MedicijnenNeurontin

Neurontin | gabapentine

Werkzame stof: gabapentine


Onderstaande tekst gaat over de werkzame stof gabapentine.

MedicijnenNeurontin

Neurontin

Werkzame stof: gabapentine


Onderstaande tekst gaat over de werkzame stof gabapentine.

Belangrijkste zakenWaarbij gebruik ik het?Mogelijke bijwerkingenHoe gebruik ik dit?Een keer vergeten, wat nu?Mag ik autorijden, alcohol drinken, alles eten?Gebruik met andere medicijnenGebruik bij zwangerschap of borstvoedingGebruik bij slechte nieren of leverMag ik zomaar stoppen?Onder welke namen verkrijgbaar?Heb ik een recept nodig?

Informatie in het Oekraïens over gabapentine; нформація українською мовою про габапентін

    • Gabapentine brengt overprikkelde zenuwen in de hersenen tot rust.
    • Bij epilepsie en zenuwpijn. Soms ook bij het complex regionaal pijnsyndroom (CRPS of posttraumatische dystrofie), hik die niet over gaat, spierkrampen, rusteloze benen en bij opvliegers na de behandeling van borstkanker.
    • Het kan een paar weken duren voordat u merkt dat dit medicijn werkt.
    • Bijwerkingen in het begin: suf of duizelig zijn en niet kunnen slapen. Verder problemen met bewegen, zoals onzeker lopen. Deze bijwerkingen verdwijnen binnen een paar weken vanzelf. U kunt meer kans hebben op infecties, zoals verkoudheid.
    • U heeft minder kans op bijwerkingen als u met een lage dosis begint en de dosering daarna langzaam opbouwt.
    • U mag de eerste week niet autorijden. Nadat u 1 week lang dezelfde dosering heeft gebruikt mag u weer autorijden. Rijd alleen als u geen bijwerkingen heeft.
    • Pas op met alcohol. Dit kan u nog suffer maken.
    • Heeft u het een lange tijd gebruikt en wilt u stoppen? Stop dan niet in één keer. U kunt last krijgen van ontwenningsverschijnselen zoals: angst, niet kunnen slapen, misselijk worden en zweten. Vraag u arts of apotheker om advies.
    • Bent u zwanger of wilt u zwanger worden? Vraag aan uw arts of u dit medicijn mag gebruiken.
    • Geeft u borstvoeding? Dit medicijn komt in de moedermelk. Vraag aan uw arts of apotheker of u dit medicijn mag gebruiken.

     Download de samenvatting

    • Gabapentine beïnvloedt de informatieoverdracht via zenuwen in de hersenen.

      Artsen schrijven het voor bij epilepsie en bij zenuwpijn.
      Ze schrijven het soms voor bij het complex regionaal pijnsyndroom (CRPS, ook wel posttraumatische dystrofie genoemd), voortdurende hik, spierkrampen, rusteloze benen en om opvliegers tegen te gaan na de behandeling van borstkanker.

      • Verschijnselen
        Er zijn verschillende vormen van epilepsie. Bij veel vormen is sprake van epileptische aanvallen, waarbij men het bewustzijn verliest en de spieren hevig verkrampen. De spierschokken kunnen meer of minder hevig zijn. Soms zijn er geen spierschokken en is men alleen een paar seconden afwezig (absences).
        Er zijn ook lichtere aanvallen zonder bewusteloosheid. Daarbij voelt u alleen tintelingen in een arm, hoort of ziet u dingen die er niet zijn, of zijn er lichte bewegingen (friemelen, smakken) merkbaar.

        Oorzaak
        Bij een aanval van epilepsie verloopt de informatieoverdracht tussen zenuwcellen in de hersenen niet goed. Prikkels in de hersenen kunnen hierdoor epileptische aanvallen veroorzaken.

        Epilepsie kan allerlei oorzaken hebben, bijvoorbeeld: zuurstofgebrek tijdens de geboorte, een hersenvliesontsteking, een ongeval, een beroerte of (zelden) een hersentumor. Bij een bepaalde vorm van epilepsie kunnen lichtflitsen (TV, computergames, discolicht) een aanval uitlokken. Meestal is de oorzaak echter onbekend en is er sprake van aanleg. De ziekte kan op elke leeftijd ontstaan, maar begint meestal op de kinderleeftijd.

        Behandeling
        Er zijn verschillende medicijnen tegen epilepsie. Bij de keuze van een medicijn volgt uw arts meestal een schema, waarbij medicijnen in een vaste volgorde worden uitgeprobeerd. Gabapentine wordt meestal pas gebruikt als de eerste-keusmiddelen bij epilepsie niet voldoende werken of te veel bijwerkingen geven. Het kan alleen of in combinatie met andere epilepsiemedicijnen worden gebruikt.

        Werking 
        Gabapentine beïnvloedt de informatieoverdracht tussen zenuwcellen in de hersenen. Het maakt de zenuwen minder prikkelbaar, zodat ze niet te snel reageren. Hierdoor helpt het epilepsieaanvallen te voorkomen.

        Effect
        Het werkt niet bij iedereen. Na enkele weken zal duidelijk zijn of dit medicijn bij u voldoende werkt. U merkt dat doordat epilepsieaanvallen minder vaak optreden en minder heftig zijn of helemaal verdwijnen.

        • Verschijnselen
          Bij zenuwpijn voelt u heftige pijnschokken met een zeer scherpe, stekende of constant brandende pijn. De pijn is continu aanwezig of kan opkomen na slechts een lichte aanraking. Het betreft vaak één specifiek deel van het lichaam, zoals een deel van het gezicht, een deel van de romp of een voet of arm.

          Oorzaak
          De oorzaak van zenuwpijn ligt bij de gevoelszenuwen. Deze versturen `berichten` over aanrakingen en verwondingen naar de hersenen. Beschadigde of geïrriteerde zenuwen versturen deze berichten onjuist. Uw hersenen voelen hierdoor heftige pijn, zonder dat er van een verwonding sprake is.

          Behandeling
          Omdat bij zenuwpijnen de oorzaak van de pijn ligt bij de betrokken gevoelszenuw, hebben gewone pijnstillers meestal weinig effect. Meestal schrijven artsen bij zenuwpijn bepaalde medicijnen voor die oorspronkelijk bedoeld zijn voor depressie, zoals amitriptyline of duloxetine. Of bepaalde medicijnen tegen epilepsie, zoals pregabaline of gabapentine.

          Werking
          Gabapentine beïnvloedt de informatieoverdracht tussen zenuwcellen in de hersenen. Het maakt de zenuwen minder prikkelbaar, zodat ze niet te snel reageren op pijnprikkels die door de gevoelszenuwen wordt doorgegeven. Hierdoor helpt het tegen zenuwpijn.

          Effect
          Gabapentine werkt bij verschillende soorten zenuwpijn, bijvoorbeeld door diabetes (suikerziekte) of gordelroos. Het werkt niet bij iedereen. Na enkele dagen tot weken zal duidelijk zijn of het bij u voldoende werkt.

          • Het complex regionaal pijnsyndroom (CRPS) werd vroeger posttraumatische dystrofie genoemd. Het kan optreden na een kleine wond of operatie aan arm of been, of na een kneuzing. De huid raakt als het ware ontregeld over een groter oppervlak dan de wond alleen. Dit veroorzaakt veel pijn. De precieze oorzaak is nog niet duidelijk.

            Verschijnselen
            De verschijnselen van CRPS zijn:

            • onverklaarbare pijn in arm of been, die erger wordt bij inspanning;
            • rode of blauwe kleur van de huid;
            • zwelling van het lichaamsdeel en verminderde beweeglijkheid;
            • pijn bij het aanraken van de huid;
            • veranderde nagelgroei, afbrokkelen van de nagels;
            • versterkte haargroei op de huid;
            • verhoogde zweetproductie van handpalm of voetzool.

            Behandeling
            Als gewone pijnstillers, zoals paracetamol of pijnstillers van het nsaid-type (ibuprofen, naproxen) niet voldoende helpen, kan de arts andere medicijnen voorschrijven. Bijvoorbeeld medicijnen die oorspronkelijk bedoeld zijn voor depressie, bepaalde middelen op de huid (DMSO, capsaïcine), spierverslappers, bijnierschorshormonen en medicijnen tegen epilepsie, zoals gabapentine. Deze medicijnen blijken ook invloed te hebben op de pijn.

            Werking
            Gabapentine beïnvloedt de informatieoverdracht tussen zenuwcellen in de hersenen. Het maakt de zenuwen minder prikkelbaar, zodat ze niet te snel reageren op pijnprikkels. Hierdoor kan het helpen bij complex regionaal pijn syndroom (CRPS).

            Effect
            Gapabentine werkt niet bij iedereen. Na enkele weken zal duidelijk zijn of het bij u voldoende werkt. Overleg met uw arts, als u na 8 weken nog geen effect merkt op de pijn.

            • Oorzaak
              Bij de hik trekt het middenrif (een spier tussen buik en longen) vanzelf samen. Het kan ontstaan door te snel eten of drinken, niet goed kauwen of door koolzuurhoudende dranken.

              Ook alcohol kan de hik veroorzaken. De zenuwen in de keel en het middenrif worden hierdoor geprikkeld en het middenrif gaat samentrekken (krampen).

              Soms hebben mensen met een aandoening van de longvliezen of de maag vaak de hik.

              Meestal is de hik onschuldig, het gaat in het algemeen na korte tijd weer over. Een enkele keer houdt de hik echter verschillende dagen of langer aan. Dit kan leiden tot pijn in de borst en tot uitputting.

              Behandeling
              Rustig eten en drinken is de beste manier om hikaanvallen te voorkomen. Bij lang aanhoudende hik helpt gabapentine soms. Het wordt soms ook samen met het spierverslappende medicijn baclofen gegeven. Hoe gabapentine werkt bij hik is niet bekend.

              • Gabapentine wordt soms gebruikt bij spierkrampen die kunnen ontstaan door het gebruik van sterke pijnstillers, zoals morfine.

                Oorzaak
                De hersenen sturen de spieren aan via zenuwen. Deze zenuwen lopen vanuit de hersenen via het ruggenmerg naar de spieren. Als deze zenuwen geprikkeld raken, bijvoorbeeld door een hoge dosering van sterke pijnstillers, geven ze onbedoeld bericht aan de spieren om samen te trekken. Hierdoor ontstaan spierkrampen of snelle spiertrekkingen.

                Werking
                Gabapentine beïnvloedt de informatieoverdracht tussen zenuwcellen in de hersenen. Het maakt de zenuwen minder prikkelbaar, zodat ze niet te snel berichten kunnen sturen aan de spieren. Hierdoor kan het helpen bij spierkrampen.

                • Verschijnselen
                  Bij rusteloze benen heeft u een kriebelend, jeukend, tintelend of pijnlijk gevoel in de benen, vooral in de kuiten, maar ook in dijen, voeten, handen en armen. Hierbij heeft u meestal een onbedwingbare neiging om dit lichaamsdeel te bewegen. Als u beweegt verdwijnt het gevoel.

                  De klachten treden meestal op in rust en dus vaak tijdens het slapen. Het bemoeilijkt het inslapen of u wordt al snel weer wakker.

                  Oorzaak
                  De oorzaak van deze klachten is niet bekend. Oudere mensen hebben er meer kans op. In zeldzame gevallen kunnen de klachten veroorzaakt worden door bloedarmoede, zwangerschap, diabetes, medicijnen of een te langzaam werkende schildklier.

                  Behandeling
                  In sommige gevallen kunnen de klachten verminderen met een warme douche of spierontspannende oefeningen voordat u gaat slapen. Het helpt vaak om geen coffeïne te gebruiken (dus geen koffie, thee, cola, chocola) of overdag minder lang achterelkaar rechtop te staan of zitten.

                  Als de klachten ernstig blijven kan de arts medicijnen voorschrijven. Meestal zijn dit medicijnen die op dopamine werken, zoals pramipexol en ropinirol. Als deze niet werken of gebruikt kunnen worden, kan de arts gabapentine voorschrijven.

                  • Gabapentine wordt gebruikt tegen opvliegers bij vrouwen die voor borstkanker zijn behandeld en geen oestrogeenhormonen mogen gebruiken.

                    Verschijnselen
                    Opvliegers ontstaan door een tekort aan oestrogeenhormoon, bijvoorbeeld na de overgang. Maar ook na een behandeling van borstkanker kunnen opvliegers ontstaan. Sommige soorten kankercellen groeien door oestrogeenhormoon. Bij de behandeling van dit type borstkanker worden medicijnen gebruikt om de werking van oestrogeenhormoon te blokkeren. Hierdoor kunt u overgangsachtige klachten krijgen, zoals opvliegers en zweetaanvallen.

                    Behandeling
                    Als opvliegers heel hinderlijk zijn, kan de arts een medicijn voorschrijven, zoals oestrogeenhormoon. Voor vrouwen die geen hormonen mogen gebruiken, schrijven artsen soms gabapentine voor om de klachten te verminderen.

                    Effect
                    Gabapentine bestrijdt opvliegers en zweetaanvallen. Het werkt niet bij iedereen. Als het werkt merkt u dat de opvliegers minder heftig zijn en minder vaak voorkomen.

                  • Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven.

                    Om de kans op bijwerkingen aan het begin van de behandeling te verkleinen, moet u starten met een lage dosering. De dosering wordt daarna geleidelijk opgebouwd.

                    De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende:

                    Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

                    • Slaperigheid, sufheid en vermoeidheid. Zelden slapeloosheid.

                      Slaperigheid en sufheid gaan meestal over als u een week lang dezelfde dosering gebruikt. Uw lichaam went er dan aan. Maar zolang de dosering nog wordt opgebouwd, kunt u last hebben van deze bijwerking.
                      Voorkom ongelukken bij activiteiten thuis, op het werk en in het verkeer. Bijvoorbeeld wanneer u een ladder beklimt, apparaten bedient en op het werk iets bewaakt of controleert.

                    • Bewegingsstoornissen, zoals een onzekere gang bij het lopen, draaierig gevoel, evenwichtsproblemen, neiging tot vallen. Zelden abnormale bewegingen van tong en mond, zoals smakken, zuigen of kauwen, grimassen en tics van het gezicht. Verder buigen en strekken van vingers en tenen, zwaai- en draaibewegingen van schouders en bekken.

                    • Duizeligheid

                    • Keelpijn, verkoudheid, griep en hoesten

                      Dit komt door een grotere kans op een virus-infectie. Zelden andere infecties, zoals middenoorontsteking, bronchitis of longontsteking. Raadpleeg uw arts bij koorts, keelpijn, oorpijn en kortademigheid.

                    Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

                    • Trillende handen, doof of tintelend gevoel in armen of benen.

                    • Hoofdpijn en zwak of slap gevoel

                    • Slappe spieren of juist aanhoudend gespannen spieren, soms in een vreemde houding.

                    • Wazig zien of dubbelzien

                      Heeft u hier veel last van, raadpleeg dan uw arts.

                    • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid, braken, maagpijn, opgeblazen gevoel, buikpijn, winderigheid, diarree of verstopping.

                      Misselijkheid kunt u voorkomen door het medicijn met wat voedsel in te nemen.

                    • Minder eetlust en zeer zelden juist meer eetlust.

                      Hierdoor ontstaan veranderingen in het gewicht.

                    • Droge mond en keel en zeer zelden tandvleesontsteking.

                      Door de droge mond kunnen sneller gaatjes in uw gebit en ontstekingen van het slijmvlies van de mondholte ontstaan. Poets of flos daarom extra goed als u merkt dat u last heeft van een droge mond. Laat eventueel de tandarts vaker uw gebit controleren.

                    • Psychische klachten, zoals depressieve gevoelens, prikkelbaarheid, angstgevoelens, nervositeit, opgewonden gevoel. Zeer zelden hallucinaties, rusteloosheid, agressie of zelfmoordgedachten.

                      Overleg met uw arts als u dit merkt.

                    • Problemen met geheugen, concentratie en coördinatie, moeite met praten.

                    • Huiduitslag, jeuk, acne (vettige huid met puistjes), zeer zelden haaruitval.

                      Huiduitslag kan ook wijzen op overgevoeligheid (zie onder Zeer zelden: Overgevoeligheid). Raadpleeg uw arts bij huiduitslag.

                    • Vasthouden van vocht, zwelling in het gezicht, verhoogde bloeddruk, blozen.

                      Raadpleeg in deze gevallen uw arts. Zeer zelden wijst zwelling in het gezicht op overgevoeligheid (zie onder Zeer zelden: Overgevoeligheid).

                    • Blaasontsteking. Dit merkt u aan pijn bij het plassen en vaak kleine beetjes moeten plassen. Zeer zelden moeite om de plas op te houden (incontinentie).

                    • Spierpijn, gewrichtspijn, rugpijn en spiertrekkingen. Zeer zelden stijve spieren. Mensen met de spierziekte myasthenia gravis kunnen meer klachten krijgen.

                      Spierpijn is meestal onschuldig, maar in zeldzame gevallen kan er sprake zijn van een ernstige bijwerking op de spieren. De verschijnselen van deze ernstige bijwerking zijn spierpijn, spierzwakte, algemeen ziek voelen, koorts, misselijkheid en braken. De spierpijn zit meestal in de kuiten of onderrug, maar ook het gehele lichaam kan zeer doen. Overleg met uw arts als u onverklaarbare spierpijn heeft. Als de verschijnselen ernstig zijn, moet u zo snel mogelijk uw arts waarschuwen.

                    • Impotentie, zeer zelden minder zin in vrijen, moeilijker krijgen van een orgasme.

                      Als u hier veel last van heeft, raadpleeg dan de arts.

                    • Minder witte bloedcellen en bloedplaatjes. Waarschuw uw arts bij infecties die niet overgaan, keelpijn, blaasjes in de mond, blauwe plekken of bloedneuzen.

                    Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

                    • Oorsuizen

                    • Borstvorming bij mannen

                    • Hartkloppingen, pijn op de borst

                      Waarschuw in deze gevallen uw arts.

                    • Ontsteking van de lever of alvleesklier. Bij plotselinge hevige pijn in bovenbuik, misselijkheid en een gele kleur van huid of oogwit moet u een arts waarschuwen.

                    • Veranderingen in het bloedglucose

                      Dit is vooral van belang voor diabetespatiënten. Zij kunnen eerder een te hoog of te laag bloedglucose krijgen.

                    • Benauwdheid en bemoeilijkte ademhaling

                      Neem contact op met uw arts, als de ademhaling heel langzaam en oppervlakkig wordt.

                    • Overgevoeligheid voor dit medicijn. Dit merkt u aan huiduitslag, galbulten of jeuk.

                      Raadpleeg dan uw arts.
                      Verder kunt u duizelig worden of flauw vallen. Of er kan een zwelling ontstaan van het gezicht, lippen, mond, tong of keel. U kunt hierbij erg benauwd worden.
                      In zeer zeldzame gevallen kan een ernstige huidaandoening ontstaan met blaarvorming. De blaren ontstaan met name op de lippen en op de slijmvliezen van de mond en geslachtsdelen. Ook kan een ernstige overgevoeligheidsreactie optreden met koorts, gezwollen lymfeklieren en huiduitslag.
                      In al deze gevallen moet u onmiddellijk een arts waarschuwen of naar de Eerste-Hulpdienst gaan.
                      Als u overgevoelig bent voor gabapentine mag u het niet meer gebruiken. Geef dit aan de apotheker door. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u het medicijn niet opnieuw krijgt.


                    Neem contact op met uw apotheker of arts als u te veel last heeft van deze of andere bijwerkingen waar u zich zorgen over maakt.


                    Heeft u last van een bijwerking? Meld dit dan bij het bijwerkingencentrum lareb. Hier worden alle meldingen over bijwerkingen van medicijnen in Nederland verzameld. Ik wil een bijwerking melden

                    • Regelmatig: bij meer dan 30 op de 100 mensen
                      Soms: bij 10 tot 30 op de 100 mensen
                      Zelden: bij 1 tot 10 op de 100 mensen
                      Zeer zelden: bij minder dan 1 op de 100 mensen
                      • Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek.

                        Hoe?
                        Capsule en tabletten: heel doorslikken met een half glas water.
                        Drank:

                        • Meet de juiste hoeveelheid af met een doseerspuit.
                        • Druk de spuit leeg in uw mond en slik de drank door.
                        • Spoel de spuit na met wat water.

                        Wanneer? 
                        U mag dit medicijn innemen op elk moment van de dag. Het beste kunt u vaste tijdstippen kiezen, dan vergeet u minder snel een dosis.

                        • Als u het 1 keer per dag gebruikt: bij voorkeur 's avonds. Dan heeft u minder last van de sufheid en slaperigheid overdag.
                        • Als u het 2 keer gebruikt: 's ochtends bij het ontbijt en 's avonds bij het avondeten.
                        • Als u het 3 keer per dag gebruikt: bij ontbijt, lunch en avondeten.

                        Rusteloze benen: neem het medicijn 3 uur voordat u gaat slapen in, dan is het effect het best.

                        Hoelang?

                        Epilepsie
                        U zult dit medicijn waarschijnlijk langdurig moeten gebruiken. Na enkele weken tot maanden zal uw arts met u bekijken of het voldoende werkzaam is. Het kan zijn dat de arts de dosering tussentijds aanpast. Verander in elk geval nooit zelf de dosering.

                        Zenuwpijn
                        Het is belangrijk uw pijn al vóór de behandeling te noteren in een pijndagboek, door telkens 's avonds bijvoorbeeld met een cijfer aan te geven hoe erg de pijn geweest is, en welke activiteiten u niet hebt kunnen doen door de pijn.

                        Als gabapentine werkt, kunt u het gebruiken zolang als nodig is. Werkt het na enkele weken nog onvoldoende? Overleg dan met uw arts. De arts kan misschien de dosering aanpassen of een ander medicijn voorschrijven.

                        Complex regionaal pijnsyndroom (posttraumatische dystrofie) en opvliegers bij borstkanker
                        Als het werkt, kunt u gabapentine gebruiken zolang als nodig is. Werkt het na enkele weken nog onvoldoende? Overleg dan met uw arts. De arts kan misschien de dosering aanpassen of een ander medicijn voor schrijven.

                        Voortdurende hik, spierkrampen en rusteloze benen
                        Als het werkt, kunt u gabapentine gebruiken zolang als nodig is. Werkt het na enkele dagen nog onvoldoende? Overleg dan met uw arts. De arts kan misschien de dosering aanpassen of een ander medicijn voor schrijven.

                        • Het is belangrijk dit medicijn consequent in te nemen. Mocht u toch een dosis vergeten zijn, neem de vergeten dosis dan zo snel mogelijk in. Neem echter nooit een dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen. U kunt eventueel de volgende dosis verschuiven. Vraag advies aan uw arts.

                          • autorijden?
                            Het kan gevaarlijk zijn aan het verkeer deel te nemen als u dit medicijn gebruikt. Dit komt door bijwerkingen, zoals duizelig, slaperig en moe zijn, problemen met de coördinatie en dubbelzien.

                            U mag de eerste week dat u dit medicijn gebruikt niet autorijden. Rijd ook geen auto zolang de dosering nog omhoog gaat. Pas nadat u 1 week dezelfde dosering heeft gebruikt, mag u weer autorijden. Maar doe dat alleen als u geen last meer heeft van de bijwerkingen. Na 1 week dezelfde dosering gebruiken, zijn de meeste mensen voldoende gewend geraakt aan de effecten.

                            Gebruikt u ook andere medicijnen die deze bijwerkingen geven? Let er dan op dat u meer last kunt hebben van deze bijwerkingen.

                            Let op: als u epilepsie heeft, mag u vaak niet autorijden. Of u mag autorijden, hangt af van bepaalde keuringseisen. Overleg hierover met uw arts. Ook heeft het Epilepsiefonds meer informatie over het deelnemen aan het verkeer met epilepsie. Wilt u meer informatie over autorijden bij bepaalde aandoeningen? Kijk dan op de website van het CBR.

                            Voor meer algemene informatie kunt u het thema 'Medicijnen in het verkeer' lezen. In dit thema leest u bijvoorbeeld wat de wet zegt over medicijnen in het verkeer. Ook vindt u adviezen waarmee u rekening moet houden als u wel (weer) mag autorijden.

                            alcohol drinken?
                            Alcohol kan de bijwerkingen van dit medicijn sterker maken. Hierdoor kunt u slaperig worden en meer problemen met uw coördinatie krijgen. Gebruik daarom liever geen alcohol of drink minder alcohol als u dit medicijn krijgt.

                            alles eten?
                            Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

                            • De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn andere medicijnen die het reactievermogen verminderen. Bij deze medicijnen is vaak op de verpakking een gele waarschuwingssticker geplakt. De effecten op bijvoorbeeld de rijvaardigheid versterken elkaar. Rijd zeker geen auto als u 2 of meer van dergelijke medicijnen gebruikt.

                              Twijfelt u eraan of bovenstaande wisselwerking voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

                              • Zwangerschap

                                Bij epilepsie:
                                Bespreek met uw arts uw kinderwens, voordat u zwanger bent. Bent u al zwanger? Neem dan direct contact op met uw arts. Er zijn niet veel zwangere vrouwen die dit medicijn hebben gebruikt. Daarom is niet zeker wat de risico's van dit medicijn zijn voor zwangere vrouwen en hun kind. Van veel medicijnen tegen epilepsie is wel aangetoond dat er een grotere kans is op aangeboren afwijkingen bij de baby. Maar een epilepsieaanval kan ook schadelijk voor de baby zijn. Overleg daarom met uw arts over de voor- en nadelen.

                                Goede controle tijdens de zwangerschap is belangrijk. Soms is het nodig de hoeveelheid van het medicijn in het bloed te meten en de dosering aan te passen.

                                Gebruik in elk geval foliumzuur vanaf een maand voor het moment dat u zwanger wilt worden tot en met week 10 van de zwangerschap. U vermindert hiermee de kans op aangeboren afwijkingen.

                                Bij zenuwpijn, CRPS, voortdurende hik, opvliegers na borstkanker, spierkrampen en rusteloze benen
                                Overleg met uw arts. U kunt dit medicijn beter NIET gebruiken als u zwanger bent of binnenkort wilt worden. Het is niet bekend of dit medicijn veilig is voor zwangere vrouwen en hun kind. Misschien kan de arts een ander medicijn voorschrijven. Een medicijn waarvan wel bekend is dat het veilig is tijdens de zwangerschap.

                                Borstvoeding
                                Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts. Dit medicijn komt in kleine hoeveelheden in de moedermelk terecht, maar dit is waarschijnlijk niet schadelijk voor de baby.

                                Als u borstvoeding geeft, is het belangrijk de baby goed te controleren op niet goed willen drinken, overgeven, sufheid en prikkelbaarheid.

                                Gebruikt u een combinatie van epilepsiemiddelen? Geef dan geen borstvoeding. Het blijkt dat combinaties van epilepsiemiddelen meer risico's geven op bijwerkingen bij de baby zoals niet goed willen drinken, overgeven, sufheid en prikkelbaarheid.

                                Gebruikt u medicijnen op recept of die u zonder recept koopt? Wilt u helpen om de kennis over medicijngebruik tijdens zwangerschap en borstvoeding te vergroten? Meld dan uw ervaring bij Moeders van Morgen.

                                • Nieren

                                  Werken uw nieren minder goed? Overleg dan met uw apotheker. Het kan zijn dat de dosering van uw medicijn aangepast moet worden.

                                  Dialyseert u? Overleg dan met uw apotheker. Het kan zijn dat aanpassing van uw medicijngebruik nodig is. Bijvoorbeeld:

                                  • een andere dosering;
                                  • een andere dag of ander tijdstip waarop u uw medicijn moet innemen;
                                  • een ander medicijn.

                                  Lever

                                  Het is niet bekend of mensen met levercirrose dit medicijn veilig kunnen gebruiken.

                                  • Bij epilepsie:
                                    U kunt niet zomaar stoppen. Overleg altijd met uw arts als u wilt stoppen. De dosering moet namelijk langzaam worden afgebouwd, omdat anders ernstige epileptische aanvallen kunnen ontstaan. Ook kunnen na het stoppen ontwenningsverschijnselen zoals angst, slapeloosheid, misselijkheid en zweten optreden.

                                    Moet u stoppen omdat u overgevoelig bent of ernstige bijwerkingen heeft? Stop dan wel direct en waarschuw meteen een arts.

                                    Ook als u een ander epilepsiemedicijn gaat gebruiken, mag u niet in één keer met dit medicijn stoppen. Eerst zult u het tweede medicijn ernaast gebruiken in geleidelijk oplopende dosering. Als dit allemaal goed gaat, kunt u in overleg met de arts het eerste medicijn geleidelijk afbouwen.

                                    Bij zenuwpijn, complex regionaal pijnsyndroom (CRPS), voortdurende hik, spierkrampen, rusteloze benen en overgangsklachten:
                                    Overleg met uw arts, als u wilt stoppen. Uw klachten kunnen terugkomen, als u stopt. Bovendien moet u meestal de dosering langzaam afbouwen, omdat anders ontwenningsverschijnselen kunnen ontstaan, zoals angst, slapeloosheid, misselijkheid en zweten.

                                    • De werkzame stof gabapentine zit in de volgende producten:
                                      • Ja, u heeft een recept nodig.

                                        Gabapentine is sinds 1999 internationaal op de markt. Het is op recept verkrijgbaar in capsules, tabletten en drank onder de merknaam Neurontin en als het merkloze Gabapentine.

                                        Laatst bijgewerkt op 29-08-2023

                                        Disclaimer

                                        Deze tekst is opgesteld door het Geneesmiddel Informatie Centrum van de KNMP. Deze tekst is gebaseerd op de bijsluiter van het beschreven medicijn en op andere, wetenschappelijke bronnen. Zoals medische richtlijnen, standaarden en literatuur. Bent u benieuwd hoe het apotheek.nl-team dit doet? Bekijk dan de video. Hoewel bij het opstellen van de tekst uiterste zorgvuldigheid is betracht, is de KNMP niet aansprakelijk voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige onjuistheid in deze tekst. De officiële bijsluiter van dit medicijn vindt u bij het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen op: www.cbg-meb.nl.

                                        Vond u deze informatie nuttig?

                                        Vind een apotheek

                                        Wilt u meer weten, of heeft u een vraag over uw eigen situatie? Dan raden wij u aan naar uw eigen apotheek te gaan. Uw eigen apotheker is op de hoogte van uw persoonlijke omstandigheden en kan u uitgebreid begeleiden bij uw medicijngebruik. Bent u niet in de buurt van uw eigen apotheek, dan kunt u hier ook andere apotheken vinden.
                                        Vind een apotheek blob

                                        Vraag het de webapotheker

                                        Vraag het de webapotheker

                                        Vraag het de webapotheker

                                        Het beste advies krijgt u bij uw eigen apotheek. Daar ontvangt u de zorg en begeleiding die is afgestemd op uw persoonlijke situatie. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan kunt u een vraag stellen aan de webapotheker. Een team van apothekers beantwoordt uw vraag in principe binnen enkele werkdagen.

                                        Meldpunt medicijnen

                                        Werkt uw medicijn heel goed of juist niet? Wordt uw medicijn niet vergoed? Of heeft u last van een bijwerking? Meld uw ervaring
                                        Informatie wordt bijgewerkt: