MedicijnenBMR-vaccin bij kinderen

BMR-vaccin bij kinderen

MedicijnenBMR-vaccin bij kinderen

BMR-vaccin bij kinderen

Waar is dit medicijn voor?Ervaring bij kinderenHoe werkt dit medicijn en welk effect heeft het?Hoe lang duurt het voordat dit medicijn werkt?Hoe moet uw kind dit medicijn gebruiken?BijwerkingenHoe is dit medicijn verkrijgbaar?Meer informatie
  • In het BMR-vaccin zitten verzwakte, onschadelijk gemaakte virussen van bof, mazelen en rodehond.

    Het beschermt tegen een infectie met deze virussen. Het is een van de vaccinaties uit het Rijksvaccinatieprogramma.

    Download de samenvatting

    • Rijksvaccinatieprogramma 
      Alle kinderen worden via het Rijksvaccinatieprogramma ingeënt tegen bof, mazelen en rode hond (via de BMR-prik). Meestal geeft het consultatiebureau de inenting.

      Kinderen krijgen deze inenting als ze 14 maanden en 9 jaar oud zijn.

      • Bof, mazelen en rodehond worden veroorzaakt door virussen.

        • Bof begint meestal met verkoudheid, koorts, spierpijn, hoofdpijn en een ziek gevoel. Vaak ontstaat een ontsteking van de speekselklieren. Daardoor wordt de wang dik en doet het pijn om te kauwen en te slikken. Meestal gaan deze klachten binnen een week over. Bij 1 op de 3 mensen verloopt de infectie zelfs zonder verschijnselen.

          In zeldzame gevallen heeft bof ernstige gevolgen, zoals hersenvliesontsteking, doofheid die niet overgaat of ontsteking van de alvleesklier. Of ontsteking van de teelballen bij jongens en de eierstokken bij meisjes. Daarom is vaccinatie nodig.

          Het bofvirus wordt via hoesten en niezen van mens op mens overgebracht.

          • Mazelen is een erg besmettelijke ziekte. De eerste verschijnselen lijken op een stevige griep of verkoudheid met koorts, hoesten, loopneus en ontstoken ogen. In deze fase is mazelen het meest besmettelijk.

            Na een paar dagen verschijnen vlekjes op de binnenkant van de wangen en uitslag op de huid.

            Mazelen kan ernstige gevolgen hebben, zoals longontsteking en vooral hersenbeschadiging. Mazelen kan dodelijk zijn. Daarom is vaccinatie nodig.

            Het mazelenvirus wordt via hoesten en niezen van mens op mens overgebracht.

            • Rodehond of rubella verloopt bij kinderen vrij onschuldig. Ze kunnen rode vlekken in het gezicht en de hals krijgen, verkouden zijn, wat hogere temperatuur hebben en gezwollen klieren in de hals krijgen.

              Het rodehondvirus wordt via hoesten en niezen van mens op mens overgebracht. Ook kan het virus overgedragen worden door persoonlijk contact, zoals via de handen.

            • Het BMR-vaccin is officieel geregistreerd bij kinderen vanaf 9 maanden. Registratie betekent dat de fabrikant het BMR-vaccin bij kinderen uitgebreid heeft onderzocht. Uit het onderzoek van de fabrikant blijkt dat het bij kinderen werkt en veilig is. De overheid heeft goedgekeurd dat het medicijn te krijgen is. En dat kinderen het mogen gebruiken.

              Normaal krijgen kinderen de eerste BMR-prik als ze 14 maanden oud zijn. Soms worden kinderen eerder ingeënt. Bijvoorbeeld bij een reis naar een land waar bof, mazelen of rodehond nog veel voorkomt.

              • Uw kind kan tegen de virussen bof, mazelen en rodehond worden gevaccineerd met een injectie. Deze injectie beschermt tegen een infectie met deze virussen.
                Na injectie maakt het lichaam afweerstoffen tegen de virussen. Als uw kind dan met de virussen in aanraking komt, kan zijn lichaam deze beter onschadelijk maken.

                 

                • Het bofvaccin beschermt ongeveer 95 procent van de mensen tegen de bof. Het mazelenvaccin en het rodehond-vaccin beschermen bijna iedereen tegen deze ziektes. Waarschijnlijk duurt de bescherming tegen deze ziekten levenslang.

                  • Hoe?

                    De arts of verpleegkundige geeft de injectie bij uw kind in een spier van de bovenarm of in dijbeen.

                    Wanneer?

                    Kinderen krijgen in het kader van het Rijksvaccinatieprogramma 2 keer een BMR-prik:

                    • 1 als ze 14 maanden zijn;
                    • en 1 met 9 jaar.

                    In sommige gevallen krijgen kinderen al eerder een BMR-prik. Bijvoorbeeld wanneer het kind op reis gaat naar een land waar bof, mazelen of rodehond vaak voorkomt.

                    • Wordt uw kind gevaccineerd voordat hij 1 jaar oud is? Dan moet hij opnieuw worden gevaccineerd bij een leeftijd van 14 maanden.
                    • Krijgt uw kind de BMR-prik als hij al 1 jaar is? Dan is het niet nodig om bij 14 maanden opnieuw te laten vaccineren.

                    De andere vaccinaties in het Rijksvaccinatieprogramma zijn terug te vinden in het volledige inentingschema.

                    Heeft uw kind hoge koorts op het moment van injectie, bijvoorbeeld door een infectie? Stel de vaccinatie dan uit als dat kan, tot uw kind weer beter is. De koorts kan namelijk verergeren.

                    • Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven. Deze ontstaan vooral doordat het afweersysteem van uw kind denkt dat er een echte infectie is. De bijwerkingen zijn dus een signaal dat het vaccin werkt.

                      Bijwerkingen waarvan bekend is dat ze bij kinderen kunnen voorkomen, zijn:

                      Zeer zelden, bij kinderen onder de vijf jaar

                      Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

                      • Stokkende ademhaling waardoor het kind blauw kan aanlopen en flauwvallen.

                        Dit kan er heel beangstigend uitzien. Maar het is niet ernstig. Omdat het kind vanzelf weer gaat ademen op het moment dat het flauwvalt.

                      • Stuipen soms met koorts

                        Waarschuw dan de arts.

                      • Blauw-rode verkleuring van de benen een paar uren na de injectie.

                        Dit gaat vanzelf over.


                      Raadpleeg de arts als uw kind veel last heeft van bovengenoemde bijwerkingen of als uw kind andere bijwerkingen ervaart waar u zich zorgen over maakt.

                      Sommige ouders zijn bang dat vaccinaties kans geven op ernstige ziekte, autisme, of zelfs overlijden. Hier is onderzoek naar gedaan en het blijkt dat deze ziektes niet vaker voorkomen bij gevaccineerde kinderen dan bij kinderen die niet gevaccineerd zijn. Wel heeft een kind dat niet is gevaccineerd een veel grotere kans op blijvende schade of overlijden als het de ziekte krijgt waartegen het vaccin beschermt.

                      Het idee dat vaccins autisme veroorzaken is begonnen bij het BMR-vaccin door een vervalst onderzoek. Hier kunt u lezen waarom het onderzoek niet klopt.

                      Wilt u meer weten over welke bijwerkingen wel en welke bijwerkingen niet voorkomen na vaccineren? Hier kunt u meer informatie vinden per bijwerking.

                      Heeft uw kind last van een bijwerking? Meld dit dan bij het bijwerkingencentrum Lareb. Hier worden alle meldingen over bijwerkingen van medicijnen in Nederland verzameld. Ik wil een bijwerking melden.

                       

                      • Regelmatig: bij meer dan 30 op de 100 mensen
                        Soms: bij 10 tot 30 op de 100 mensen
                        Zelden: bij 1 tot 10 op de 100 mensen
                        Zeer zelden: bij minder dan 1 op de 100 mensen
                        • Het BMR-vaccin is voor kinderen te krijgen in een injectie.

                          • Meer informatie over dit medicijn vindt u bij BMR-vaccin bij kinderen bij volwassenen. In deze tekst vindt u onder andere informatie over:

                            • wat u moet doen als een dosis is vergeten;
                            • of het mogelijk is om zomaar met dit medicijn te stoppen;
                            • of het medicijn samen mag met andere medicijnen.

                            Voor deze onderwerpen is de informatie voor kinderen en volwassenen hetzelfde, of is er geen specifieke informatie voor kinderen bekend.

                            Laatst bijgewerkt op 04-07-2019

                            Disclaimer

                            Deze tekst is geschreven door het Geneesmiddel Informatie Centrum van de KNMP. Voor het opstellen van deze teksten is gebruik gemaakt van het Kinderformularium van het NKFK en andere wetenschappelijke bronnen. Hoewel bij het opstellen van de tekst uiterste zorgvuldigheid is betracht, is de KNMP niet aansprakelijk voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige onjuistheid in deze tekst.

                            Vond u deze informatie nuttig?

                            Vind een apotheek

                            Wilt u meer weten, of heeft u een vraag over uw eigen situatie? Dan raden wij u aan naar uw eigen apotheek te gaan. Uw eigen apotheker is op de hoogte van uw persoonlijke omstandigheden en kan u uitgebreid begeleiden bij uw medicijngebruik. Bent u niet in de buurt van uw eigen apotheek, dan kunt u hier ook andere apotheken vinden.
                            Vind een apotheek blob

                            Vraag het de webapotheker

                            Vraag het de webapotheker

                            Vraag het de webapotheker

                            Het beste advies krijgt u bij uw eigen apotheek. Daar ontvangt u de zorg en begeleiding die is afgestemd op uw persoonlijke situatie. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan kunt u een vraag stellen aan de webapotheker. Een team van apothekers beantwoordt uw vraag in principe binnen enkele werkdagen.
                            Informatie wordt bijgewerkt: