het is op recept verkrijgbaar in tabletten, drank en injecties onder de merknaam Briviact.

                          Laatst bijgewerkt op 02-09-2022

                          Disclaimer

                          Deze tekst is opgesteld door het Geneesmiddel Informatie Centrum van de KNMP. Deze tekst is gebaseerd op de bijsluiter van het beschreven medicijn en op andere, wetenschappelijke bronnen. Zoals medische richtlijnen, standaarden en literatuur. Bent u benieuwd hoe het apotheek.nl-team dit doet? Bekijk dan de video. Hoewel bij het opstellen van de tekst uiterste zorgvuldigheid is betracht, is de KNMP niet aansprakelijk voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige onjuistheid in deze tekst. De officiële bijsluiter van dit medicijn vindt u bij het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen op: www.cbg-meb.nl.

                          Vond u deze informatie nuttig?

                          Vind een apotheek

                          Wilt u meer weten, of heeft u een vraag over uw eigen situatie? Dan raden wij u aan naar uw eigen apotheek te gaan. Uw eigen apotheker is op de hoogte van uw persoonlijke omstandigheden en kan u uitgebreid begeleiden bij uw medicijngebruik. Bent u niet in de buurt van uw eigen apotheek, dan kunt u hier ook andere apotheken vinden.
                          Vind een apotheek blob

                          Vraag het de webapotheker

                          Vraag het de webapotheker

                          Vraag het de webapotheker

                          Het beste advies krijgt u bij uw eigen apotheek. Daar ontvangt u de zorg en begeleiding die is afgestemd op uw persoonlijke situatie. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan kunt u een vraag stellen aan de webapotheker. Een team van apothekers beantwoordt uw vraag in principe binnen enkele werkdagen.

                          Meldpunt medicijnen

                          Werkt uw medicijn heel goed of juist niet? Wordt uw medicijn niet vergoed? Of heeft u last van een bijwerking? Meld uw ervaring
                          Informatie wordt bijgewerkt: