Medicijnenfluoxetine

fluoxetine

Medicijnenfluoxetine

fluoxetine

Belangrijkste zakenWaarbij gebruik ik het?Mogelijke bijwerkingenHoe gebruik ik dit?Een keer vergeten, wat nu?Mag ik autorijden, alcohol drinken, alles eten?Gebruik met andere medicijnenGebruik bij zwangerschap of borstvoedingGebruik door man met kinderwensGebruik bij slechte nieren of leverGebruik bij ernstig overgewicht of na maagverkleiningMag ik zomaar stoppen?Onder welke namen verkrijgbaar?Heb ik een recept nodig?
    • Fluoxetine zorgt voor een betere stemming en het maakt u minder angstig.
      Hierdoor piekert u minder, heeft u minder moeite met slapen, bent u minder prikkelbaar en trilt u minder.
    • Bij depressie, angststoornissen (zoals dwangstoornis, paniekstoornis, sociale fobie, posttraumatische stressstoornis en de eetstoornis boulimia nervosa. Ook bij premenstrueel syndroom, te vroeg klaarkomen (voortijdige zaadlozing), prikkelbare-darmsyndroom en narcolepsie (slaapziekte).
    • Capsules: heel doorslikken met een half glas water.
    • Oplostabletten (dispers): uit elkaar laten vallen in een glas water, roer goed en drink het meteen op.
    • U merkt pas na een paar weken dat dit medicijn werkt.
    • U kunt wel meteen last hebben van bijwerkingen zoals maagdarmklachten, hoofdpijn en problemen met slapen. Ook kunt u zich moe voelen. Meestal worden deze bijwerkingen na 1 week minder.
    • U kunt de eerste tijd suf en slaperig zijn. Rijd dan geen auto.
    • Pas op met alcohol. Dit kan u nog suffer en meer slaperig maken.
    • Als u fluoxetine al een paar weken gebruikt, stop dan niet in één keer. Bespreek dit eerst met uw arts of apotheker.
    • Bent u zwanger? Of wilt u zwanger worden? Overleg met uw apotheker of arts of u dit medicijn mag gebruiken.
    • Wilt u borstvoeding geven? Dit medicijn komt in de moedermelk. Overleg met uw arts of u dit medicijn mag gebruiken.

    Download de samenvatting 
     

    • Fluoxetine behoort tot de serotonineheropnameremmers, ofwel SSRI's.
      Het regelt in de hersenen de hoeveelheid serotonine. Deze lichaamseigen stof speelt een rol bij emoties en stemmingen. SSRI's verbeteren de stemming en verminderen angsten.

      Artsen schrijven het voor bij depressie en bij angststoornissen, zoals dwangstoornis (OCD), paniekstoornis, sociale fobie en posttraumatische stressstoornis. Het wordt ook gebruikt bij boulimia nervosa, bij bepaalde menstruatieklachten (namelijk het premenstrueel syndroom), bij voortijdige zaadlozing, bij narcolepsie (slaapziekte) en bij prikkelbare-darmsyndroom.

      • Verschijnselen
        Bij depressiviteit is er sprake van een sombere stemming, geen interesse en plezier meer in de dingen van het leven. Iemand die depressief is, voelt zich vaak waardeloos en heeft schuldgevoelens. Ook kunnen depressieve mensen snel geïrriteerd zijn en moeite hebben met inslapen of doorslapen.

        Behandeling
        Depressieve klachten kunnen behandeld worden met psychotherapie (gesprekken), met medicijnen, of met een combinatie van beide. Uw arts zal samen met u bepalen welke behandeling voor u het beste is. Het hangt vervolgens van uw persoonlijke situatie af en van het soort depressie, met welk medicijn de arts zal starten

        Effect
        Fluoxetine vermindert de depressieve klachten. U voelt zich energieker en uw stemming verbetert. Het is belangrijk het medicijn dan nog ongeveer een halfjaar te blijven gebruiken. Daarmee verkleint u de kans dat de depressie terugkomt. Bij ouderen en mensen die eerder een depressie hebben gehad adviseren artsen vaak om dit medicijn langer te gebruiken.

        Werking
        Het kan 4 tot 6 weken duren voordat u het effect van fluoxetine merkt. De eerste weken kunt u wel last krijgen van de bijwerkingen en angstgevoelens. Stop dan niet met het gebruik, meestal verminderen de bijwerkingen als u gewend bent geraakt aan het medicijn. Vaak verdwijnen ze zelfs.

        • Verschijnselen
          Iedereen is wel eens angstig. Angst is een normale reactie bij dreigend gevaar. Het leidt tot voorzichtigheid of tot vluchten, en is dus een nuttige vorm van zelfbescherming.

          Soms is iemand angstig terwijl daar weinig aanleiding voor is, bijvoorbeeld als u niet naar buiten durft, of geen boodschappen durft te doen in een drukke winkel. We spreken dan van een angststoornis.

          Angst geeft vaak klachten als hoofdpijn, buikpijn, slaapproblemen en prikkelbaarheid. Hevige angst kan leiden tot hartkloppingen, benauwdheid, zweten, pijn op de borst, trillen, het gevoel flauw te vallen of tintelingen in de armen en benen.

          Behandeling
          Angstgevoelens en gespannenheid worden meestal behandeld met psychotherapie (gesprekken) of met medicijnen, zoals fluoxetine of met een combinatie van beide. Uw arts zal samen met u afwegen welke aanpak het beste is in uw situatie.

          Effect
          Fluoxetine vermindert vooral de angstgevoelens zoals piekeren, slaapproblemen, prikkelbaarheid en trillen.

          Het is belangrijk om het medicijn minstens een jaar te blijven gebruiken. U voorkomt hiermee dat de klachten terugkomen.

          Werking
          Het kan 1 tot 3 maanden duren voordat u het effect van fluoxetine merkt. De eerste twee weken van de behandeling kunnen de angstklachten zelfs toenemen. Ook kunt u de eerste tijd last krijgen van de bijwerkingen. Stop dan niet met het gebruik, meestal verminderen de bijwerkingen als u gewend bent geraakt aan het medicijn. Vaak verdwijnen ze zelfs.

          • Verschijnselen
            Een dwangstoornis, zoals smetvrees, is een angststoornis waarbij mensen de drang voelen om voortdurend bepaalde handelingen uit te voeren, zoals overdreven vaak schoonmaken en wassen. Een medische term voor een dwangstoornis is een 'obsessief-compulsieve stoornis'.

            Behandeling
            Gesprekken met een psychiater of psycholoog (gedragstherapie) vormen de basis van de behandeling. Wanneer u ook last heeft van depressieve klachten of angstgevoelens kan uw arts u adviseren ook fluoxetine te gebruiken.

            Effect
            Het kan één tot drie maanden duren voordat u het effect van fluoxetine merkt. U kunt wel vanaf het begin last krijgen van bijwerkingen. Stop dan niet met het gebruik, want meestal verminderen de bijwerkingen als u gewend bent geraakt aan het medicijn. Vaak verdwijnen ze zelfs.

            • Verschijnselen
              Bij een paniekstoornis hebben mensen ongewoon sterke aanvallen van paniek. U krijgt dan allerlei lichamelijke verschijnselen, zoals zweten, trillen, duizeligheid, misselijkheid, slappe benen en hartkloppingen. U kunt tijdens een aanval het gevoel hebben dat u doodgaat of gek wordt.

              Hiervan heeft iedereen wel eens in geringe mate last, maar bij een paniekstoornis heeft u ongewoon sterke aanvallen van paniek. De aanvallen beheersen dan uw leven. Ook kunt u een voortdurende angst hebben om opnieuw een paniekaanval te krijgen. Sommige mensen proberen ook de situatie waarin een paniekaanval ontstaat te vermijden. Soms lukt het niet meer te gaan werken of naar buiten te gaan (straatvrees) uit angst voor een nieuwe aanval.

              Behandeling
              Iedereen heeft wel eens een lichte mate van paniek ervaren, maar als de klachten extreem vaak voorkomen en zeer heftig zijn, dan kunnen ze uw welzijn en dat van de mensen in uw omgeving sterk verminderen.

              De behandeling van een paniekstoornis bestaat uit gesprekken met een arts of psycholoog (gesprekstherapie). Vaak wordt deze gesprekstherapie gecombineerd met een antidepressivum, zoals fluoxetine.

              Effect
              Fluoxetine vermindert de kans op en ernst van een paniekaanval. Ook zorgt fluoxetine ervoor dat de paniek tijdens een aanval minder heftig is.

              Het is belangrijk het medicijn minimaal een jaar te blijven gebruiken. U voorkomt hiermee dat de klachten terugkomen.

              Bij stoppen met het medicijn keren de paniekaanvallen meestal terug, als er verder niets is veranderd door bijvoorbeeld gedragstherapie. Werking Het kan 4 tot 6 weken duren voordat u het effect van fluoxetine merkt. De eerste twee weken van de behandeling kunnen de paniekklachten zelfs toenemen. Ook kunt u de eerste tijd last krijgen van de bijwerkingen. Stop dan niet met het gebruik, meestal verminderen de bijwerkingen als u gewend bent geraakt aan het medicijn. Vaak verdwijnen ze zelfs.

              • Verschijnselen
                Bij een sociale fobie hebben mensen een extreme en ongegronde angst voor kritiek van anderen. Men heeft daarbij last van lichamelijke verschijnselen, zoals trillen, zweten, blozen en hartkloppingen. Hiervan heeft iedereen wel eens in geringe mate last.

                Behandeling
                Als de klachten extreem vaak voorkomen en zeer heftig zijn, dan kunnen ze uw welzijn sterk verminderen.

                Gesprekken met een psychiater of psycholoog (gedragstherapie) vormen de basis van de behandeling. Wanneer u ook last heeft van angstgevoelens kan uw arts u adviseren ook fluoxetine te gebruiken.

                Effect 
                U merkt het effect van fluoxetine niet meteen. Dit kan 4 weken duren. U kunt wel meteen na het begin van de behandeling last krijgen van bijwerkingen. Stop dan niet met het gebruik, want meestal verminderen de bijwerkingen als u gewend bent geraakt aan het medicijn. Vaak verdwijnen ze zelfs.

                Het is belangrijk het medicijn minimaal een jaar te blijven gebruiken. U voorkomt hiermee dat de klachten terugkomen.

                • Verschijnselen
                  Een posttraumatische stressstoornis kan ontstaan na een traumatische gebeurtenis. Bijvoorbeeld een bedreiging, een verkrachting, een ramp of een ongeluk. Als het niet lukt om dit te verwerken, kan iemand een posttraumatische stressstoornis krijgen.

                  Dit kan direct na de traumatische gebeurtenis beginnen, of pas veel later. Men krijgt dan verschijnselen van toegenomen angst of spanning die er voor de traumatische gebeurtenis niet waren, bijvoorbeeld slecht slapen, concentratieproblemen of heftige schrikreacties. Ook beleeft men details van de gebeurtenis vaak opnieuw in de vorm van nachtmerries of herinneringen die men niet uit het hoofd kan zetten.

                  Behandeling
                  Om de traumatische gebeurtenis te verwerken, kunnen gesprekken met een psychiater of psycholoog (psychotherapie) helpen. Fluoxetine kan helpen bij een posttraumatische stress-stoornis als ook sprake is van depressiviteit

                  Effect
                  Het effect van fluoxetine merkt u niet meteen, maar pas na twee tot drie maanden. De eerste twee weken van de behandeling kunt u zelfs meer last van angst krijgen. Ook heeft u de eerste weken meer kans op bijwerkingen. Stop dan niet met het gebruik, meestal verminderen de bijwerkingen als u gewend bent geraakt aan het medicijn. Vaak verdwijnen ze zelfs. Het is belangrijk om het medicijn minimaal een jaar te blijven gebruiken. U voorkomt hiermee dat de klachten terugkomen.

                  • Verschijnselen
                    Bij boulimia heeft u eetbuien. U eet dan heel veel. Daarna doet u iets om niet dikker te worden. Bijvoorbeeld overgeven, heel veel sporten, een tijd niets eten of uw maag of darmen leegmaken met laxeermiddelen waardoor u makkelijker uw ontlasting kwijt kunt.

                    Behandeling
                    Bij deze ziekte is een behandeling door een psychiater of psycholoog noodzakelijk. Fluoxetine kan helpen bij deze behandeling, vooral als u ook depressieve klachten of angstgevoelens heeft.

                    Effect
                    U merkt het effect na 6 tot 8 weken, doordat het aantal eetaanvallen en ook de neiging om te willen overgeven afneemt. Of dit effect blijvend is, is niet bekend.

                    Bij stoppen met het medicijn keren de eetaanvallen meestal terug, als er verder niets is veranderd door bijvoorbeeld psychotherapie.

                    • Verschijnselen
                      Sommige vrouwen hebben veel last van het premenstrueel syndroom. Dit zijn psychische en lichamelijke klachten in de periode voor de menstruatie. Ze reageren emotioneel, zijn sneller geïrriteerd of somber, hebben pijnlijke borsten, een opgeblazen gevoel, worden zwaarder door vochtophoping of krijgen huidproblemen.

                      Als de menstruatie eenmaal goed op gang komt, verdwijnen de klachten meestal snel. Dit wordt het premenstrueel syndroom genoemd. Deze klachten ontstaan door normale hormoonveranderingen in de cyclus van de vrouw.

                      Behandeling
                      Door stress te vermijden en voldoende te bewegen kunnen de klachten verminderen. Als u minder zout eet gaat u het vasthouden van vocht tegen.

                      Bij ernstig premenstrueel syndroom schrijft uw arts soms fluoxetine voor. De arts kan u adviseren fluoxetine elke dag te gebruiken of alleen in de twee weken voor u de menstruatie verwacht.

                      Effect
                      Bij start 2 weken voor de menstruatie merkt u meestal binnen 3 tot 5 dagen dat fluoxetine werkt. U bent minder emotioneel, minder prikkelbaar en u zult minder vocht vasthouden. Soms laat het effect op zich wachten en merkt u pas na enkele maanden een verbetering.

                      • Verschijnselen
                        Er bestaan verschillende seksuele stoornissen. Een vroegtijdige zaadlozing betekent dat de zaadlozing sneller komt dan de man of zijn partner wenst. Als de penis niet stijf wordt of niet lang genoeg stijf blijft, spreken we van een erectiestoornis.

                        Oorzaak
                        Een te vroege zaadlozing komt veel voor in de puberteit. Dit gaat meestal vanzelf over. Soms blijven de klachten.

                        Een vroegtijdige zaadlozing kan verschillende oorzaken hebben, zoals gevoelens, een erectieprobleem, ontsteking van de prostaat, schildklierafwijkingen, medicijnen of een zenuwaandoening.

                        Behandeling
                        Praat over uw problemen met uw partner. Ook gesprekken met een arts kunnen de klachten verminderen.

                        Bij een vroegtijdige zaadlozing helpen soms serotonineheropnameremmers, zoals fluoxetine.

                        Werking en effect
                        Fluoxetine verlengt de tijd tot de zaadlozing. Het begint binnen een paar weken te werken.

                        • Verschijnselen
                          Narcolepsie is een slaap- en waakstoornis met slaapaanvallen overdag. U heeft dan overdag slaapaanvallen die u niet tegen kunt houden. Ook kan uw slaap in de nacht vaak worden onderbroken, waardoor u overdag moe en slaperig bent. 

                          Bij narcolepsie kunnen ook de spieren opeens verslappen (kataplexie). Dit gebeurt meestal als reactie op hevige emoties, zoals lachen of schrikken. Zo’n aanval duurt een paar seconden tot een paar minuten. U bent bij deze aanval bij bewustzijn.

                          Ook slaapverlamming komt vaak voor. Hierbij verslappen uw spieren net voor u in slaap valt of als u net wakker bent. U kunt zich dan even niet bewegen. 

                          Oorzaak
                          De ziekte is zeer zeldzaam en ontstaat meestal tussen het 15e en 30e levensjaar. Het is niet bekend hoe het ontstaat.

                          Behandeling
                          Allereerst bestaat de behandeling van narcolepsie uit het zorgen voor regelmaat in uw leven. Bijvoorbeeld door elke dag op dezelfde tijd op te staan en naar bed te gaan. Ook het doen van korte dutjes overdag van 20 tot 30 minuten kunnen helpen.

                          Verder kan uw arts fluoxetine voorschrijven, vooral als u last heeft van slaapverlamming of plotselinge spierverslapping als gevolg van een hevige emotie.

                          Werking en effect
                          Fluoxetine vermindert slaapverlamming en de plotselinge spierverslapping. Het begint binnen een paar weken te werken.

                          • Verschijnselen
                            Bij het prikkelbaredarmsyndroom heeft u langdurig last van darmkrampen. Dit zijn pijnlijke samentrekkingen van de darmen die meestal optreden als er voedsel passeert. Ook kunt u last hebben van winderigheid, afwisselend verstopping of dunne ontlasting, een opgezette buik of slijm bij de ontlasting.

                            Oorzaak
                            De precieze oorzaak is nog onbekend. Wel is bekend dat voedsel en stress een rol kunnen spelen.

                            Behandeling
                            Door vezelrijke voeding te gebruiken, voldoende te drinken, voldoende lichaamsbeweging te nemen en stress te vermijden, kunnen de klachten minder worden. Helpt dit onvoldoende, en heeft u erge pijnklachten? Dan kan uw arts fluoxetine voorschrijven. 

                          • Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven.

                            De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende:

                            De meeste bijwerkingen merkt u vooral in de eerste week het duidelijkst. Daarna worden ze minder of verdwijnen ze zelfs. Ze gaan weer over als u met het medicijn stopt.

                            Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

                            • Maagdarmklachten, zoals misselijk zijn, diarree, krampen, overgeven en verminderde eetlust. 

                              Dit gaat meestal binnen enkele dagen over, als u gewend bent geraakt aan het medicijn. U heeft minder last van deze bijwerkingen als u het medicijn met wat voedsel inneemt. 

                            • Hoofdpijn en moe zijn.

                            • Niet kunnen slapen (slapeloosheid).

                              Heeft u hier last van, neem het medicijn dan altijd 's ochtends in.

                            Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

                            • Suf zijn, slaperig zijn en een verminderd reactievermogen.

                              Dit is vooral lastig bij activiteiten waarbij u erg moet opletten, zoals autorijden, het beklimmen van een ladder of het bewaken van een proces op het werk. Onderneem geen risicovolle activiteiten als u last heeft van deze bijwerkingen.

                            • Problemen met concentreren en zeer zelden problemen met uw geheugen.

                            • Duizelig, in de war (verwardheid), angstig en zenuwachtig zijn

                              U heeft hier vooral aan het begin van de behandeling last van. Het wordt vanzelf minder.

                            • Droge mond

                              Hierdoor kunnen zich eerder gaatjes in uw gebit ontstaan. Poets en flos daarom extra goed als u merkt dat u last heeft van een droge mond. Laat eventueel uw tandarts vaker controleren.

                            • Wazig zien en pupilverwijding.

                              Raadpleeg uw arts als u hier last van blijft houden. Wanneer u glaucoom (verhoogde oogboldruk) heeft, meld dit dan aan uw arts voordat u dit medicijn gaat gebruiken.

                            • Verandering van uw gewicht.

                              Vraag uw huisarts om een verwijzing naar een diëtist als de gewichtsverandering te groot en ongewenst is.

                            • Zweten, gapen, trillen en bibberen.

                            • Huiduitslag, galbulten en jeuk.

                              Raadpleeg in dat geval uw arts. Zeer zelden komt dit door een allergische reactie op het medicijn en moet u met het medicijn stoppen.

                            • Seksuele problemen, zoals minder zin in vrijen, moeilijke erectie en een vertraagde zaadlozing.

                              Neem contact op met uw arts als u hier last van heeft. Sommige mensen blijven last hebben van seksuele problemen, zelfs na het stoppen met het medicijn.

                            • Moeilijk kunnen stilzitten en rusteloos zijn.

                              Vooral mensen met de ziekte van Parkinson kunnen hier meer last van krijgen. Raapleeg uw arts als dit gebeurt, mogelijk moet de hoeveelheid van dit medicijn worden verlaagd.

                            • Hartklachten, zoals hartkloppingen, versnelde hartslag of juist een vertraagde hartslag.

                              Raadpleeg uw arts als u hier veel last van heeft.

                            • Problemen met plassen, zoals veel moeten plassen of niet kunnen plassen.

                            • Smaakproblemen

                              Eten en drinken kunnen anders smaken dan u gewend bent.

                            Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

                            • Hartritmestoornissen

                              U merkt dit soms alleen aan plotselinge duizelingen of als u even wegraakt. Vooral mensen met de aangeboren vorm van de hartritmestoornis verlengd QT-interval hebben hier meer kans op. Gebruik dit medicijn NIET als u deze aangeboren hartritmestoornis heeft.

                            • Stemmingsverandering, toename van depressieve gedachten en vijandige gevoelens naar zichzelf of naar anderen.

                              Dit kan zich uiten in agressie, zelfverwonding of gedachten aan zelfmoord. Neem contact met uw arts op als depressieve gevoelens juist toenemen of verergeren. Jongeren onder de 18 jaar hebben meer kans op deze bijwerkingen. Zie voor meer informatie over gebruik bij kinderen de tekst fluoxetine bij kinderen.

                            • Hallucinaties (dingen zien, voelen of horen die er niet zijn).

                              Raadpleeg dan uw arts.

                            • Sneller en langer bloeden bij een verwonding.

                              Dit merkt u ook aan blauwe plekken en bloedneuzen. Raadpleeg uw arts als u daar veel last van heeft. Dit medicijn kan problemen geven bij bloedingen. Meld daarom uw arts dat u dit medicijn gebruikt wanneer u een operatie moet ondergaan.

                            • Mensen met epilepsie hebben kans op een toename van het aantal aanvallen. Overleg hierover met uw arts.

                            • Leverziekten. U kunt dit merken aan een gevoelige, opgezwollen buik of een gele verkleuring van het oogwit of van de huid. 

                              Waarschuw bij deze klachten uw arts.

                            • Haaruitval

                              Raadpleeg uw arts als u hier veel last van heeft.

                            • Overgevoeligheid

                              U kunt dit merken aan huiduitslag, jeuk en galbulten. Raadpleeg bij deze verschijnselen uw arts. In zeldzame gevallen ontstaat er bij allergie koorts, opgezwollen lippen, tong of gezicht of overgevoeligheid voor zonlicht. Stop dan meteen het gebruik en raadpleeg uw arts. Bij allergie mag u mag dit medicijn in de toekomst niet meer gebruiken. Geef aan de apotheker door dat u overgevoelig bent voor fluoxetine. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u het medicijn niet opnieuw krijgt.

                            • Mensen met het Brugada-syndroom, een erfelijke hartziekte, hebben mogelijk een grotere kans op hartritmestoornissen. 

                              Overleg met uw arts. Mogelijk kunt u overstappen op een ander medicijn. Als u dit medicijn toch moet gebruiken, zal uw arts u extra controleren.

                            • Oorsuizen en problemen met praten, zoals stotteren.


                            Neem contact op met uw apotheker of arts als u te veel last heeft van deze of andere bijwerkingen waar u zich zorgen over maakt.


                            Heeft u last van een bijwerking? Meld dit dan bij het bijwerkingencentrum lareb. Hier worden alle meldingen over bijwerkingen van medicijnen in Nederland verzameld. Ik wil een bijwerking melden

                            • Regelmatig: bij meer dan 30 op de 100 mensen
                              Soms: bij 10 tot 30 op de 100 mensen
                              Zelden: bij 1 tot 10 op de 100 mensen
                              Zeer zelden: bij minder dan 1 op de 100 mensen
                              • Hoe?
                                Kijk voor de juiste dosering op het etiket van de apotheek.

                                • Oplostabletten ('dispers'): laat de tablet uit elkaar vallen in water. Roer en drink op. Spoel het glas daarna met water en drink dat ook op.
                                • Capsules: innemen met een half glas water zonder te kauwen.

                                Wanneer?
                                Het maakt niet uit hoe laat u dit medicijn inneemt. Wordt u erg suf door dit medicijn? Neem het dan 's avonds in voordat u naar bed gaat. Heeft u veel last van onrust en kunt u er slecht van slapen? Neem het dan 's ochtends in.

                                Hoelang?

                                • Depressiviteit. Als het medicijn na 10 weken geen effect heeft, is het waarschijnlijk niet zinvol ermee door te gaan. Spreek hierover met uw arts. Na verbetering van de klachten moet u het meestal zes maanden blijven gebruiken. Dan heeft u minder kans dat de depressiviteit terugkomt.
                                • Angstgevoelens en gespannenheid. Als het medicijn na 3 maanden geen effect heeft, is het waarschijnlijk niet zinvol ermee door te gaan. Spreek hierover met uw arts. Na verbetering van de klachten moet u het meestal een jaar blijven gebruiken.
                                • Dwangstoornis. Als het medicijn na 3 maanden nog geen effect heeft, is het waarschijnlijk niet zinvol ermee door te gaan. Spreek hierover met uw arts. Als het goed werkt moet u het meestal meerdere jaren blijven gebruiken.
                                • Paniekstoornis. Als het medicijn na 6 weken nog geen effect heeft, is het waarschijnlijk niet zinvol ermee door te gaan. Spreek hierover met uw arts. Na verbetering van de klachten moet u het meestal nog een jaar blijven gebruiken.
                                • Sociale fobie. Als het medicijn na 12 weken nog geen effect heeft, is het waarschijnlijk niet zinvol ermee door te gaan. Spreek hierover met uw arts. Na verbetering van de klachten moet u het meestal nog een jaar blijven gebruiken
                                • Posttraumatische stressstoornis. Als het medicijn na 3 maanden nog geen effect heeft, is het waarschijnlijk niet zinvol ermee door te gaan. Spreek hierover met uw arts. Na verbetering van de klachten moet u het meestal nog minstens een jaar blijven gebruiken.
                                • Eetaanvallen. Als het medicijn na 4 weken geen effect heeft, is het waarschijnlijk niet zinvol ermee door te gaan. Spreek hierover met uw arts.
                                • Premenstrueel syndroom (PMS). De arts kan u adviseren dit medicijn elke dag te gebruiken of alleen in de 2 weken voor u de menstruatie verwacht. Als het medicijn na drie menstruaties geen effect heeft, is het waarschijnlijk niet zinvol ermee door te gaan. Spreek hierover met uw arts.
                                • Prikkelbare-darmsyndroom. Heeft u na 12 weken nog steeds last? Dan heeft verdere behandeling met dit medicijn geen zin. Na verbetering van de klachten gebruikt u het meestal 6 maanden of langer.

                                Bespreek gedurende de hele behandeling alle veranderingen in uw gedrag of stemming steeds met uw arts. Het kan zijn dat u niet goed of onvoldoende op dit medicijn reageert en misschien meer baat zult vinden bij een ander medicijn.

                                • Het is belangrijk dat u dit medicijn consequent blijft slikken. Mocht u toch een dosis vergeten, neem deze dan alsnog in binnen 16 uur. Duurt het nog minder dan 8 uur voor u de volgende dosis hoort te nemen, sla de vergeten dosis dan over. Neem geen dubbele dosis in.

                                  • autorijden?
                                    Dit medicijn kan bijwerkingen veroorzaken, zoals slaperig zijn. Heeft u hier last van? Dan mag u niet autorijden. Het kan gevaarlijk zijn aan het verkeer deel te nemen zo lang u last heeft van deze bijwerkingen. Deze bijwerkingen komen vooral de eerste week van het gebruik voor. Ook als de dosering omhoog of omlaag gaat, kunt u (extra) last hebben van deze bijwerkingen. Ook dan mag u niet autorijden.

                                    Gebruikt u ook andere medicijnen die deze bijwerkingen geven? Let er dan op dat u meer last kunt hebben van deze bijwerkingen.

                                    Let op: ook depressie of erge paniekaanvallen kunnen een reden zijn dat u niet mag autorijden. Overleg met uw arts of dat bij u het geval is. Wilt u meer informatie over autorijden bij bepaalde ziektes? Kijk dan op de website van het CBR.

                                    Voor meer algemene informatie kunt u het thema 'Medicijnen in het verkeer' lezen. In dit thema leest u bijvoorbeeld wat de wet zegt over medicijnen in het verkeer. Ook vindt u adviezen waarmee u rekening moet houden als u wel (weer) wilt autorijden.

                                    alcohol drinken?
                                    Alcohol kan de bijwerking van dit medicijn sterker maken. Hierdoor kunt u extra suf of slaperig worden. Ook als u hier niets meer van merkt omdat u gewend bent geraakt aan fluoxetine. Gebruik daarom liever geen alcohol of drink minder alcohol als u dit medicijn krijgt.

                                    alles eten?
                                    U mag eten en drinken zoals u normaal ook doet.

                                    • Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje 'samenstelling'.

                                      De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

                                      • Andere medicijnen die het reactievermogen verminderen. Bij deze medicijnen is vaak op de verpakking een gele waarschuwingssticker geplakt. De effecten op bijvoorbeeld reactievermogen en coördinatievermogen versterken elkaar. Rijd geen auto als u naast fluoxetine een ander medicijn gebruikt dat het reactievermogen beïnvloedt.
                                      • Ontstekingsremmende pijnstillers, zoals ibuprofen, diclofenac, acetylsalicylzuur, naproxen en celecoxib. Deze medicijnen kunnen bijwerkingen op de maag veroorzaken, zoals een maagbloeding. Gelijktijdig gebruik van fluoxetine vergroot de kans op deze bijwerkingen. Gebruik daarom liever paracetamol als pijnstiller. Die heeft dat nadeel niet.
                                        Wees extra alert als u toch fluoxetine samen met een ontstekingsremmende pijnstiller moet gebruiken, en raadpleeg uw arts bij maagklachten.
                                        Meestal adviseert de arts u een maagbeschermer te slikken om maagklachten te voorkomen. Overleg met uw arts of dat bij u nodig is.
                                      • Middelen tegen depressie van de tricyclische groep (amitriptyline, clomipramine, dosulepine, doxepine, imipramine, maprotiline en nortriptyline) en vortioxetine. De hoeveelheid van deze medicijnen in het bloed kan toenemen. Hierdoor kunnen ze te sterk werken en meer bijwerkingen geven als u ze tegelijk met fluoxetine gebruikt. Raadpleeg uw arts, zodat deze eventueel de doseringen kan verlagen. Ook als u al bent gestopt met dit medicijn kan het enkele dagen tot weken duren voor u een nder medicijn tegen depressie veilig kunt gebruiken.
                                      • Venlafaxine, een andere medicijn tegen depressie. Dit medicijn remt de afbraak van venlafaxine. U kunt meer last krijgen van bijwerkingen zoals slaperigheid, nervositeit, maagdarmklachten, trillen, hartkloppingen en duizeligheid. Neem contact op met uw arts als u dit merkt. Uw arts zal u extra controleren.
                                      • De antistollingsmedicijnen acenocoumarol en fenprocoumon. Fluoxetine kan de werking van de bloedverdunner versterken. Neem contact op met de trombosedienst als u fluoxetine gaat gebruiken, de dosis verandert of als u stopt met het gebruik.
                                      • De plastabletten chloortalidon, chloorthiazide, hydrochloorthiazide, epitizide en indapamide. Als u een van deze medicijnen samen met fluoxetine gebruikt, heeft u de eerste weken een verhoogde kans op een tekort aan natrium in het bloed. Dat kan vooral ontstaan door vochtverlies, zoals bij braken, diarree, koorts en hitte. U merkt dat aan plotselinge ernstige vermoeidheid, sufheid, slecht aanspreekbaar zijn, verminderde eetlust, braken en diarree. Waarschuw dan meteen uw arts.
                                      • Metoprolol, bijvoorbeeld gebruikt bij hart- en vaatziekten. Fluoxetine kan de hoeveelheid metoprolol in het bloed verhogen. Hierdoor kunnen de werking en bijwerkingen van metoprolol toenemen. U kunt dan bijvoorbeeld last krijgen van een te trage hartslag. Overleg met uw arts. Mogelijk kunt u overstappen op een ander medicijn
                                      • Carbamazepine en fenytoïne, onder andere gebruikt bij epilepsie, verdwijnen minder snel uit het lichaam. Hierdoor kan er te veel van in het bloed komen. U zult de hoeveelheid carbamazepine of fenytoïne in uw bloed regelmatig moeten laten controleren. De arts zal de dosering dan eventueel verlagen.
                                      • Hartvaatmedicijnen van de groep calciumblokkers, namelijk amlodipine, barnidipine, felodipine, lacidipine, lercanidipine, nicardipine, nifedipine en nimodipine. Deze medicijnen kunnen in combinatie met fluoxetine meer bijwerkingen geven, zoals opgezwollen enkels of onderbenen, hoofdpijn, blozen en duizeligheid. Neem in dat geval contact op met uw arts.
                                      • Flecaïnide, een medicijn bij hartritmestoornissen. De hoeveelheid flecaïnide in uw bloed kan te hoog worden en bijwerkingen geven. Uw arts zal de hoeveelheid flecaïnide in uw bloed regelmatig controleren.
                                      • Clozapine een medicijn tegen psychose. Fluoxetine kan de hoeveelheid clozapine in het bloed verhogen en hierdoor de bijwerkingen van clozapine versterken. Neem contact op met uw arts. Wellicht kan deze u een ander medicijn voorschrijven.
                                      • Tamoxifen, gebruikt bij bepaalde vormen van borstkanker. Fluoxetine kan het effect van tamoxifen verminderen. Overleg met uw arts. Mogelijk kunt u overstappen op een ander medicijn.
                                      • Pimozide, een medicijn tegen psychose. Bij combinatie met pimozide heeft u een verhoogd risico op hartritmestoornissen. U kunt last krijgen van plotselinge duizelingen of kortdurend buiten bewustzijn raken. Gebruik het NIET samen met pimozide, behalve als dit volgens uw arts onvermijdelijk is.
                                      • Medicijn tegen psychose, zoals aripiprazol, brexpiprazol, perfenazine en risperidon. Fluoxetine kan de hoeveelheid van deze medicijnen in het bloed verhogen. Hierdoor kunt u meer bijwerkingen krijgen. Neem hierover contact op met uw arts.
                                      • Atomoxetine, gebruikt bij ADHD. Fluoxetine kan de werking van atomoxetine versterken. Hierdoor kunnen bijwerkingen toenemen. Uw arts zal de dosis controleren en eventueel aanpassen. Bij stoppen met fluoxetine kan de werking van atomoxetine afnemen. Overleg hierover met uw arts of apotheker.
                                      • Sommige medicijnen tegen het virus waar aids van kunt krijgen (hiv).Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat.
                                      • Sommige medicijnen tegen kanker. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat. Deze medicijnen verhogen de kans op bloedingen. Overleg hierover met uw arts.

                                      Bij combinatie met de volgende medicijnen is er een kleine kans op een ernstige bijwerking, het serotoninesyndroom.

                                      • De pijnstillers pethidine en tramadol.
                                      • Het antibioticum linezolid.
                                      • Medicijnen tegen depressie van de tricyclische groep (amitriptyline, clomipramine, dosulepine, doxepine, imipramine, maprotiline en nortriptyline), trazodon en vortioxetine.

                                      Overleg bij deze medicijnen met uw arts. Misschien kan uw arts u een ander medicijn voorschrijven die dit risico niet heeft. Moet u de combinatie wel gebruiken let dan op de verschijnselen, zoals trillen, beven, bewegingsdrang, spiertrekkingen, opgewondenheid, In de war zijn (verwardheid), angst, koorts, zweten, versnelde hartslag en een verminderd bewustzijn.

                                      Er is bij deze verschijnselen niet altijd sprake van het serotoninesyndroom. Sommige van deze bijwerkingen kunnen ook bij uw ziekte horen of vanzelf weer weg gaan. Raadpleeg bij twijfel wel uw arts, omdat het een ernstige bijwerking is.
                                      Vertel ook aan mensen uit uw naaste omgeving over deze bijwerkingen, omdat u ze door de verwardheid en het verminderde bewustzijn mogelijk niet altijd merkt. Zij kunnen dan contact opnemen met de huisarts.

                                      Bij de volgende medicijnen is de kans op deze bijwerking relatief groot. Deze mag u niet samen met fluoxetine gebruiken. Overleg met uw arts.

                                      • Dextromethorfan, een medicijn tegen hoest. Ook na stoppen met dextromethorfan duurt het één dag voordat u fluoxetine kunt gebruiken.
                                      • Selegiline en rasagiline, medicijnen tegen de ziekte van Parkinson en
                                        fenelzine, tranylcypromine en moclobemide, medicijnen tegen depressie. Ook als u al gestopt bent met fluoxetine duurt het een week voor u deze medicijnen veilig kunt gebruiken. Andersom duurt het twee weken voor u, na stoppen met deze medicijnen, met fluoxetine mag beginnen. Bij moclobemide kunt u al één dag na het stoppen met fluoxetine beginnen.

                                      Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

                                      • Zwangerschap
                                        Meld het aan uw arts en apotheker als u zwanger bent of dit binnenkort wilt worden. Weeg met uw arts de ernst van uw ziekte af tegen het risico van dit medicijn voor het kind.
                                        Er is veel ervaring met het gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap. En er zijn geen aanwijzingen op een sterk verhoogd risico op aangeboren afwijkingen bij de baby. Wel is bekend dat bij de baby ontwenningsverschijnselen kunnen ontstaan wanneer u dit medicijn voor lange tijd gebruikt tijdens de laatste 3 maanden van de zwangerschap (3e trimester). Dit merkt u aan trillen, een onregelmatige ademhaling, slecht drinken en hard huilen.
                                        Maar soms kan het ook schadelijk voor de baby of voor u zijn, als uw ziekte niet zo goed mogelijk behandeld wordt. Zo kunnen depressieve klachten ook schadelijk zijn voor de baby of voor u zijn. Stoppen met dit medicijn als u al zwanger bent wordt meestal niet aangeraden. Overleg daarom met uw arts over de voor- en nadelen.

                                        Borstvoeding
                                        Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts of apotheker. Dit medicijn komt in de moedermelk.

                                        Als u samen met uw arts besluit dat u borstvoeding gaat geven, let dan goed op mogelijke bijwerkingen bij de baby. Dit merkt u doordat uw baby minder goed drinkt, slecht slaapt, suf is, veel huilt of niet goed groeit. Als deze bijwerkingen optreden, neem dan contact op met uw arts.

                                        Gebruikt u medicijnen op recept of die u zonder recept koopt? Wilt u helpen om de kennis over medicijngebruik tijdens zwangerschap en borstvoeding te vergroten? Meld dan uw ervaring bij Moeders van Morgen.

                                        • U kunt fluoxetine blijven gebruiken als u een kinderwens heeft. Er is veel ervaring met het gebruik van dit medicijn door de vader. Er zijn geen aanwijzingen dat dit medicijn slecht is voor de ongeboren baby.

                                          • Nieren

                                            Werken uw nieren minder goed of dialyseert u? U mag dit medicijn gebruiken, zoals uw arts heeft voorgeschreven.

                                            Lever

                                            Heeft u lichte levercirrose (een ziekte van de lever)? Gebruik dit medicijn alleen na overleg met uw arts. Levercirrose kan de hoeveelheid van dit medicijn in uw bloed verhogen. Hierdoor kan dit medicijn meer bijwerkingen veroorzaken. Het kan zijn dat uw arts de dosering aanpast.

                                            Heeft u matige of ernstige levercirrose (een ziekte van de lever)? Overleg met uw arts. U mag dit medicijn NIET gebruiken. Levercirrose verhoogt de hoeveelheid van dit medicijn in uw bloed. Hierdoor kan dit medicijn meer bijwerkingen veroorzaken. Mogelijk kunt u overstappen op een ander medicijn.

                                            • Maagverkleining

                                              Heeft u een maagverkleining gehad? Overleg dan met uw arts of apotheker. Over het gebruik van dit medicijn na een maagverkleining is nog weinig bekend. Het kan zijn dat uw arts de dosering aanpast.

                                              Ernstig overgewicht

                                              Heeft u ernstig overgewicht? U mag dit medicijn gebruiken, zoals uw arts heeft voorgeschreven. Over het gebruik van dit medicijn bij ernstig overgewicht is nog weinig bekend. Maar er worden geen veranderingen verwacht in de werking en bijwerkingen van dit medicijn.

                                              Als u niet weet of u ernstig overgewicht heeft, dan kunt u dit uitrekenen. Namelijk door uw BMI (Body Mass Index) te berekenen. Dit getal geeft aan of uw gewicht past bij uw lengte. Ga hiervoor naar de BMI-meter en vul uw gewicht en lengte in. Is uw BMI 40 of meer? Of is uw BMI 35 of meer en heeft u ook andere problemen met uw gezondheid, zoals een hoge bloeddruk of diabetes type 2 (suikerziekte). Dan heeft u ernstig overgewicht.

                                              • Nee, u mag niet zomaar stoppen met fluoxetine. Stopt u in 1 keer? Dan kunt u last krijgen van klachten. Bijvoorbeeld angst, duizeligheid, draaierigheid, hoofdpijn, misselijkheid en zweten. Deze klachten worden ook wel onttrekkingsverschijnselen genoemd. Dit komt omdat uw lichaam gewend is aan dit medicijn. Niet iedereen heeft evenveel last van onttrekkingsverschijnselen.

                                                Wilt u stoppen met fluoxetine? Overleg dan met uw arts of apotheker. U spreekt samen af hoe u het best kunt stoppen. Vaak stopt u binnen 2 weken met fluoxetine. Kijk hoe u reageert en geef dit door aan uw arts of apotheker. Zij kunnen u helpen als u klachten krijgt.

                                                Krijgt u opnieuw last van depressie, angst of paniek? Of krijgt u last van onttrekkingsverschijnselen? Bespreek dit dan met uw arts of apotheker.

                                                • De werkzame stof fluoxetine zit in de volgende producten:
                                                  • Ja, u heeft een recept nodig.

                                                    Fluoxetine is sinds 1986 internationaal op de markt. Het is op recept verkrijgbaar onder de merknaam Prozac en het merkloze Fluoxetine in oplostabletten en capsules.

                                                    Laatst bijgewerkt op 18-01-2024

                                                    Disclaimer

                                                    Deze tekst is opgesteld door het Geneesmiddel Informatie Centrum van de KNMP. Deze tekst is gebaseerd op de bijsluiter van het beschreven medicijn en op andere, wetenschappelijke bronnen. Zoals medische richtlijnen, standaarden en literatuur. Bent u benieuwd hoe het apotheek.nl-team dit doet? Bekijk dan de video. Hoewel bij het opstellen van de tekst uiterste zorgvuldigheid is betracht, is de KNMP niet aansprakelijk voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige onjuistheid in deze tekst. De officiële bijsluiter van dit medicijn vindt u bij het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen op: www.cbg-meb.nl.

                                                    Vond u deze informatie nuttig?

                                                    Vind een apotheek

                                                    Wilt u meer weten, of heeft u een vraag over uw eigen situatie? Dan raden wij u aan naar uw eigen apotheek te gaan. Uw eigen apotheker is op de hoogte van uw persoonlijke omstandigheden en kan u uitgebreid begeleiden bij uw medicijngebruik. Bent u niet in de buurt van uw eigen apotheek, dan kunt u hier ook andere apotheken vinden.
                                                    Vind een apotheek blob

                                                    Vraag het de webapotheker

                                                    Vraag het de webapotheker

                                                    Vraag het de webapotheker

                                                    Het beste advies krijgt u bij uw eigen apotheek. Daar ontvangt u de zorg en begeleiding die is afgestemd op uw persoonlijke situatie. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan kunt u een vraag stellen aan de webapotheker. Een team van apothekers beantwoordt uw vraag in principe binnen enkele werkdagen.

                                                    Meldpunt medicijnen

                                                    Werkt uw medicijn heel goed of juist niet? Wordt uw medicijn niet vergoed? Of heeft u last van een bijwerking? Meld uw ervaring
                                                    Informatie wordt bijgewerkt: