Klachten & ZiektesCystische fibrose

Cystische fibrose

Klachten & ZiektesCystische fibrose

Cystische fibrose

Wat is Cystische fibrose?Wat kan de apotheker voor mij doen?Welke medicijnen worden gebruikt bij Cystische fibrose?
  • Taaislijmziekte is een aangeboren ziekte die niet te genezen is. De andere naam is cystic fibrosis (CF).

    Bij taaislijmziekte werkt 1 eiwit niet goed of helemaal niet.

    Dit eiwit komt voor op veel plekken in het lichaam waar slijm wordt gemaakt. Bijvoorbeeld in de longen, mond, keel, darmen, alvleesklier en lever.
    Slijm helpt om stof en bacteriën af te voeren uit de neus, mond en longen.
    Slijm helpt ook om belangrijke eiwitten (enzymen) van de alvleesklier naar de darmen te brengen. Deze zijn daar nodig voor een goede vertering van eten.

    Als het eiwit niet goed werkt, wordt het slijm taai en dik.

    • Hierdoor stroomt het slijm niet goed.
    • U kunt verstoppingen krijgen.
    • Door verstopping in de neus, keel of longen kunt u een longontsteking krijgen.
    • Door verstopping in de alvleesklier en in de darmen wordt uw eten niet goed verteerd. 
    • Als er vaak verstoppingen zijn, ontstaan littekens in uw organen.
    • De organen kunnen daardoor steeds minder goed gaan werken en dan worden de klachten erger. 

    Hoe erg de klachten zijn en hoe de ziekte gaat, is bij iedereen anders. Door goede zorg worden mensen met taaislijmziekte nu gemiddeld 47 jaar oud.

    Kijk voor meer informatie over Cystische fibrose op www.thuisarts.nl
        • Uw apotheker zorgt ervoor dat u uw medicijnen goed en veilig kunt gebruiken. Het maakt niet uit of u een medicijn korte tijd of langdurig nodig heeft.

          • Receptcontrole

          De apotheker controleert elk recept. Bijvoorbeeld: is het juiste medicijn voorgeschreven en meegegeven, is de dosering goed, kan het medicijn samen met andere medicijnen die u gebruikt. Als het nodig is, overlegt uw apotheker met uw huisarts of specialist.

          • Overzicht van uw medicijnen

          Uw apotheker houdt bij welke medicijnen u gebruikt. U kunt in de apotheek altijd om een overzicht van uw medicijnen vragen. Dit kunt u bijvoorbeeld meenemen als u uw specialist bezoekt, in het ziekenhuis wordt opgenomen of naar het buitenland gaat.

          • Delen van informatie over uw medicijnen met andere zorgverleners

          Uw apotheker, huisarts en het ziekenhuis kunnen informatie over uw medicijnen met elkaar delen als dat nodig is voor uw behandeling. Dit mag alleen als U daar toestemming voor geeft.

          • Begeleiding bij nieuwe geneesmiddelen

          Krijgt u een medicijn dat u in de afgelopen 12 maanden niet hebt gebruikt? Dan krijgt u extra uitleg over deze medicijnen.

          • Ondersteuning als u uw medicijnen weleens vergeet in te nemen

          De apotheker heeft daar hulpmiddelen voor. Als uw zorgverzekeraar toestemming geeft, kan uw apotheker uw medicijnen per dag en per tijdstip van inname in aparte zakjes voor u laten verpakken.

          • Persoonlijk gesprek over uw medicijnen

          Heeft u vragen over uw medicijnen, of problemen met het gebruik? Bijvoorbeeld moeite met slikken van medicijnen, openmaken van de verpakking, of last van een vervelende bijwerking? Vraag uw apotheker om een persoonlijk gesprek. Hij kijkt dan samen met u welke mogelijkheden er zijn om uw probleem te verhelpen.

          • Medicatiebeoordeling

          Uw apotheker en huisarts kunnen u uitnodigen voor een gesprek over uw medicijnen. Dit is mogelijk bij patiënten ouder dan 65 jaar die langdurig meer dan 5 medicijnen gebruiken. Samen met u bespreken ze of er verbetering mogelijk is. Als u bijvoorbeeld last hebt van bijwerkingen van een medicijn kan het soms vervangen worden door een ander medicijn.

          • Zelfzorg

          Bij de apotheek kunt u terecht voor advies over medicijnen die u zonder recept (= zelfzorgmedicijnen) kunt kopen, voor verbandmiddelen en cosmetica. De apotheek kan zelfzorgmedicijnen voor u opnemen in uw medicatiedossier. Dan kan de apotheker controleren of u ze veilig samen met uw receptmedicijnen kunt gebruiken.

          • Bezorgservice

          Bent u moeilijk ter been? Informeer bij uw apotheek of zij uw medicijnen bij u thuis kunnen bezorgen.

        • Slijmverdunners
          Slijmverdunners, ook wel mucolytica of slijmoplossers genoemd, maken taai slijm in de luchtwegen dunner en minder taai, waardoor het slijm makkelijker is op te hoesten. Voorbeelden zijn acetylcysteïne en dornase alfa

          Ivacaftor en ivacaftor met lumacaftor
          Ivacaftor en lumacaftor zorgen dat de klieren van mensen met CF beter slijm kunnen aanmaken.

          Ursodeoxycholzuur
          Er kan een leverbeschadiging ontstaan bij cystische fibrose. Ursodeoxycholzuur beïnvloedt de samenstelling van de gal. Deze samenstelling heeft een beschermend effect op de levercellen. Bij bepaalde vormen van leverbeschadiging kan uw arts dit middel voorschrijven.

          Verbetering voedingstoestand

          Verteringsenzymen
          Verteringsenzymen, met name pancreasenzymen, bevorderen de spijsvertering. Hierdoor wordt het voedsel beter verteerd, waardoor de ontlasting minder vettig wordt. Ook wordt een betere voedingstoestand verkregen. Pancreasenzymen bevatten lipase, amylase en protease.

          Vitamine E
          Tocoferol, vitamine E, beschermt cellen tegen schadelijke stoffen. Ons lichaam kan vitamine E niet zelf maken. Daarom moeten we het via ons voedsel binnenkrijgen. Bij een verstoorde voedselvertering door cystische fibrose kan er in het lichaam een tekort aan vitamine E ontstaan. Extra vitamine E is te gebruiken bij een gebrek aan vitamine E.

          Vitamine K
          Fytomenadion, vitamine K is nodig voor de bloedstolling. Vitamine K komt van nature voor in verse groenten, lever, melk en olie. Ook de bacteriën die bij de mens in de darm leven, produceren deze vitamine. Bij cystische fibrose kunnen de darmen het voedsel niet goed verteren. Hierdoor kan er in het lichaam een tekort aan vitamine K ontstaan. Extra vitamine K is te gebruiken bij een tekort aan vitamine K.

          Antibiotica

          Colistine om te inhaleren
          Colistine is een antibioticum. Het doodt bepaalde soorten bacteriën, zoals de Pseudomonas-bacterie.
          Het wordt gebruikt om een infectie van de longen met de Pseudomonas-bacterie te behandelen.

          Tobramycine om te inhaleren 
          Tobramycine is een antibioticum van het aminoglycoside-type. Aminoglycosiden doden vele soorten bacteriën. Ze grijpen in op de eiwitaanmaak binnen de bacterie. Een bacterie kan zonder eiwitten niet verder groeien. Hierdoor sterft de bacterie.
          Het wordt gebruikt om een (chronische) infectie van de longen te behandelen.

          Chinolon-antibiotica
          Bij cystische fibrose ontstaan regelmatig luchtweginfecties, die kunnen worden behandeld met chinolon-antibiotica. Ze remmen de groei van vele soorten bacteriën. Ze blokkeren een eiwit dat een belangrijke rol speelt bij de bacteriegroei. Hierdoor kan de bacterie zich niet meer vermenigvuldigen en sterft af. Voorbeeld is ciprofloxacine, en soms bij kinderen ook levofloxacine en ofloxacine.

          Macrolide-antibiotica
          Bij cystische fibrose ontstaan regelmatig luchtweginfecties. Soms worden hierbij macrolide-antibiotica voorgeschreven. Ze remmen de groei van vele soorten bacteriën. Ze blokkeren een eiwit dat een belangrijke rol speelt bij de bacteriegroei. Hierdoor kan de bacterie zich niet meer vermenigvuldigen en sterft af. Een voorbeeld is claritromycine.

          Cefalosporine-antibiotica
          Bij cystische fibrose ontstaan regelmatig luchtweginfecties. Soms worden hierbij cefalosporine-antibiotica voorgeschreven. Ze remmen de groei van vele soorten bacteriën. Ze blokkeren een eiwit dat een belangrijke rol speelt bij de bacteriegroei. Hierdoor kan de bacterie zich niet meer vermenigvuldigen en sterft af. Voorbeelden zijn ceftadizim en cefuroxim.

          Aztreonam om te inhaleren
          Aztreonam is ook een antibioticum. Als er sprake is van een langdurig bestaande luchtweginfectie met Pseudomonas aeruginosa kan de arts een kuur met aztreonam-verneveling voorschrijven. Dit medicijn kan helpen als andere antibiotica niet voldoende werken of niet kunnen worden gebruikt.

          Overige antibiotica
          Behalve de antibiotica uit de bovenstaande groepen kunnen in sommige situaties ook andere antibiotica gebruikt worden. Voorbeelden zijn clindamycine, minocycline, rifampicine, meropenem, piperacilline met tazobactam en trimethoprim met sulfamethoxazol.

          Laatst bijgewerkt KNMP: 24-04-2020

          Laatst bijgewerkt NHG: 01-12-2020

          Disclaimer

          Deze tekst is geschreven door het Geneesmiddel Informatie Centrum van de KNMP. Hoewel bij het opstellen van de tekst uiterste zorgvuldigheid is betracht, is de KNMP niet aansprakelijk voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige onjuistheid in deze tekst.

          Vond u deze informatie nuttig?

          Thuisarts.nl

          De informatie over bovenstaande aandoening is geschreven door het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG). Wilt u meer lezen over deze of andere aandoeningen? Ga dan naar www.thuisarts.nl

          Thuisarts.nl

          Vraag het de webapotheker

          Vraag het de webapotheker

          Vraag het de webapotheker

          Het beste advies krijgt u bij uw eigen apotheek. Daar ontvangt u de zorg en begeleiding die is afgestemd op uw persoonlijke situatie. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan kunt u een vraag stellen aan de webapotheker. Een team van apothekers beantwoordt uw vraag in principe binnen enkele werkdagen.
          Informatie wordt bijgewerkt: