Medicijnendapagliflozine

dapagliflozine

Medicijnendapagliflozine

dapagliflozine

Belangrijkste zakenWaarbij gebruik ik het?Mogelijke bijwerkingenHoe gebruik ik dit?Een keer vergeten, wat nu?Mag ik autorijden, alcohol drinken, alles eten?Gebruik met andere medicijnenGebruik bij zwangerschap of borstvoedingGebruik bij slechte nieren of leverMag ik zomaar stoppen?Onder welke namen verkrijgbaar?Heb ik een recept nodig?
    • Dapagliflozine verlaagt het bloedsuiker. Een te hoog bloedsuiker maakt ziek en is schadelijk voor hart en bloedvaten, ogen, nieren en zenuwen.
    • Bij diabetes mellitus (suikerziekte), hartfalen en nierziekten (chronische nierschade).
    • Diabetesverschijnselen (dorst, vaak plassen en een droge mond) verdwijnen meestal binnen een paar dagen. Binnen een paar weken bent u minder moe.
    • Bij hartfalen beschermt het uw hart tegen het erger worden van hartfalen.
    • Bij chronische nierschade zorgt het ervoor dat uw nieren niet slechter gaan werken.
    • Gebruik dapagliflozine elke dag. Dan heeft u minder kans op schade door diabetes. Zoals wonden die slecht genezen, zenuwpijn, nierproblemen, hart- en vaatziekten en blindheid.
    • U heeft kans op een te laag bloedsuiker (hypo). Vooral als u dapagliflozine samen met insuline of andere medicijnen tegen diabetes gebruikt. Dit merkt u aan honger, een bleek gezicht, beven, zweten, hartkloppingen, duizelig voelen, wazig zien, hoofdpijn, moe voelen en een wisselend humeur. Eet of drink bij een hypo snel iets met (druiven)suiker.
    • Andere bijwerkingen zijn: vaker en meer moeten plassen, en duizelig voelen.
    • Let op! Niet gebruiken als u zwanger bent. Het is niet zeker of dit medicijn veilig is voor de baby in uw buik.
    • Geef geen borstvoeding als u dit medicijn gebruikt. Het is niet bekend of dit medicijn in de moedermelk komt en of het slecht voor de baby is.

    Download de samenvatting

    • Dapagliflozine is een verlager van het bloedsuiker. Het zorgt ervoor dat de nieren meer suiker uitplassen. Hierdoor daalt het bloedsuiker.

      Artsen schrijven het voor bij diabetes mellitus (suikerziekte), bij hartfalen en bij nierziekten (chronische nierschade).

      • Diabetes wordt onderverdeeld in twee soorten: type 1 en type 2. Bij type 1 maakt de alvleesklier (vrijwel) geen insuline aan. Type-1-diabetes heet daarom ook wel insulineafhankelijke diabetes. Bij type 2 maakt de alvleesklier nog wel insuline, maar dit is te weinig of het lichaam reageert er niet meer goed op.

        Dapagliflozine wordt gebruikt bij diabetes type 2.

        Verschijnselen
        Bij diabetes is het bloedsuiker te hoog. Dit veroorzaakt dorst, een droge mond, veel plassen, wazig zien, moeheid, lusteloosheid en slecht genezende wonden. Verder is een te hoog bloedsuiker schadelijk voor de ogen, het hart, de nieren en de zenuwen.

        Oorzaak
        Hoe ontstaat dit te hoge bloedsuiker? Na een maaltijd maakt het lichaam suiker uit koolhydraten,  bijvoorbeeld uit brood en aardappels. De suiker die zo in het bloed komt, kan worden gebruikt als brandstof, bijvoorbeeld door de hersenen. Ook slaan de lever en spieren suiker op als voorraad voor later. Hiervoor hebben ze insuline nodig. Insuline wordt in de alvleesklier gemaakt.

        Bij diabetes type 2 zijn de lever en spieren minder gevoelig voor insuline. Er is dan meer insuline van de alvleesklier nodig. Soms kan de alvleesklier niet zo veel insuline aanmaken. Het gevolg is dat niet alle suiker wordt opgeslagen en uw bloedsuiker stijgt.

        Behandeling
        Bij type 2 kan het bloedsuiker dalen door meer te bewegen en minder calorierijk te eten. Het lichaam wordt dan weer gevoeliger voor insuline. Hierdoor is er minder insuline nodig om de suiker uit uw bloed op te nemen. Als dit niet voldoende helpt, zal uw arts meestal een bloedsuikerverlagend medicijn voorschrijven. Meestal schrijft de arts eerst de bloedsuikerverlager metformine voor. Als metformine onvoldoende werkt, zal de arts er meestal een andere bloedsuikerverlager bij doen, zoals gliclazide.

        Als u metformine niet verdraagt, kan de arts er voor kiezen dapagliflozine voor te schrijven. Als metformine en gliclazide onvoldoende werken, kan de arts dapagliflozine toevoegen aan de behandeling. Ook wordt dapagliflozine soms gebruikt in combinatie met insuline-injecties.

        Werking
        Dapagliflozine remt in de nieren het eiwit dat suiker in het bloed houdt en zorgt dat het niet in de urine komt. Dit eiwit wordt ook wel SGLT2 genoemd. Dapagliflozine wordt daarom ook wel een SGLT2-remmer genoemd. Doordat dapagliflozine dit eiwit remt, komt de suiker juist wel in de urine. U plast dan met de urine suiker uit. Het bloedsuiker daalt daardoor.

        Effect
        Dapagliflozine werkt binnen een paar uur en blijft 24 uur werken.

        De verschijnselen van diabetes nemen langzaam af. Meestal heeft u binnen een paar dagen minder dorst en een droge mond. Vermoeidheidsklachten verminderen meestal binnen een paar weken. Ook zal uw lichaamsgewicht afnemen.

        Het is belangrijk dat u dit medicijn uw leven lang elke dag inneemt. Op de lange termijn zult u dan minder kans hebben op oogschade, nierproblemen, slecht genezende wonden en zenuwpijn. Bovendien is het belangrijk een gezonde levensstijl te houden: niet roken, voldoende bewegen en een gezond dieet.

        • Verschijnselen
          Bij hartfalen (decompensatio cordis) is de pompkracht van het hart verzwakt. Het bloed wordt niet meer goed rondgepompt. U bent daardoor sneller moe en u kunt last krijgen van vocht in de benen of achter de longen. U bent dan ook sneller benauwd.

          Oorzaak
          Hartfalen kan ontstaan door een langdurig bestaande hoge bloeddruk, slecht werkende hartkleppen, vernauwing in de bloedvaten die het hart van bloed voorzien (kransslagaders), stoornissen in het hartritme of een hartinfarct.

          Behandeling 
          Artsen schrijven dit medicijn voor bij hartfalen. Uit onderzoek is gebleken dat dit medicijn beschermt tegen het erger worden van hartfalen. Ook bij mensen zonder diabetes.

          • Oorzaak
            Uw nieren filteren afvalstoffen uit het bloed, zodat deze met de plas het lichaam kunnen verlaten. Als uw nieren niet goed werken, kan dit tot gevolg hebben dat afvalstoffen zich ophopen in het bloed, of dat stoffen in de urine komen die eigenlijk in het lichaam moeten blijven, zoals eiwitten.

            Verschijnselen
            In het begin heeft u er geen last van als uw nieren minder goed werken. Na langere tijd kunt u klachten krijgen zoals moe zijn, hoge bloeddruk, hoofdpijn, jeuk, krampen, vergeetachtigheid, slapeloosheid, misselijkheid en verminderde eetlust.

            De nieren regelen ook de hoeveelheid vocht in het lichaam. Als ze dit minder goed doen, kunt u last krijgen van uitdroging (droge mond en slijmvliezen) of vochtophoping (dikke enkels, gezwollen gezicht).

            Behandeling 
            Artsen schrijven dit medicijn voor bij chronische nierschade. Uit onderzoek is gebleken dat dit medicijn beschermt tegen het erger worden van nierschade. Ook bij mensen zonder diabetes.

          • Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven.

            De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende:

            Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

            • Huiduitslag

            • Veel of vaker moeten plassen (bijvoorbeeld 's nachts), omdat de nieren samen met de glucose extra water uitscheiden

              Drink altijd voldoende vocht, minimaal anderhalve tot 2 liter per dag.

              In zeldzame gevallen verliest u hierdoor zoveel vocht, dat u uitdroogt. Dit merkt u aan veel dorst, een droge of plakkerige mond, slaperigheid of vermoeidheid, een snelle hartslag en niet of weinig plassen. Waarschuw dan een arts.

              U kunt ook uitgedroogd raken door diarree, overgeven of koorts. Dit leidt vooral bij ouderen boven de 70 jaar en bij mensen met hartfalen of minder goed werkende nieren tot erge bijwerkingen. Daarom kan de arts bij deze groep mensen de dosering tijdelijk aanpassen. Valt u onder deze groep? En heeft u meerdere keren per dag last van overgeven of diarree, of heeft u langer dan 2 dagen koorts? Neem dan contact op met uw arts.

            • Duizeligheid door een verlaagde bloeddruk. Ouderen zijn hier extra gevoelig voor. Evenals mensen die plastabletten of andere bloeddrukverlagers gebruiken.

              Doordat u minder vocht in uw bloedvaten krijgt kan uw bloeddruk dalen waardoor u zich duizelig kunt voelen.

            • Een te laag bloedglucose (hypo). Dit ontstaat vaker als u ook andere glucoseverlagers gebruikt. U kunt een hypo herkennen aan de volgende verschijnselen: honger, een wisselend humeur, verwardheid, hoofdpijn, vermoeidheid, duizeligheid, bleek gezicht, wazig zien, beven, zweten en hartkloppingen.

              U kunt deze verschijnselen opheffen door iets te eten of te drinken, bij voorkeur druivensuiker, of eventueel suikerklontjes, een lepel honing, extra zoete limonade of een sportdrank.

            • Ernstige veranderingen in het bloed (een keto-acidose). U merkt het aan een typische ademgeur (“appeltjes”- of “nagellak”-geur), misselijkheid, braken, grote dorst, snelle ademhaling en bewustzijnsverlies. Stop dan direct met dit medicijn en waarschuw bij de eerste verschijnselen onmiddellijk een arts of ga naar de Eerste-hulpdienst.
              Moet u een operatie ondergaan of krijgt u plotseling een ernstige ziekte? Dan heeft u meer kans op keto-acidose. Meestal zal de arts de behandeling met dapagliflozine tijdelijk stopzetten.

              Bij een keto-acidose gaat het lichaam vetten verbranden om aan energie te komen. De afbraakstoffen hiervan (ketonen) verzuren het bloed. Dit kan erg gevaarlijk zijn. De verschijnselen van een keto-acidose kunnen binnen enkele uren ontstaan.

            • Verminderde werking van de nieren

              Uw arts zal uw nieren regelmatig controleren. De eerste keer vlak voor u begint met dit medicijn, en daarna minstens elk jaar. Als de nierwerking beneden een bepaald niveau komt, heeft u meer kans op bijwerkingen. Bovendien neemt de werking van dapagliflozine af als uw nieren niet goed werken.

            Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

            • Verstopping

              Dit komt doordat uw darmen minder vocht bevatten. Probeer verstopping tegen te gaan met vezelrijke voeding en door extra te drinken.

            • Infecties aan de geslachtsorganen, zoals de vagina en de eikel van de penis en infecties in de blaas en urinewegen. Deze infecties veroorzaken pijn bij het plassen, rugpijn en jeuk.

              Dat komt omdat er meer glucose in de urine zit. Bacteriën en schimmels kunnen door glucose sneller groeien, vooral op lichaamsdelen waarmee de urine in contact komt. Raadpleeg bij deze klachten uw arts.


            Neem contact op met uw apotheker of arts als u te veel last heeft van deze of andere bijwerkingen waar u zich zorgen over maakt.


            Heeft u last van een bijwerking? Meld dit dan bij het bijwerkingencentrum lareb. Hier worden alle meldingen over bijwerkingen van medicijnen in Nederland verzameld. Ik wil een bijwerking melden

            • Regelmatig: bij meer dan 30 op de 100 mensen
              Soms: bij 10 tot 30 op de 100 mensen
              Zelden: bij 1 tot 10 op de 100 mensen
              Zeer zelden: bij minder dan 1 op de 100 mensen
              • Wanneer?
                U mag de tablet met of zonder voedsel innemen. U gebruikt dapagliflozine 1 keer per dag. Kies hiervoor een vast tijdstip, bijvoorbeeld 's ochtends bij het ontbijt. U vergeet dan minder snel een dosis.

                Hoelang?
                Als dit medicijn uw bloedsuiker voldoende naar beneden brengt, kunt u het langdurig gebruiken.

                Gebruikt u dit medicijn tegen hartfalen of een nierziekte? Dan blijft u het langdurig gebruiken om uw hart of nieren te beschermen.

                • Het is belangrijk dit medicijn consequent in te nemen. Mocht u toch een dosis vergeten zijn:

                  • U gebruikt dit medicijn 1 keer per dag: duurt het nog meer dan 12 uur voor u de volgende dosis normaal inneemt? Neem de vergeten dosis dan alsnog in. Duurt het nog minder dan 12 uur? Sla de vergeten dosis dan over.
                  • Omdat u kans heeft op een hypo kan het gevaarlijk zijn aan het verkeer deel te nemen. U mag daarom alleen autorijden als u een hypo meestal goed voelt aankomen. U kunt hier dan op een goede manier op reageren. Overleg hierover met uw arts.

                    Let op: ook diabetes kan een reden zijn dat u niet mag autorijden. Hiervoor gelden bepaalde keuringseisen. Wilt u meer informatie over autorijden bij bepaalde aandoeningen? Kijk dan op de website van het CBR. Op deze website kunt u ook de brochure 'Diabetes mellitus en het rijbewijs' vinden.

                    Mag u wel autorijden?
                    Houd dan rekening met de volgende adviezen:

                    • Rijd alleen als u zich goed voelt.
                    • Meet altijd voor u vertrekt uw bloedsuiker.
                    • Zorg dat u druivensuiker of suikerklontjes in de auto bij de hand heeft.
                    • Heeft u tijdens het autorijden een (dreigende) hypo?
                      - Zoek een veilige plek en breng de auto daar tot stilstand.
                      - Eet wat druivensuiker of suikerklontjes.
                      - Controleer uw bloedsuiker en rijd pas verder als deze hoger is dan 6 mmol/liter.

                    alcohol drinken?
                    Alcohol kan een hypo veroorzaken en uw lichaam herstelt hier trager van. Probeer het drinken van alcohol eerst met mate uit. U kunt dan zelf inschatten of u er veel last van krijgt. Drink niet meer dan 1 glas per dag en niet vaker dan een paar keer per week. Drink de alcohol wel op een gevulde maag, anders is het effect op het bloedsuiker te sterk.

                    alles eten?
                    Houd bij wat en hoeveel u eet. Bij diabetes is een goed gewicht erg belangrijk. Als u overgewicht heeft, is het daarom aan te raden af te vallen. Raadpleeg eventueel een diëtist.

                    Bovendien is het belangrijk dat u de koolhydraten in uw eten zo veel mogelijk over de dag verspreidt. Koolhydraten zitten vooral in voedingsmiddelen als brood, rijst, aardappelen, fris, koek, snoep en chips.

                    • De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

                      • Lithium, een medicijn tegen manie en depressie. De hoeveelheid lithium in het bloed kan afnemen. Overleg hierover met uw arts. Uw arts zal zo nodig het lithiumgehalte in uw bloed vaker controleren.

                       

                      • Zwangerschap
                        Overleg met uw arts. U kunt dit medicijn beter NIET gebruiken als u zwanger bent of binnenkort wilt worden. Over het gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap is nog te weinig bekend. Als u zwanger bent of binnenkort wilt worden, zult u meestal (tijdelijk) over moeten stappen op insuline. Overleg hierover met uw arts.

                        Heeft u diabetes? U moet tijdens uw zwangerschap onder strikte controle blijven. Grote schommelingen in uw bloedsuiker kunnen schadelijk zijn voor u en voor de groei en ontwikkeling van uw kind. Neem daarom contact op met uw arts zodra u zwanger bent, of dit binnenkort wilt worden.

                        Borstvoeding
                        Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts. U kunt dit medicijn beter NIET gebruiken als u borstvoeding geeft. Het is niet bekend of het in de moedermelk terechtkomt. Als het in de moedermelk komt, kan het schadelijk zijn voor de baby. Heeft u diabetes? Meestal zult u moeten overstappen op insuline of een ander medicijn waarvan bekend is dat u het veilig kunt gebruiken.

                        Gebruikt u medicijnen op recept of die u zonder recept koopt? Wilt u helpen om de kennis over medicijngebruik tijdens zwangerschap en borstvoeding te vergroten? Meld dan uw ervaring bij Moeders van Morgen.

                        • Nieren

                          Werken uw nieren minder goed? Overleg dan met uw apotheker. Het kan zijn dat de dosering van uw medicijn aangepast moet worden. Of dat een ander medicijn geschikter is.

                          Dialyseert u? Overleg dan met uw apotheker. Het kan zijn dat aanpassing van uw medicijngebruik nodig is. Bijvoorbeeld:

                          • een andere dosering;
                          • een andere dag of ander tijdstip waarop u uw medicijn moet innemen;
                          • een ander medicijn.

                          Lever

                          Heeft u levercirrose? U mag dit medicijn gebruiken, zoals uw arts heeft voorgeschreven. Het kan zijn dat uw dosering aangepast moet worden. Over het gebruik van dit medicijn bij levercirrose is nog weinig bekend. Bij de (weinige) mensen met levercirrose die dit medicijn gebruikten, zijn tot nu toe nog geen veranderingen gezien in de werking van de lever, en in de werking en bijwerkingen van dit medicijn.

                          • Als u stopt met dit medicijn, zal uw bloedsuiker waarschijnlijk weer stijgen. Of heeft u kans dat uw hartfalen of nierziekte erger wordt. Stop daarom alleen als uw arts dat adviseert.

                            Heeft u diabetes type 2 en denkt u erover na om te stoppen met dit medicijn? Lees voor meer informatie het thema 'Kan ik stoppen met mijn medicijnen tegen diabetes type 2 (suikerziekte)?'.

                            • De werkzame stof dapagliflozine zit in de volgende producten:
                              • Ja, u heeft een recept nodig.

                                Dapagliflozine is sinds 2012 internationaal op de markt. Het is op recept verkrijgbaar in tabletten onder de merknaam Forxiga.

                                Dapagliflozine is ook verkrijgbaar in combinatie met een andere werkzame stof onder de merknaam Xigduo.

                                Laatst bijgewerkt op 23-02-2024

                                Disclaimer

                                Deze tekst is opgesteld door het Geneesmiddel Informatie Centrum van de KNMP. Deze tekst is gebaseerd op de bijsluiter van het beschreven medicijn en op andere, wetenschappelijke bronnen. Zoals medische richtlijnen, standaarden en literatuur. Bent u benieuwd hoe het apotheek.nl-team dit doet? Bekijk dan de video. Hoewel bij het opstellen van de tekst uiterste zorgvuldigheid is betracht, is de KNMP niet aansprakelijk voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige onjuistheid in deze tekst. De officiële bijsluiter van dit medicijn vindt u bij het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen op: www.cbg-meb.nl.

                                Vond u deze informatie nuttig?

                                Vind een apotheek

                                Wilt u meer weten, of heeft u een vraag over uw eigen situatie? Dan raden wij u aan naar uw eigen apotheek te gaan. Uw eigen apotheker is op de hoogte van uw persoonlijke omstandigheden en kan u uitgebreid begeleiden bij uw medicijngebruik. Bent u niet in de buurt van uw eigen apotheek, dan kunt u hier ook andere apotheken vinden.
                                Vind een apotheek blob

                                Vraag het de webapotheker

                                Vraag het de webapotheker

                                Vraag het de webapotheker

                                Het beste advies krijgt u bij uw eigen apotheek. Daar ontvangt u de zorg en begeleiding die is afgestemd op uw persoonlijke situatie. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan kunt u een vraag stellen aan de webapotheker. Een team van apothekers beantwoordt uw vraag in principe binnen enkele werkdagen.

                                Meldpunt medicijnen

                                Werkt uw medicijn heel goed of juist niet? Wordt uw medicijn niet vergoed? Of heeft u last van een bijwerking? Meld uw ervaring
                                Informatie wordt bijgewerkt: