Klachten & ZiektesSpruw (Candida-infectie in de mond)

Spruw (Candida-infectie in de mond)

Klachten & ZiektesSpruw (Candida-infectie in de mond)

Spruw (Candida-infectie in de mond)

Wat is Spruw (Candida-infectie in de mond)?Hoe herken ik Spruw (Candida-infectie in de mond)?Kan ik er zelf iets tegen doen?In welke gevallen kan ik beter naar de huisarts gaan?Wat kan de apotheker voor mij doen?Welke medicijnen worden gebruikt bij Spruw (Candida-infectie in de mond)?
  • Bij spruw komen er witte plekken in de mond van een baby. Dat komt omdat er een gist zit in het slijmvlies van de mond.

    Spruw komt bij ongeveer 4% van de zuigelingen voor, meestal bij baby's jonger dan 6 weken.

    Spruw komt door een gist (een soort schimmel). De gist heet Candida albicans. Veel volwassenen dragen de gist bij zich zonder dat ze daar klachten van hebben.

    We denken dat de gist op de volgende manieren bij een baby kan komen:

    • Tijdens de geboorte, als de moeder candida in haar vagina heeft (dit hoeft bij de moeder geen klachten te geven).
    • Via de tepel van de moeder, als de gist daar op zit. 
    • Via een speen of vinger van iemand waar de gist op zit.
    Kijk voor meer informatie over Spruw (Candida-infectie in de mond) op www.thuisarts.nl
    • Klachten bij spruw zijn:

      • Witte plekjes in de mond van uw baby, meestal tegen de wangen, op de tong en het gehemelte.
      • Soms: rode, ronde plekjes in de mond
      • Meestal heeft een baby met spruw nergens last van. Soms drinkt uw kind onrustig en laat vaak de tepel los.

      Uw baby kan ook rode uitslag op de billen hebben. Dat komt omdat de Candida die de spruw geeft ook op de billen kan zitten.

      Als moeder kunt u tepelpijn hebben. Dat kan komen doordat de Candida ook op uw tepels zit. 

      Kijk voor meer informatie over Spruw (Candida-infectie in de mond) op www.thuisarts.nl
      • Als u denkt dat uw baby spruw heeft, is hygiëne extra belangrijk:

        Voordat u borstvoeding gaat geven:

        • Was eerst uw handen.
        • Maak uw tepels schoon met lauw water.

        Na de borstvoeding:

        • Laat de tepels rustig drogen voordat u uw bh aantrekt.
        • Gebruik schone zoogcompressen. Die houden de tepelhuid droog. 

        Spenen van flesjes kunt u het beste elke dag uitkoken.
        Bewaar ze op een droge en schone plaats.

        Was uw handen na toiletbezoek en na het verschonen van de luier. 
        Was uw handen eventueel een keer extra als u de baby gaat voeden.

        Kijk voor meer informatie over Spruw (Candida-infectie in de mond) op www.thuisarts.nl
        • Neem contact op met uw huisarts:

          • Als uw baby spruw heeft en het is na 2 tot 3 weken nog niet weg.
          • Als uw baby spruw heeft en u merkt dat hij/zij tijdens de voeding erg onrustig is.
          • Als uw baby rode uitslag op de billen heeft waarbij de huid stuk gaat.
          • Voor eventuele medicijnen tegen spruw.
          Kijk voor meer informatie over Spruw (Candida-infectie in de mond) op www.thuisarts.nl
              • Uw apotheker zorgt ervoor dat u uw medicijnen goed en veilig kunt gebruiken. Het maakt niet uit of u een medicijn korte tijd of langdurig nodig heeft.

                • Receptcontrole

                De apotheker controleert elk recept. Bijvoorbeeld: is het juiste medicijn voorgeschreven en meegegeven, is de dosering goed, kan het medicijn samen met andere medicijnen die u gebruikt. Als het nodig is, overlegt uw apotheker met uw huisarts of specialist.

                • Overzicht van uw medicijnen

                Uw apotheker houdt bij welke medicijnen u gebruikt. U kunt in de apotheek altijd om een overzicht van uw medicijnen vragen. Dit kunt u bijvoorbeeld meenemen als u uw specialist bezoekt, in het ziekenhuis wordt opgenomen of naar het buitenland gaat.

                • Delen van informatie over uw medicijnen met andere zorgverleners

                Uw apotheker, huisarts en het ziekenhuis kunnen informatie over uw medicijnen met elkaar delen als dat nodig is voor uw behandeling. Dit mag alleen als U daar toestemming voor geeft.

                • Begeleiding bij nieuwe geneesmiddelen

                Krijgt u een medicijn dat u in de afgelopen 12 maanden niet hebt gebruikt? Dan krijgt u extra uitleg over deze medicijnen.

                • Ondersteuning als u uw medicijnen weleens vergeet in te nemen

                De apotheker heeft daar hulpmiddelen voor. Als uw zorgverzekeraar toestemming geeft, kan uw apotheker uw medicijnen per dag en per tijdstip van inname in aparte zakjes voor u laten verpakken.

                • Persoonlijk gesprek over uw medicijnen

                Heeft u vragen over uw medicijnen, of problemen met het gebruik? Bijvoorbeeld moeite met slikken van medicijnen, openmaken van de verpakking, of last van een vervelende bijwerking? Vraag uw apotheker om een persoonlijk gesprek. Hij kijkt dan samen met u welke mogelijkheden er zijn om uw probleem te verhelpen.

                • Medicatiebeoordeling

                Uw apotheker en huisarts kunnen u uitnodigen voor een gesprek over uw medicijnen. Dit is mogelijk bij patiënten ouder dan 65 jaar die langdurig meer dan 5 medicijnen gebruiken. Samen met u bespreken ze of er verbetering mogelijk is. Als u bijvoorbeeld last hebt van bijwerkingen van een medicijn kan het soms vervangen worden door een ander medicijn.

                • Zelfzorg

                Bij de apotheek kunt u terecht voor advies over medicijnen die u zonder recept (= zelfzorgmedicijnen) kunt kopen, voor verbandmiddelen en cosmetica. De apotheek kan zelfzorgmedicijnen voor u opnemen in uw medicatiedossier. Dan kan de apotheker controleren of u ze veilig samen met uw receptmedicijnen kunt gebruiken.

                • Bezorgservice

                Bent u moeilijk ter been? Informeer bij uw apotheek of zij uw medicijnen bij u thuis kunnen bezorgen.

              • Antischimmelmiddelen om in te nemen
                Zelden ontstaat spruw bij volwassenen door een verlaagde weerstand of medicijnen die de afweer aantasten. Dan kunnen antischimmelmiddelen voorgeschreven worden.

                Antischimmelmiddelen beschadigen de celwand van de gist, waardoor de gist afsterft. Voorbeelden zijn fluconazol en itraconazol.

                Laatst bijgewerkt KNMP: 17-06-2015

                Laatst bijgewerkt NHG: 09-08-2018

                Disclaimer

                Deze tekst is geschreven door het Geneesmiddel Informatie Centrum van de KNMP. Hoewel bij het opstellen van de tekst uiterste zorgvuldigheid is betracht, is de KNMP niet aansprakelijk voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige onjuistheid in deze tekst.

                Vond u deze informatie nuttig?

                Thuisarts.nl

                De informatie over bovenstaande aandoening is geschreven door het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG). Wilt u meer lezen over deze of andere aandoeningen? Ga dan naar www.thuisarts.nl

                Thuisarts.nl

                Vraag het de webapotheker

                Vraag het de webapotheker

                Vraag het de webapotheker

                Het beste advies krijgt u bij uw eigen apotheek. Daar ontvangt u de zorg en begeleiding die is afgestemd op uw persoonlijke situatie. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan kunt u een vraag stellen aan de webapotheker. Een team van apothekers beantwoordt uw vraag in principe binnen enkele werkdagen.
                Informatie wordt bijgewerkt: