Bloed klontert samen rond verwondingen van de wand van bloedvaten. Zo sluit het stolsel de opening in het vat af, waardoor het bloeden stopt. Soms stolt het bloed zonder dat er een verwonding is, bijvoorbeeld bij een ruw of ontstoken wand van het bloedvat. Het bloedvat kan dan verstoppen en de bloeddoorstroming wordt belemmerd. Dit heet trombose.
Als een dergelijk bloedstolsel losraakt van de wanden en wordt meegevoerd naar andere delen van het lichaam, kunnen daar afsluitingen ontstaan. Dit heet een embolie. Berucht zijn onder meer de longembolie en een embolie in de hersenen.
Oorzaak
Trombose kan ontstaan als bloedvaten beschadigd raken, bijvoorbeeld na operaties of bij vaatprothesen.
Werking
Fondaparinux vermindert het samenklonteren van bloed. Het remt zo de vorming van bloedstolsels en vermindert de kans op afsluiting van een bloedvat.
Toepassing
Fondaparinux wordt gebruikt
- om trombose na operaties te voorkomen;
- bij bedlegerige patiënten met een acute aandoening, zoals hartfalen of ernstige infecties;
- bij de behandeling van trombose in een arm of been;
- bij een bloedstolsel in een bloedvat in de longen (longembolie);
- bij een stolsel in een kransslagader (bloedvat dat het hart van bloed voorziet).
Lees meer over trombose