Antibiotica

Uw apotheek en antibioticaWerking antibioticaAntibioticaresistentieKuur afmakenAntibiotica innemen – wanneer en hoeAntibioticum vergeten?Wisselwerking antibiotica met andere middelenBijwerkingen antibioticaEerder verbranden met antibioticaMeer over antibiotica in het virtueel museum

Antibiotica zijn medicijnen die werken tegen bacteriën. Ze helpen als u last hebt van een longontsteking of een blaasontsteking. Maak de antibioticakuur altijd af. Anders kunnen er bacteriën in het lichaam achterblijven en kunnen de klachten terugkomen.

  • Als u antibiotica ophaalt bij de apotheek, doet de apothekersassistente of apotheker het volgende:

    • controleren of u het antibioticum kunt gebruiken. Dus of het samen kan met uw andere medicijnen, uw klachten en ziektes. Maar ook of het antibioticum kan bij zwangerschap of borstvoeding;
    • controleren of u de goede dosering krijgt, bijvoorbeeld als uw nieren minder goed werken;
    • bij een antibioticum voor een kind kijkt de assistente of de apotheker of het antibioticum geschikt is voor kinderen en rekent de dosering na;
    • adviseren hoe u het antibioticum het beste kunt innemen.
    • Antibiotica werken tegen bacteriën. Bacteriën zijn zo klein dat je ze niet kunt zien. Soms kunnen  bacteriën zich snel delen en zich over uw lichaam verspreiden bijvoorbeeld als u koorts heeft. Sommige bacteriën zijn nuttig en hebt u nodig. Zo zijn veel bacteriën in de darm nuttig en helpen ze bij de vertering van het voedsel. Maar veel andere bacteriën kunnen u ziek maken, ofwel een infectie veroorzaken.

      De arts kan een antibioticum voorschrijven bij een infectie zoals longontsteking of blaasontsteking. Soms is er meer dan één antibioticum nodig om de infectie te laten verdwijnen. Dit is bijvoorbeeld zo bij een maagzweer. Er zit dan een schadelijke bacterie in de maag.

      Antibiotica werken helaas niet tegen virussen, zoals bij griep, verkoudheid of waterpokken.

      Er bestaan verschillende soorten antibiotica die werken tegen verschillende soorten bacteriën die ziekten en klachten veroorzaken.

      Wanneer schrijft arts antibiotica voor?

      De arts schrijft alleen antibiotica voor als het echt nodig is: als het lichaam van de patiënt de ziekmakende bacteriën niet zelf kan doden. Het lichaam heeft dan wat hulp nodig. Het lichaam van iemand met een goede weerstand kan de bacteriën meestal zelf bestrijden.

      • Als veel mensen (onnodig) antibiotica gebruiken, dan werken ze in de toekomst minder goed tegen bacteriën: de bacteriën worden resistent. Als de bacterie resistent wordt, past de bacterie zich aan zodat het antibioticum de bacterie niet meer kan doden. We zeggen dan dat de bacterie ongevoelig of immuun (=resistent) is voor een bepaald antibioticum. Dit antibioticum helpt dan niet meer tegen deze bacterie, ook niet bij andere patiënten. Veel gebruiken van antibiotica leidt tot resistentie.
        Artsen willen resistentie natuurlijk voorkomen. Daarom zijn zij terughoudend met het voorschrijven van antibiotica.

        Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) biedt meer informatie over antibioticaresistentie

        • Maak een antibioticakuur altijd af. Als u eerder stopt, kunnen enkele bacteriën overleven. De infectie blijft dan bestaan of keert terug. Maak dus altijd de kuur af en volg de adviezen van uw arts en het etiket.

          Een antibioticakuur duurt vaak 5 tot 10 dagen. Soms korter, soms langer. Heeft u vragen over de lengte van uw kuur? De arts of apotheker beantwoordt ze graag. 

          • Het gebruik van het antibioticum verschilt per medicijn. Soms moet u het antibioticum 3 keer per dag innemen, soms maar 1 keer per dag. Dit hangt af van het soort antibioticum en hoe ziek u bent. Het gebruik van het medicijn staat op het etiket. De assistente of de apotheker vertelt u ook graag hoe u het antibioticum het beste kunt innemen.

            Wanneer innemen

            Gebruikt u het antibioticum vaker dan 1 keer per dag? Dan is het belangrijk dat u de tabletten over de dag verdeelt. Hierdoor werkt het antibioticum de hele dag door. Voorbeelden:

            • 1 keer per dag: elke dag op hetzelfde tijdstip
            • 3 keer per dag: bijvoorbeeld bij het opstaan in de ochtend, in de middag en voor het slapengaan.
            • 4 keer per dag: bijvoorbeeld 7.00 - 12.00 - 17.00 - 23.00 uur.

            Sommige antibiotica werken beter als u ze op een lege maag inneemt. Op het etiket staat dan: 1 uur voor of 2 uur na het eten innemen.

            Sommige antibiotica kunt u het beste innemen met wat voedsel. Dan heeft u minder kans op klachten van de maag of de darmen.

            Hoe innemen

            • Tabletten of capsules kunt u het beste innemen met water als u staat of zit. Houd bij het doorslikken uw hoofd een beetje naar voren. Drink er een flink glas water achteraan. Zo gaat het medicijn snel door de slokdarm naar de maag. Dat is belangrijk: sommige antibiotica kunnen de slokdarm beschadigen als ze blijven hangen in de keel.
            • Oplostabletten lost u op in een beetje water. Wacht tot het medicijn is opgelost en drink het op. Drink er daarna nog een glas water achteraan.
            • Kinderen krijgen vaak een antibioticum als drankje. Meestal is dit een drankje dat u van tevoren goed moet schudden: een suspensie. Dit schudden is nodig zodat het kind de juiste hoeveelheid medicijn binnen krijgt. Meet na het schudden de goede hoeveelheid af. Geef het kind daarna nog wat water of limonade als het kind dat lekker vindt. Sommige drankjes smaken niet zo lekker. De assistente of de apotheker weet of u het antibioticum-drankje ergens mee mag mengen. Dit is soms nodig door de vieze smaak van het antibioticum-drankje.
            • Bent u vergeten uw antibioticum op tijd in te nemen? Neem het antibioticum zo snel mogelijk alsnog in. Maar doe dit niet als het al bijna tijd is voor de volgende inname. Neem de volgende dosering dan in op de normale tijd. U kunt op deze website per medicijn kijken wat u moet doen als u het medicijn vergeten bent. U zoekt op het medicijn en kijkt onder het kopje ‘Een keer vergeten, wat nu?’
              Maak wel de kuur af tot alle tabletten op zijn.

              Bel bij twijfel met uw apotheker of arts. Zij geven u graag advies.

              • Het is mogelijk dat medicijnen invloed hebben op elkaar. Hierdoor kunnen ze sterker werken en hebt u meer kans op bijwerkingen. Of de medicijnen werken juist minder goed. Laat uw arts en apotheker daarom weten welke medicijnen u nog meer gebruikt. Niet alleen de medicijnen die u krijgt via de medisch specialist, maar ook vrij verkrijgbare medicijnen. Voorbeelden zijn de paracetamol uit de supermarkt of de ibuprofen van de drogist.

                Als u altijd naar dezelfde apotheek gaat, heeft deze apotheek een goed en volledig overzicht van uw medicijnen. De apotheek kan dan zien of u uw antibioticum samen kunt gebruiken met uw andere medicijnen.

                Antibiotica en de pil

                Antibiotica hebben geen invloed op de werking van de anticonceptiepil. Ook als u antibiotica gebruikt, werkt de pil goed.

                Antibiotica en alcohol

                Bij de meest antibiotica mag u alcohol gebruiken. Maar niet bij metronidazol. Uw lichaam reageert hierop anders dan normaal. Uw gezicht kan dan rood worden, u kunt misselijk worden en het benauwd krijgen. Ook kunt u lst krijgen van hoofdpijn, zweten en verwardheid. Dit kan al gebeuren bij kleine hoeveelheden alcohol.

                • Veel voorkomende bijwerkingen van antibiotica zijn:

                  • Diarree of dunne poep (ontlasting). Dit komt doordat het antibioticum de lichaamseigen bacteriën in de darmen (de darmflora) aanvalt. Er zijn producten die het aantal goedaardige bacteriën kunnen aanvullen. Dit zijn probiotica. Hierdoor zou u minder last hebben van klachten van de darmen door het antibioticum. Het is niet duidelijk of deze probiotica echt werken.
                    Dunne ontlasting komt niet altijd door het antibioticum. Soms komt het door de infectie zelf waarvoor u het antibioticum krijgt.
                  • Overgevoeligheid of allergische reactie. De verschijnselen hiervan zijn: benauwdheid, koorts of flauwvallen. Rode vlekjes op de huid kunnen wijzen op een allergie, maar kunnen ook een gewone bijwerking zijn. Neem bij deze klachten contact op met uw arts of apotheker.

                  Weet u dat u overgevoelig bent voor een antibioticum? Geef dit dan door aan de apotheek en aan de arts. De apotheek vermeldt dit in uw medicatiedossier. In de toekomst krijgt u dan niet nog een keer dit antibioticum.

                  • Antibiotica uit de groep van tetracyclines kunnen overgevoeligheid voor zonlicht veroorzaken. Dit zijn bijvoorbeeld doxycycline en minocycline. Als u in de zon komt bij gebruik van deze medicijnen, kunt u flink verbranden. Ook als u normaal nooit verbrandt. Gebruikt u een tetracycline? Blijf dan zoveel mogelijk uit de zon. Komt u toch in de zon? Zorg dan voor extra bescherming: dicht geweven kleding, iets op het hoofd en een zonnebrandmiddel met een hoge beschermingsfactor. Ook bij bewolkt weer, want ook dan kunt u verbranden.

                    Is dit voor u lastig? Bijvoorbeeld omdat u naar een tropisch land op vakantie gaat. Overleg dan met uw arts of apotheker voor een ander antibioticum zonder deze bijwerking.

                    • Alexander Fleming ontdekte 90 jaar geleden het eerste antibioticum. De digitale tentoonstelling 'De erfenis van Fleming' is een eerbetoon aan hem en zijn ontdekking. U leert meer over de ontdekking van antibiotica en hoe antibiotica werken. Ook komt u meer te weten over resistentie voor antibiotica.

                      Nationaal Farmaceutisch Museum

                      In het Nationaal Farmaceutisch Museum ontmoeten het verleden, het heden en de toekomst van de farmacie elkaar in een nieuw soort museumomgeving: het virtueel museum. Hier ontdekt u het verhaal van mens, medicijn en maatschappij.

                      U vindt het virtueel museum op nationaalfarmaceutischmuseum.nl.

                      • Laatst bijgewerkt op 09-08-2022

                        Disclaimer

                        description

                        Vind een apotheek

                        Wilt u meer weten, of heeft u een vraag over uw eigen situatie? Dan raden wij u aan naar uw eigen apotheek te gaan. Uw eigen apotheker is op de hoogte van uw persoonlijke omstandigheden en kan u uitgebreid begeleiden bij uw medicijngebruik. Bent u niet in de buurt van uw eigen apotheek, dan kunt u hier ook andere apotheken vinden.
                        Vind een apotheek blob

                        Vraag het de webapotheker

                        Vraag het de webapotheker

                        Vraag het de webapotheker

                        Het beste advies krijgt u bij uw eigen apotheek. Daar ontvangt u de zorg en begeleiding die is afgestemd op uw persoonlijke situatie. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan kunt u een vraag stellen aan de webapotheker. Een team van apothekers beantwoordt uw vraag in principe binnen enkele werkdagen.
                        Informatie wordt bijgewerkt: