Klachten & ZiektesSpecifieke fobie

Specifieke fobie

Klachten & ZiektesSpecifieke fobie

Specifieke fobie

Wat is Specifieke fobie?Hoe herken ik Specifieke fobie?Kan ik er zelf iets tegen doen?Wat kan de apotheker voor mij doen?Welke medicijnen worden gebruikt bij Specifieke fobie?
  • Iemand met een specifieke fobie is altijd heel erg bang voor bepaalde dingen of situaties, zoals:

    • spinnen
    • slangen
    • bloed
    • hoogtes (hoogtevrees)
    • vliegen (vliegangst)
    • kleine ruimtes, zoals een lift of een toilet (claustrofobie).

    Met een fobie weet u meestal wel dat de angst overdreven is, maar dat helpt niet. U raakt toch in paniek. U probeert er waarschijnlijk alles aan te doen om deze situaties te vermijden.

      Waarom sommige mensen een specifieke fobie krijgen is niet duidelijk. We weten niet precies waarom iemand bang wordt voor spinnen of hoogtevrees krijgt.

      Waarschijnlijk ontstaat een fobie door de manier waarop iemand op angst reageert. Mensen met een fobie lijken het gevaar van bepaalde situaties te overschatten. Ze krijgen dan angstverschijnselen zoals hartkloppingen en benauwdheid. Dit geeft hen het gevoel dat ze de situatie niet aankunnen. Daardoor neemt de angst toe en raken ze in paniek.

      Ook deze factoren hebben waarschijnlijk invloed op het ontstaan van een specifieke fobie:

      • Erfelijkheid: in sommige families komen angststoornissen vaker voor. De een is er kwetsbaarder voor dan de ander. 
      • Bepaalde stoffen (neurotransmitters) in het bloed en in het zenuwstelsel. 
      • Opvoeding en ervaringen uit het verleden. De manier waarop iemand met angst omgaat is voor een deel aangeleerd.
        Kijk voor meer informatie over Specifieke fobie op www.thuisarts.nl
        • In de situaties waar u bang voor bent, kunt u allerlei klachten krijgen:

          • hartkloppingen, zweten, koude rillingen, beven, duizeligheid
          • benauwdheid, een vervelend gevoel in de borst
          • tintelingen of een doof gevoel in handen en/of voeten
          • droge mond, misselijkheid, maagklachten, braken of diarree
          • het gevoel dat de omgeving er anders uitziet

          Door deze verschijnselen kunt u nog banger worden en in paniek raken. Meestal gaat de paniek snel over als dat waarvoor u zo bang bent, is verdwenen.

          Het kan zijn dat u de dingen of situaties die angst oproepen, gaat vermijden. U hoopt daardoor minder last te hebben van uw angst. Maar daardoor leert u niet met uw angst om te gaan. Het kan er juist voor zorgen dat u er last van houdt of dat het erger wordt. 

          Mensen houden vaak lang last van een specifieke fobie. Bepaalde situaties zorgen dan telkens weer voor een paniekaanval.

            Kijk voor meer informatie over Specifieke fobie op www.thuisarts.nl
            • Als u een specifieke fobie heeft, kunt u zelf een aantal dingen doen om met uw angst te leren omgaan en u beter te voelen:

              • Steun zoeken bij mensen die u vertrouwt. Leg uit waar u last van heeft. De meeste mensen hebben hier begrip voor. Laat hun eventueel deze tekst lezen.
              • Zo veel mogelijk alles blijven doen. Door de dingen te blijven doen die u eng vindt, leert u met de spanning omgaan. De angst wordt daardoor minder. Zorg ervoor dat het u niet te veel stress geeft. Het is goed om te weten dat angst meestal na 60 tot 90 minuten vanzelf minder wordt. Het geeft u misschien de moed om toch de dingen te doen die u eng vindt.
              • Uw gedachten proberen te veranderen. Op angstige momenten denkt u waarschijnlijk automatisch aan dingen die de angst erger maken. Het is belangrijk dat u die gedachten leert te veranderen. Hoe kunt u dat bijvoorbeeld doen?
                • Houd een dagboekje bij. Schrijf op wat er precies gebeurt op angstige momenten. Waar denkt u dan aan? Waar bent u bang voor? Wat voelt u? En wat doet u dan?
                • Denk aan geruststellende, positieve dingen. Denk eens kritisch na: is er echt reden voor paniek? Bedenk vervolgens positieve, geruststellende dingen waaraan u voortaan kunt proberen te denken. Als u bijvoorbeeld niet meer in een winkel durft, bedenk dan wat u vroeger altijd zo leuk vond aan winkelen. Vaak lukt het dan beter de angstige momenten te doorstaan en rustig te blijven tot u zich beter voelt. 
                • Schrijf deze geruststellende, positieve gedachten op zodat u ze op moeilijke momenten kunt nalezen. Noteer ook wat u voortaan op angstige momenten kunt doen. Bijvoorbeeld rustig ademen om te ontspannen.
              Kijk voor meer informatie over Specifieke fobie op www.thuisarts.nl
                  • Uw apotheker zorgt ervoor dat u uw medicijnen goed en veilig kunt gebruiken. Het maakt niet uit of u een medicijn korte tijd of langdurig nodig heeft.

                    • Receptcontrole

                    De apotheker controleert elk recept. Bijvoorbeeld: is het juiste medicijn voorgeschreven en meegegeven, is de dosering goed, kan het medicijn samen met andere medicijnen die u gebruikt. Als het nodig is, overlegt uw apotheker met uw huisarts of specialist.

                    • Overzicht van uw medicijnen

                    Uw apotheker houdt bij welke medicijnen u gebruikt. U kunt in de apotheek altijd om een overzicht van uw medicijnen vragen. Dit kunt u bijvoorbeeld meenemen als u uw specialist bezoekt, in het ziekenhuis wordt opgenomen of naar het buitenland gaat.

                    • Delen van informatie over uw medicijnen met andere zorgverleners

                    Uw apotheker, huisarts en het ziekenhuis kunnen informatie over uw medicijnen met elkaar delen als dat nodig is voor uw behandeling. Dit mag alleen als U daar toestemming voor geeft.

                    • Begeleiding bij nieuwe geneesmiddelen

                    Krijgt u een medicijn dat u in de afgelopen 12 maanden niet hebt gebruikt? Dan krijgt u extra uitleg over deze medicijnen.

                    • Ondersteuning als u uw medicijnen weleens vergeet in te nemen

                    De apotheker heeft daar hulpmiddelen voor. Als uw zorgverzekeraar toestemming geeft, kan uw apotheker uw medicijnen per dag en per tijdstip van inname in aparte zakjes voor u laten verpakken.

                    • Persoonlijk gesprek over uw medicijnen

                    Heeft u vragen over uw medicijnen, of problemen met het gebruik? Bijvoorbeeld moeite met slikken van medicijnen, openmaken van de verpakking, of last van een vervelende bijwerking? Vraag uw apotheker om een persoonlijk gesprek. Hij kijkt dan samen met u welke mogelijkheden er zijn om uw probleem te verhelpen.

                    • Medicatiebeoordeling

                    Uw apotheker en huisarts kunnen u uitnodigen voor een gesprek over uw medicijnen. Dit is mogelijk bij patiënten ouder dan 65 jaar die langdurig meer dan 5 medicijnen gebruiken. Samen met u bespreken ze of er verbetering mogelijk is. Als u bijvoorbeeld last hebt van bijwerkingen van een medicijn kan het soms vervangen worden door een ander medicijn.

                    • Zelfzorg

                    Bij de apotheek kunt u terecht voor advies over medicijnen die u zonder recept (= zelfzorgmedicijnen) kunt kopen, voor verbandmiddelen en cosmetica. De apotheek kan zelfzorgmedicijnen voor u opnemen in uw medicatiedossier. Dan kan de apotheker controleren of u ze veilig samen met uw receptmedicijnen kunt gebruiken.

                    • Bezorgservice

                    Bent u moeilijk ter been? Informeer bij uw apotheek of zij uw medicijnen bij u thuis kunnen bezorgen.

                  • Serotonineheropnameremmers
                    Serotonineheropnameremmers, ook wel SSRI`s genoemd, regelen in de hersenen de hoeveelheid serotonine, een van nature voorkomende stof die een rol speelt bij stemming en emoties. Hierdoor nemen angsten af. Voorbeelden zijn paroxetine, citalopram, fluvoxamine en sertraline.

                    Tricyclische antidepressiva
                    Tricyclische antidepressiva regelen in de hersenen de hoeveelheid serotonine en noradrenaline, twee van nature voorkomende stoffen die een rol spelen bij stemming en emoties. Hierdoor verminderen de gevoelens van angst. Voorbeelden zijn clomipramine en imipramine.

                    Laatst bijgewerkt KNMP: 18-09-2019

                    Laatst bijgewerkt NHG: 24-10-2017

                    Disclaimer

                    Deze tekst is geschreven door het Geneesmiddel Informatie Centrum van de KNMP. Hoewel bij het opstellen van de tekst uiterste zorgvuldigheid is betracht, is de KNMP niet aansprakelijk voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige onjuistheid in deze tekst.

                    Vond u deze informatie nuttig?

                    Thuisarts.nl

                    De informatie over bovenstaande aandoening is geschreven door het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG). Wilt u meer lezen over deze of andere aandoeningen? Ga dan naar www.thuisarts.nl

                    Thuisarts.nl

                    Vraag het de webapotheker

                    Vraag het de webapotheker

                    Vraag het de webapotheker

                    Het beste advies krijgt u bij uw eigen apotheek. Daar ontvangt u de zorg en begeleiding die is afgestemd op uw persoonlijke situatie. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan kunt u een vraag stellen aan de webapotheker. Een team van apothekers beantwoordt uw vraag in principe binnen enkele werkdagen.
                    Informatie wordt bijgewerkt: